HEG commissie

Verantwoording van de commissie Hulp, erkenning en genoegdoening voor geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk aan drs. W.J. Deetman

26 juni 2014

1. Aanleiding

In het verlengde van de regelingen voor het seksueel misbruik van minderjarigen door personen werkzaam binnen de Rooms-Katholieke Kerk in de periode 1945-2010, hebben de Bisschoppenconferentie (BC) en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR) besloten ook voor de slachtoffers van fysiek en/of psychisch geweld een regeling op te zetten en deze uit te laten voeren. Het betreft hier minderjarige slachtoffers van excessief fysiek en psychisch geweld, die vielen onder de verantwoordelijkheid van personen werkzaam binnen de Rooms-Katholieke Kerkprovincie in Nederland.

Drs. W.J. (Wim) Deetman is door de voorzitters van de BC en de KNR gevraagd te komen met een advies voor een regeling. Op 4 oktober 2013 verscheen dit advies met een voorstel voor een regeling Hulp, erkenning en genoegdoening voor geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk. Deze regeling is integraal door de BC en de KNR overgenomen en ingesteld. Het advies van de heer Deetman bevatte -naast de inhoudelijke en de financiële kaders- tevens het voorstel de uitvoering van de regeling op te dragen aan de (in te stellen) commissie Hulp, Erkenning en Genoegdoening (commissie-HEG). Op 9 december 2013 kwam de commissie voor het eerst bijeen.

2. Regeling en aantal meldingen

De regeling voorziet in het aanbieden van hulp, het erkennen van het aangedane leed en het bieden van genoegdoening in de vorm van een spijtbetuiging en excuses alsmede het aanbieden van een financiële tegemoetkoming.De regeling kent vijf pijlers:

–       welke meldingen worden bekeken;

–       welke beoordelingscriteria worden gehanteerd;

–       wat is de financiële genoegdoening;

–       welke stappen worden doorlopen;

–       de afstemming met de lotgenotenorganisaties

Om de reikwijdte van de regeling te bepalen, was een inschatting gemaakt van het aantal meldingen van geweld: ongeveer 300. De meldingen bij de heer Deetman en de geweldsmeldingen bij het Meldpunt Seksueel Misbruik RKK golden als aanname. Om dit aantal scherp te krijgen, is in de regeling een ‘meetmoment’ opgenomen (30 november 2013). Dan zou de commissie komen met een lijst van alle te beschouwen meldingen.

Ondertussen had de Vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer de regeling besproken in de hoorzitting op 6 november 2013 met lotgenotenorganisaties. Vervolgens vond een algemeen overleg met de minister plaats op 14 november. Het verzoek van KLOKK en VPKK aan de leden van de Tweede Kamer om ‘verborgen meldingen’ niet over het hoofd te zien, werd aan de minister van Veiligheid en Justitie overgebracht. Nog dezelfde dag heeft de commissie-HEG hierover met KLOKK, Mea Culpa United en het VPKK gesproken. Voor de commissie-HEG een belangrijk signaal om dit verzoek –in overleg met de heer Deetman- bij haar werkzaamheden te betrekken.

Dit bleek in de praktijk minder eenvoudig uit te pakken: omdat de klachtenprocedure seksueel misbruik zich niet richt op geweld, was niet uit te sluiten dat meldingen van geweld niet bij de klachtbehandeling waren meegenomen en dat dit ook niet was geregistreerd. Ook geweld, dat is gepleegd door een ander dan die seksueel misbruik heeft gepleegd, valt wel onder de regeling HEG maar niet onder de Klachtenprocedure seksueel misbruik. Daar dit geweld ook niet als zodanig werd geregistreerd, moesten alle meldingen en klachten van ongeveer 3.500 personen bij het Meldpunt, Hulp&Recht en de commissie Deetman worden nagelopen op het vóórkomen van fysiek en psychisch geweld.

Naast deze afwijking van de reikwijdte van de regeling heeft de commissie-HEG ook meldingen van na de datum 30 november 2013 meegenomen. Dit betrof slechts enkele tientallen nieuwe meldingen. Hierbij moet opgemerkt worden dat na 30 november 2013 ook meldingen zijn ontvangen van melders die zich al eerder, met name in de jaren 2010, 2011 en 2012, hadden gemeld. De commissie-HEG vond dit uit de aard van de meldingen verdedigbaar. Ook dit is afgestemd met de toezichthouder op de regeling, de heer Deetman, en de lotgenotenorganisaties.

Het gevolg van bredere aanpak was dat de commissie veel meer meldingen heeft onderzocht en als klacht heeft behandeld dan was voorzien.

3. Commissie HEG

De commissie HEG is een onafhankelijke commissie, bestaande uit mr. P. (Pieter) Kalbfleisch, mr. G.A.M. (Wiel) Stevens, mw. dr. W. (Willie) Langeland en dr. R.L.N. (René) Westra met dr. H.P.M. (Bert) Kreemers als secretaris.

De commissie heeft bij aanvang gesproken met drs. W.J. Deetman over zijn advies aan de BC en KNR. Op 26 mei 2014 heeft de commissie-HEG wederom met de heer Deetman gesproken. De commissie kon toen terugkijken op de behandeling van vrijwel alle meldingen.

De commissie-HEG werd ondersteund door een secretariaat. De ondersteuning hield in dat de zaken met geweldsaspecten werden geselecteerd en de relevante stukken aan de commissie werden voorgelegd. Om de onafhankelijkheid te benadrukken is de ondersteuning van de commissie-HEG geregeld via het CAOP (gespreksverslagen, beheer financiën, beveiliging dossieropslag).

Vanaf december 2013 tot juni 2014 heeft de commissie in tien zittingen de geselecteerde zaken besproken. Waar nodig is een zaak een tweede keer besproken aan de hand van additionele informatie. Tevens heeft de commissie-HEG met slachtoffers gesproken om hen in de gelegenheid te stellen de beschikbare informatie aan te vullen. De commissie-HEG heeft met alle klagers gesproken die om een gesprek met haar hebben gevraagd.

Op 25 februari 2014 heeft de commissie-HEG een (openbaar) tussenbericht aan de voorzitters van de BC en de KNR gestuurd. Daarin wordt toegelicht hoe de commissie te werk is gegaan en waarom de commissie het voorgestelde tijdschema door de nadere invulling van de reikwijdte niet zou gaan halen. In het tussenbericht wordt ingegaan hoe de commissie invulling heeft gegeven aan de (vier) aandachtspunten, die de Tweede Kamer op 14 november 2013 de minister van Veiligheid en Justitie had meegegeven:

–       het verschil in hoogte tussen de tegemoetkoming voor slachtoffers van seksueel misbruik en de tegemoetkoming voor melders van geweld – bij het opstellen van de regeling is bepaald dat deze minder belastend moest zijn voor slachtoffers dan bij seksueel geweld. Dit betekende voor de commissie een andere wijze van beoordelen (authenticiteit melding i.p.v. toetsen van aannemelijkheid) met aangepaste financiële kaders;

–       de deelname van een vrouw in de commissie – dit heeft de commissie in overleg met de toezichthouder op de regeling direct geregeld (zie eerder);

–       de commissie wordt verzocht met melders te communiceren op een wijze die ingaat op het individuele geval – dit zal ook tot uiting komen in de brieven, die naar de slachtoffers worden gestuurd. Over de opzet en inhoud van deze brief is overlegd met KLOKK, MCU en het VPKK;

–       nieuwe melders moeten de gelegenheid hebben ook na 1 december 2013 te melden – hieraan heeft de commissie gehoor gegeven (zie eerder).

Hiermee zijn door de commissie de maatregelen genomen, die de door de Tweede Kamer genoemde aandachtspunten adequaat adresseren.

Het tussenbericht is ook aan de lotgenotenorganisaties verstrekt. KLOKK en Mea Culpa United hebben het tussenbericht op hun websites een prominente plek gegeven.

