De voorzitters van de BC en de KNR hebben op 19 november 2013 met een persbericht aangekondigd dat er een sluitingsdatum komt per 1 juli 2014 voor meldingen en het indienen van klachten inzake seksueel misbruik tegen overledenen en klachten betreffende seksueel misbruik dat verjaard is. Deze oproep geldt voor mannen en vrouwen, er kan geen onderscheid gemaakt worden door deze twee ‘groepen’ te scheiden als zou de ene groep (vrouwen) er langer over doen om ‘uit de katholieke kast’ te komen. Uiteraard hopen wij, knokken wij al vier jaar om iedereen aan te moedigen, te besluiten om met hun verhaal naar buiten te treden. Wij vinden het argument dat een specifieke groep er langer over doet om zijn klacht te uiten een grove ontkenning, en blijkt een eenzijdig interpretatie van mensenrechten. Hiermee naar buiten treden schoffeert de slachtoffer organisaties die zich voor duizenden mensen hebben ingezet. Desalniettemin is hier een brief van minister Opstelten.
De kerkelijke autoriteiten hebben het volgende aangegeven:
– Na 1 juli 2014 blijft de mogelijkheid bestaan om klachten van seksueel misbruik tegen levende aangeklaagden die niet verjaard zijn, te melden. Van niet verjaarde zaken van seksueel misbruik van minderjarigen tegen levende aangeklaagden wordt de politie in kennis gesteld.
– De huidige klachtencommissie zal niet per 1 juli 2014 ophouden te functioneren. Het zal nog geruime tijd vergen om de aanhangige klachtprocedures en de klachten die nog vóór 1 juli 2014 worden gemeld volledig af te ronden. Wel is het aanbod van klachten en daarop gebaseerde klaagschriften nu zodanig dat er een afbouw in de organisatie moet plaatsvinden.
– De BC en de KNR spannen zich in om het indienen van klachten vóór 1 juli a.s. voor mensen die hierbij moeilijkheden ondervinden, zoveel mogelijk te faciliteren en daarbij zo nodig hulp aan te bieden. Een korte gedateerde en ondertekende melding door de klager volstaat daarbij.
– Besloten is dat voor het aanleveren van de klaagschriften betreffende klachten die in de periode 1 januari 2014 – 1 juli 2014 zijn ingediend, een extra termijn wordt gegeven van 3 maanden. Deze klaagschriften kunnen tot 1 oktober 2014 worden ingediend.
– De mogelijkheden voor hulpverlening blijven aanwezig. Daarbij is van belang de blijvende rol van het Platform Hulpverlening waaraan inmiddels een Adviesraad is gekoppeld met daarin een vertegenwoordiging van de slachtofferorganisaties KLOKK, MCU en VPKK.
Het is aan de kerkelijke autoriteiten om zorg te dragen voor een goede behandeling van slachtoffers en afhandeling van de klachten. In het handelen van de kerk zal – zo is mij verzekerd – compassie met de slachtoffers uitgangspunt blijven. De heer Deetman is gevraagd om in zijn komende monitorrapportage te bezien of de uitvoering van deze en andere aanbevelingen uit zijn eerdere rapporten op een goede en evenwichtige wijze geschiedt.
Met de kerkelijke vertegenwoordigers heb ik afgesproken om na de komende monitorrapportage van de heer Deetman – die ik u zal toezenden – naar verwachting in september een overleg te hebben, waarin de stand van zaken, ook betreffende de vorenstaande klachtbehandeling en in het licht van de overgebrachte wensen van Uw Kamer, zal worden besproken.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten