Geweld als definitie voor onmacht

6dcd0f13adc0Aanwezig: Kardinaal Eijk, dhr. Van Dam, mgr. Van den Hende, pater Van den Eijnden, de heer P. Chatelion Counet en dhr. Bakker.

Aanwezig namens MCU: Bert Smeets, Corrie en Leo Bel

  1. Opening

We worden hartelijk welkom geheten

  1. Vaststellen agenda

Er worden de volgende punten genoemd t.w. geweld, stagnatie bij uitbetaling, coulanceregeling en bezwaar mogelijkheden bij ongegrondverklaring.

  1. Geweld

Door Bert wordt aangegeven dat hij het niet als eerlijk ervaart dat geweld (zowel lichamelijk als psychisch) bij vrouwen mag worden meegewogen en bij mannen niet. Het geweld betrof in beide gevallen kinderen. Bert geeft aan dat geweld altijd al door hem en andere leden van MCU, die bij diverse vergaderingen van Deetman aanwezig zijn geweest, is genoemd. Helaas zonder succes destijds. Dat nu bij het onderzoek van Deetman naar seksueel misbruik bij meisjes geweld wordt onderzocht wordt als oneerlijk ervaren.

De heer Eijk geeft Bert daarin gelijk. Hij vertelt dat geweld heel moeilijk te definiëren is. Men heeft onderzoek verricht naar geweld maar dat blijft moeilijk te definiëren. Dat het begrip moeilijk te definiëren is mag volgens de heer Eijk geen rede zijn er niets mee te doen. Hij heeft er begrip voor de argumenten van MCU.  Hij zegt toe dat geweld zal worden meegewogen bij alle gegrond verklaarden die geweld in hun klachten betreffende seksueel misbruik hebben opgenomen.  Voor de slachtoffers die uitsluitend geweld hebben genoemd en daarom ongegrond zijn verklaard wordt een traject opgezet van special mediation voor ieder authentiek geval. Hierover wordt gepraat met Deetman om dit op te zetten. Wat het bemoeilijkt is dat er geen jurisprudentie is over geweld en ook geen definitie.

Slachtoffers die nog geen melding hebben gedaan van uitsluitend geweld kunnen dat alsnog doen. Corrie geeft aan dat het goed zou zijn als een afvaardiging van de slachtoffergroepen wordt betrokken bij het opzetten van het traject rond special mediation. Bert geeft aan dat dit zou kunnen als “burgerpartij”.  Hierover worden geen toezeggingen gedaan.

Alle aanwezigen van MCU zijn heel blij met de toezegging dat ook geweld bij jongens zal worden meegewogen of via special mediation zal worden afgehandeld.  Door de heren Eijk en Bakker wordt nogmaals benadrukt dat in gevallen van een in een aanklacht betreffende seksueel misbruik opgenomen geweld direct zal worden meegewogen in de coulanceregeling. De gevallen die via special mediation zullen worden opgepakt zullen niet op korte termijn kunnen worden afgehandeld. Dit omdat er eerst een modus gevonden moet worden hoe dit precies moet worden opgepakt.

  1. Stagnatie bij uitbetaling

Hierover is al meerdere malen contact geweest van de heer Van Beeten van Beheer en Toezicht. Er vindt overleg plaats om e.e.a. efficiënter te laten functioneren. Veel stagnatie treedt op doordat de verantwoordelijk overste moet tekenen. Dit geldt niet voor de gegrond verklaarden van Bleijerheide. Voor de gegrond verklaarden van Bleijerheide tekenen de heren Eijk en Van Dam. Het tekenen is een formaliteit. Excuses namens de orde der Franciscanen kunnen ze niet aanbieden want dat mogen ze juridisch niet. Wat wel kan is dat er na de uitbetaling uit het coulancefonds nog een persoonlijk gesprek plaats vindt. Hiervan is al enkele keren gebruik gemaakt door slachtoffers van Bleijerheide die inmiddels zijn uitbetaald (quote Bakker).

  1. Coulanceregeling

De heer Eijk ligt de coulanceregeling toe. Toen een aantal jaren geleden het compensatiefonds werd opgericht is dat gebeurd met instemming van de bisschoppenconferentie en de KNR. Doordat de orde der Franciscanen al vanaf 2005 uit Nederland was vertrokken, en geen deel meer uitmaakten van de KNR,  zijn die niet bij deze gesprekken betrokken geweest.

Toen er later klachten binnen kwamen van de orde der Franciscanen hebben zij geweigerd zich aan de compensatieregeling te confirmeren.

Er is van alles geprobeerd. De verantwoordelijke in Düsseldorf is benaderd zonder resultaat. Daarna is er contact opgenomen met  de overste in Ohio. Ook dat zonder resultaat. Doordat de orde der Franciscanen uit Nederland is vertrokken en zich niet aan het compensatiefonds heeft geconfirmeerd kunnen zij niet worden verplicht hun verantwoordelijkheid op financieel gebied te nemen. De bisschoppenconferentie en de KNR waren hierover behoorlijk ontstemd. Bert merkte op waarom ze (die ärme brüder Franciscanen) dan wel verweer voerden bij het meldpunt, broeder M Werner en mr. Goltstein zijn in eerste instantie flink tekeer gegaan, zaken werden getraineerd maar verdedigden zich wel degelijk.

Eijk antwoordde dat hij dit niet wist of ontgaan was. Broeder Cees van Dam bevestigde Bert’s lezing maar beiden konden hier geen verklaring voor geven.

Zij zijn van mening dat ook de slachtoffers van Bleijerheide recht hebben op compensatie. Zij beschouwen dit als een morele plicht naar de slachtoffers toe.

Gegrond verklaarde slachtoffers die op het moment dat de coulanceregeling werd ingesteld soms al een jaar op doorgang naar de compensatiecommissie zaten te wachten moesten worden uitbetaald. Inmiddels zijn er al een aantal van de Bleijerheide slachtoffers uit het coulancefonds gecompenseerd conform de ook voor het compensatiefonds geldende Lindenbergh normen. Het komt er dus op neer dat het enige verschil is dat in plaats van de verantwoordelijke van de congregatie nu kardinaal Eijk en broeder Van Dam uit hoofde van hun functies tekenen.

  1. Bezwaar mogelijkheden bij ongegrond verklaarden

De heer Eijk vertelt dat het Meldpunt een onafhankelijk instituut is. Zij hebben geen invloed gehad in de benoeming van rechters en juristen van dit meldpunt. Dit is gebeurd onder verantwoordelijkheid van Deetman. Deze constructie is zo opgezet op verzoek van de politiek om transparantie te bevorderen. Problemen over het functioneren van het meldpunt (b.v. over uitspraken) moeten worden gemeld bij de heer Van Beeten van Beheer en Toezicht.

Wanneer een klacht ongegrond wordt verklaard geldt alleen de mogelijkheid in bezwaar te gaan als er sprake is van procedurefouten. Corrie geeft aan dat dit niet eerlijk is. Vooral als er sprake is van een nog levende dader moeten er mogelijkheden zijn ook inhoudelijk in bezwaar te kunnen gaan. In het geval Schafraad zijn er tijdens de zitting door Schafraad aantoonbare onwaarheden verteld. Die aantoonbare onwaarheden werden door de commissie in de uitspraak afgedaan als een correctie. Inhoudelijk bezwaar is dan niet mogelijk.  De heren Eijk en Van Dam zullen de heer Van Beeten, secretaris van B&T,  verzoeken om in contact te treden met MCU over dit soort problematiek.Washok