4. Relatie met de slachtoffers

In de regeling is expliciet opgenomen dat de commissie-HEG hecht aan regelmatig overleg met lotgenotenorganisaties KLOKK, het VPKK en Mea Culpa United De Vaste Kamercommissie heeft het belang hiervan benadrukt. De secretaris van de commissie-HEG heeft meerdere malen met KLOKK, MCU en VPKK gesproken. Daarbij is aan de orde gekomen hoe de commissie te werk ging, wat de planning en voortgang waren, waar knelpunten lagen en hoe de lotgenotenorganisaties hierbij advies en steun konden geven. In het licht van de planning is het goed op te merken dat het eerder genoemde verzoek van KLOKK en VPKK aan de Tweede Kamer om ‘verborgen meldingen’ niet te vergeten het verzoek van MCU om slachtoffers niet te lang te laten wachten op een beslissing, ertoe hebben geleid dat de commissie haar werkzaamheden heeft moeten intensiveren.

De voltallige commissie-HEG heeft twee keer met deze organisaties gesproken. Voor de commissie staat transparantie voorop. Uiteraard niet over individuele zaken. Uit de reacties van de lotgenotenorganisaties valt op te maken dat zij deze werkwijze hebben gewaardeerd. 

Omdat de hulpverlening een belangrijk aandachtspunt is, heeft de commissie gesproken met de voorzitter van het Platform Hulpverlening en de voorzitter van de Adviesraad Hulpverlening. De commissie heeft gevraagd of het aandachtsgebied van beide organen niet alleen seksueel misbruik kan zijn, maar ook geweld. Het Platform Hulpverlening is na het verschijnen van het eerste tussenadvies van de onder voorzitterschap van de heer Deetman staande onderzoekscommissie ingesteld om slachtoffers van seksueel misbruik hulpverlening te kunnen bieden. Beide voorzitters hebben positief gereageerd op het verzoek van de commissie. De commissie zal hiervan melding maken in haar brief aan de slachtoffers. Dit is ook besproken met de lotgenotenorganisaties.

5. Leidraad

Bij aanvang heeft de commissie een leidraad opgesteld. De commissie heeft daarin de regeling vertaald naar een interne handleiding met een beoordelingskader. De commissie kwam tot opstelling van deze stukken om een zo rechtsgelijk mogelijke behandeling van alle zaken te waarborgen.

Als voorwaarden voor ontvankelijkheid zijn bij de selectie de volgende criteria gehanteerd:

–       het moet fysiek of psychisch geweld tegen minderjarigen betreffen (definities, zie bijlage 1);

–       gepleegd onder verantwoordelijkheid van de RK Kerk (Nederlandse kerkprovincie);

–       identiteit van de melder is bekend;

–       het betreft geweld waarvan de melder zelf slachtoffer is geweest;

–       niet reeds ergens anders in behandeling zijn (geweest);

–       de melder moet op 1 december 2013 of, indien de melding na 1 december2013 wordt gedaan, op datum van de melding in leven zijn;

–       de melding moet vóór 1 december 2013 zijn gedaan. Na 1 december is mogelijk indien eerder ergens anders is gemeld en/of het aannemelijk is dat een eerdere melding redelijkerwijs niet mogelijk was.

Om de authenticiteit te kunnen vaststellen is in ieder geval vereist dat specifiek is aangegeven om welke gewelddadigheden het gaat, wanneer, waar en onder welke omstandigheden die hebben plaatsgehad. Uit de melding moet voldoende blijken dat er tussen pleger en de Rooms-Katholieke Kerk (Nederlandse kerkprovincie) een gezagsrelatie bestaat.

In een enkel geval kan de commissie een slachtoffer horen. Het horen vindt plaats als de melder heeft aangegeven dat hij/zij dat wenst en/of als de commissie dit in voorkomend geval wenselijk acht. Zij kan een slachtoffer uitnodigen voor een gesprek. Het horen geschiedt door minimaal twee leden van de commissie bijgestaan door een secretaris die een verslag maakt van het gesprek. In het betreffende gesprek wordt nader ingegaan op de melding. Daarbij kan nadere toelichting plaatsvinden. Ook kan om verduidelijking worden gevraagd. Het verslag wordt aan betrokkene toegezonden met de vraag of er nog aanvullingen of correcties zijn. Het verslag wordt door de commissie als vertrouwelijk aangemerkt.

Bij de beslissing nam de commissie de volgende aspecten in ogenschouw:

  1. * de authenticiteit en geloofwaardigheid van het verhaal in het algemeen;
  2. * de concrete feiten in onderhavig geval;
  3. * de zwaarte van de psychische of fysieke mishandeling (aard, ernst, duur, frequentie, leeftijd bij aanvang, aantal plegers);
  4. * bijkomende omstandigheden;
  5. * vaststellen van de financiële tegemoetkoming;
  6. * eventuele begeleidende aspecten ( bijv. of er nog een gesprek moet plaatsvinden).

Ter voorkoming van (grote en/of niet goed verklaarbare) verschillen in de financiële genoegdoening wordt gewerkt met categorieën van zwaarte van mishandeling/geweld:

–       > categorie I. psychische en/of fysieke mishandeling die –ook naar de normen van die tijd- redelijkerwijs niet aanvaardbaar was;

–       > categorie II. ernstige (psychische en/of fysieke) mishandeling die met enige regelmaat plaats vond.

–       > categorie III. zeer ernstige (psychische en fysieke) mishandeling die structureel was.

–       > categorie IV. buitengewoon ernstige (psychische en/of fysieke) mishandeling die structureel was en van lange duur en/of door meerdere personen.

–       > categorie V. bij mishandeling en bijkomende omstandigheden die categorie IV zodanig te buiten gaan dat een bedrag van 5000 euro daarvoor in redelijkheid niet als financiële genoegdoening kan worden aangemerkt (hardheidsclausule)

Om ‘rechtsongelijkheid’ in de beslissingen te voorkomen, heeft te commissie twee elementen in haar werkwijze opgenomen: er is steeds door de voltallige commissie beslist plus één van de leden vervaardigde na de zitting een lijst van alle beslissingen met daarin opgenomen de kenmerken van het geweld en de door de commissie genomen beslissing. Ter illustratie is in bijlage 2 een aantal klachten geanonimiseerd opgenomen.

De commissie beschikte over de mogelijkheid een hardheidsclausule (categorie V) in te roepen om zeer bijzondere gevallen anders te benaderen. De commissie heeft hiertoe in een aantal gevallen gebruik gemaakt en dit ter toetsing aan de toezichthouder, de heer Deetman, voorgelegd. Die heeft zijn akkoord gegeven.

6. beoordeling

De commissie heeft bij de beoordeling van de zaken gewerkt binnen de kaders van de hierboven beschreven leidraad. Vier punten zijn van belang extra te belichten:

  1. authenticiteit en bewijs – voor de commissie staat de authenticiteit van de verklaring van het slachtoffer centraal. Deze randvoorwaarde is voor de commissie een ‘gegeven’. Dit criterium stelt veel lagere eisen aan de ‘bewijslast’ dan de eis van aannemelijkheid in de Klachtenprocedure seksueel misbruik, laat staan wanneer wordt gelet op de vereisten voor strafrechtelijke procedures. Dit zouden -volgens het strafrecht- verjaarde zaken zijn die niet meer voor enige beoordeling in aanmerking zouden komen. Door deze (veel) lagere bewijslast kon de commissie in principe volstaan met het beoordelen van de stukken. Slachtoffers hoefden niet te worden gehoord of met klaagschriften hun relaas te onderbouwen. Er is ook geen steunbewijs nodig. De consequentie van deze lagere bewijslast is dat de genoegdoening ook (veel) lager is;
  1. excessief geweld – bij de beoordeling van de verklaring van het slachtoffer kijkt de commissie of er sprake is van –ook voor die tijd- excessief fysiek en psychisch geweld. Dit is van belang door het ontbreken van heldere juridische criteria m.b.t. geweld en het risico van verschuivende percepties van de ernst door de tijd heen. Een juridische formulering van excessief geweld is niet eenduidig te geven. Vandaar dat de commissie bij de uitvoering van de regeling gewerkt heeft met een individuele beoordeling van gevallen. Van een generieke afdoening is geen sprake;
  1. hoogte genoegdoening – juist omdat de regeling voorziet in afhandeling van individuele zaken op een overzienbare termijn en zonder uitvoerige bewijsvoering -en dus zonder extra belasting voor slachtoffers- kunnen de in de regeling voorziene bedragen niet gezien worden als, of gelijkgesteld worden met, schadevergoedingen als gebruikelijk in het civiele recht; het zijn niet meer of minder dan tegemoetkomingen. Daargelaten dat overigens geen uitspraken bekend zijn op basis van vergelijkbare regelingen (bij voorbeeld die van het Schadefonds) met genoegdoeningen (laat staan met genoegdoeningen van een aard en omvang als hier aan de orde) als toegekend op basis van de onderhavige regeling;
  1. dubbele genoegdoeningen – de commissie heeft dubbele genoegdoeningen willen voorkomen. Dat heeft er onder meer toe geleid gevallen van mediation buiten beschouwing te laten. Ook zijn geweldsaspecten niet beoordeeld als deze reeds bij de behandeling van het seksueel misbruik door de Compensatiecommissie zijn meegenomen.

Terugkijkend kan de commissie vaststellen dat de combinatie van de punten a. en b. een adequaat vertrekpunt is gebleken voor een goede beoordeling en waardering van de voorgelegde meldingen. Alle beslissingen over de beoordeling en waardering zijn in unanimiteit door de commissie genomen. 

7. Resultaat

De commissie neemt een beslissing over de genoegdoening. Dit wordt in een brief aan de melders en klagers die voor de regeling in aanmerking komen kenbaar gemaakt. De commissie doet een aanbod. Het slachtoffer heeft de keuze hierop in te gaan of niet. Deze brieven zijn op 26 juni verzonden. In een beperkt aantal gevallen – waar dit niet mogelijk was – worden deze brieven de komende vier weken verbonden.

In deze brief wordt tevens melding gemaakt van hoe men hulp kan inroepen en hoe men een persoonlijk gesprek kan krijgen met een kerkelijke vertegenwoordiger. Dit laatste richt zich op de erkenning of een pastoraal gesprek. Niet op de genoegdoening; dat heeft de commissie reeds bepaald.

De kerkelijke autoriteiten zullen binnenkort een brief aan de slachtoffers met de in de regeling beoogde erkenning voor het leed dat hen is aangedaan. De verzending van deze brieven geschiedt via de Commissie-HEG waardoor de privacy van de klagers is gewaarborgd.

Kerncijfers (per 26 juni 2014):

o   in totaal zijn de meldingen van ongeveer 3.500 personen bekeken;

o   daarvan komen ruim 350 zaken in aanmerking voor een genoegdoening (de rest valt binnen de regeling seksueel misbruik of bevat onvoldoende aangrijpingspunten om de authenticiteit vast te kunnen stellen);

o   de totaal aangeboden genoegdoening bedraagt rond 1 miljoen euro;

o   de individuele genoegdoening is 1.000, 2.000, 3.000, 4.000 of 5.000 euro (uitgezonderd de zaken die vallen onder categorie V, de hardheidsclausule).

De commissie rondt thans haar werkzaamheden af. Zij behandelt binnenkort nog klachten waarover meer informatie is ingewonnen.

De commissie dankt allen die haar bij de uitvoering van de aan toebedeelde taak hebben geholpen. De commissie heeft op verschillende momenten met lotgenotenorganisaties en klagers gesproken. Ze heeft deze gesprekken gezien als stimulans om haar werkzaamheden met onverminderde vaart, aandacht en zorgvuldigheid voort te zetten. De commissie is de lotgenotenorganisaties, het bestuur van de Stichting Beheer & Toezicht alsmede de medewerkers van het Meldpunt Misbruik RKK dank verschuldigd voor de wijze waarop ze haar opdracht heeft uitgevoerd. De commissie geeft nu via de heer Deetman haar opdracht terug aan de opdrachtgevers, de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen, die haar in de uitvoering van deze opdracht hebben gesteund. Een opdracht die in het teken stond en staat van het bieden van hulp, erkenning en genoegdoening aan slachtoffers van excessief geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk.

De commissie HEG

mr. P. (Pieter) Kalbfleisch

mr. G.A.M. (Wiel) Stevens

dr. W. (Willie) Langeland

dr. R.L.N. (René) Westra

dr. H.P.M. (Bert) Kreemers, secretaris.

Bijlage 1. Belangrijke begrippen

Fysiek geweld

Fysiek geweld kan als volgt worden omschreven: het op een gewelddadige lichamelijke manier benaderd worden. Hierbij kan worden gedacht aan de volgende handelingen: ‘schoppen, slaan met de handen of een voorwerp of andere vormen van lichamelijke mishandeling, zoals opgesloten worden, voedsel hardhandig naar binnen geduwd krijgen, geen eten krijgen of braaksel moeten opeten en (langdurig) in de kou op een koude vloer moeten staan of in een koud bad moeten zitten’.

Psychisch geweld

Psychisch geweld kan als volgt worden omschreven: het op een intimiderende manier benaderd worden. Hierbij kan worden gedacht aan handelingen als ‘uitschelden, vernederen, onterecht straffen, achterstellen bij andere kinderen en chantage, bangmakerijen en dreigementen met het geloof, moeten leven in een kille, angstige en dreigende sfeer vol pesterijen waarin weinig warmte en genegenheid werd geboden, kinderen weinig privacy hadden en contact met vrienden of ouders werd afgehouden.

Van bovenstaande vormen van fysiek en psychisch geweld dient het bovenmatig karakter aannemelijk te zijn in die zin dat:

–       het geweld ook voor de opvoedingscriteria en voor de straf- en tuchtnormen van de tijd waarin het plaatsvond als onacceptabel moet worden beschouwd;

–       het geweld niet bedoeld was om op te voeden of te corrigeren, maar om het kind leed toe te brengen.

Bijlage 2. Voorbeelden van meldingen

nr bedrag beschrijving
HC op rug slaan met knopen in handdoek + creëren van afstand tussen ouders en kinderen + kleineren en intimideren (‘je bent een vergissing van God’) + pesten door o.a. boek te verscheuren + op grond gooien, slaan en schoppen van kl., toen zij (jong) zwanger was + heet water anaal en vaginaal inbrengen + klap met vlakke hand tegen oor + hoofd onderdompelen in emmer met vuil water + kots oplikken van de grond + na bedplassen met vuil ondergoed op hoofd staan + opsluitingen in berghok en kast +dreigen met overplaatsing naar Z. + discriminatie op basis van huidskleur + opwekken gevoel verlatenheid en door vele straffen en bejegeningen er voor zorgen dat kl. geen vriendinnen kreeg + zeer langdurig: vanaf 6e jaar tot 20e jaar
HC stelselmatige mishandelingen/slaan + eenmaal bewusteloos geraakt na slaan + hardhandig voeren met beschadiging glazuur van tanden + gedwongen uitgebraakt eten op te eten + met gezicht door braaksel getrokken + als sanctie bij niet slapen met handen boven dek: op koud zeil naast bed staan + na bedplassen opgesloten met broek in de mond in douchecel met gebonden handen + angst opwekken door te vertellen, dat moeder eerst in vagevuur moest branden + van 7e tot 17e jaar.
HC ijskoude douches in de winter na bedplassen + vernedering door met beplast laken over hoofd te moeten staan + met stok geslagen + met hoofd in emmer water geduwd + slaan met bamboestok + schenden vertrouwen: biecht werd doorverteld + dwang bij eten + opsluiting in kelder + geweld vanaf 5e jaar + duur 10 jaar + diverse plegers in opvolgende instellingen + kl. was wees en kon nergens heen.
5.000 slaan met stuk hout (verwondingen) + schoppen met zware schoenen (kneuzing) + overgieten met hete soep + gedwongen braaksel op te eten + hele nacht op knieën zonder kleding + verwaarlozing medische klachten.
4.000 slaan en schoppen met blauwe plekken als gevolg + creëren van angstige en dreigende sfeer + opsluiten in donker kolenhok + getackeld op de trap met val als gevolg (en waarschijnlijk gebroken heup) + ijzeren liniaal tussen benen stoppen + geweld duurde 4 jaar + klager was 4 jaar toen geweld begon.
4.000 opsluiten in bezemkast op zolder gedurende een dag zonder eten + na huilpartijen om plaatsing in tehuis in ijskoud bad gezet + na huilen als straf onder bed slapen zonder deken + eigen ontlasting op eten + klager was jong bij begin geweld
4.000 afranselen met schoenborstel + knijpen/draaien van tepels + afranselen met riem met sporen op billen + spullen tegen kl. gooien + uren naakt met natte onderbroek op hoofd staan + leeftijd 8 jaar + duur 6 jaar.
4.000 uitschelden (‘uitschot van de maatschappij’) + bij niet eten slaag + gedwongen uitgebraakt eten op te eten + opsluiten in mand + slaan met rietje en hand (tot bloedens toe) + excessieve straffen, waaronder verbod om naar huis te gaan + zeer lange duur (meer dan 6 jaar)
4.000 elke dag mishandeld + in koud bad en hoofd onder water houden + aan haren slepen en haren uit hoofd getrokken + dwang bij eten en ook braaksel opeten + geslagen en geschopt met blauwe plekken tot gevolg + afpakken Sinterklaas-cadeau’s + duur vele jaren.
3.000 na bedplassen in ijskoude baden + vernedering: voor gek zetten voor klasgenootjes + met zelf uitgezochte stok bont en blauw geslagen + klager bij begin geweld 10 jaar.
3.000 uitgebraakt eten weer opeten + aan haren over de grond slepen + na bedplassen slaan op billen + vernedering door ziekte ‘en plein publique’ uit meten + opsluiten in bezemhok + geweld 6 jaar lang.
3.000 vaak neus dicht knijpen bij niet eten + opsluiten in kelder en kast als straf + dreigen met hel en verdoemenis + angst creëren + onderwater duwen bij zwemmen + meer plegers + bij begin geweld klager 6 jaar.
3.000 uitgebraakt eten moeten opeten + hardhandig dwingen eten op te eten (neus dicht knijpen) + praktijk van ‘willetje breken’ + leeftijd 7 jaar + duur 4 jaar
3.000 uitgebraakt eten moeten opeten + broek over hoofd na bedplassen + velletje omdraaien (sadisme) + in badkuip met koud water + harde trap onder achterste + van 6e tot 17e jaar.
3.000 in donkere kamer op bed vast binden + contact met ouders verboden + geen bescherming geboden toen medeleerlingen sms-spel met kl. speelden + slaan op hoofd + grote angstbeleving.
3.000 stelselmatige achterstelling en vernedering (niet mee mogen spelen in toneelvoorstelling) + voor straf uren naast bed gaan staan + in bad met koud water na bedplassen + ruw uit slaap halen bij slapen zonder handen boven dek + vanaf 1,5e tot 7e jaar.
3.000 met blote handen en vuist en met stok slaan op lichaam + vele blauwe plekken + zeer regelmatig + angstopwekking + 2 jaar
2.000 opsluiting in donker hok + nacht voor straf op donkere zolder staan + dwang bij eten terwijl kl. vastgebonden was op stoel + geweld vanaf zeer jeugdige leeftijd in situatie van grote afhankelijkheid.
2.000 regelmatig stokslagen + straf voor de ogen van medeleerlingen + creëren ontreddering en eenzaamheid, met als gevolg angst + duur geweld 2 jaar + klager was 12 jaar bij begin geweld.
2.000 na bedplassen slaag en vernedering + fors slaan bij minste of geringste + bij weigeren te eten slaan met stoffer in het openbaar + slaan met liniaal op bloten billen.
2.000 vastbinden bij niet eten + eten naar binnen proppen + slaan met touwknoop in rozenkrans.
2.000 met bruin tape mond afplakken + opsluiten (deur op slot) in bezemkast zonder licht + leeftijd klager 5 jaar + meermalen gebeurd.
1.000 bed niet verschonen na bedplassen (terwijl kl. patiënte was in ziekenhuis) + vernederen en pesten door verpleging.
1.000 bedreigen met geweld (‘ik sla je kapot’) + uppercut gekregen (scheef neustussenschot).

HC = hardheidsclausule