Misdaden tegen de menselijkheid verjaren niet

OM: bijna alle RK-ontuchtzaken verjaard

Tussen de 10.000 en 20.000 kinderen zijn tussen 1945 en 1985 misbruikt in katholieke instellingen. Nog meer kinderen zijn mishandeld, opgesloten, in quarantaine gezet. Daders aanwezig / afwezig? Verjaard, maar dan zijn dit soort aantallen toch een heuse misdaad tegen de menselijkheid, en volgens internationale verdragen / rechten verjaren deze NIET. Het OM zit in de maag met deze oude koe uit de poldersloot; de bisschoppen willen graag deze verjaring in civiele zaken aanhouden maar dan kan hun excuses (al veel te vaak gedaan) ons gestolen worden. Deetman’s onderzoek is onvolledig en niet in overeenstemming met de geschiedenis van RKK omerta. Die kan alleen begrepen worden wanneer alle aspecten van misbruik / mishandeling onderzocht worden. Ook de Cie Samson kan beter opgaan in een volledig onderzoek naar de wandel en handel, de pas de deux tussen OM en kerk. Meer mensen zijn kwaad op de kerk; de homo beweging, vrouwenrechten, de vrouwen die als voortplantingsmachines voor vele nakomelingen moesten zorgen; de afstands baby’s, en de muren om de internaten, zij werden gebouwd door de dader organisatie.

Leven wij in een rechtstaat of in de kerkstraat

[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=kdmTffaJWiw&feature=mfu_in_order&list=ULInsert video URL or ID here[/youtube]

2 gedachten over “Misdaden tegen de menselijkheid verjaren niet”

  1. Trouw/16-12-2011

    Vijf vragen:

    De rooms-katholieke kerk was al decennialang op de hoogte van seksueel misbruik binnen haar gelederen. Oversten hebben geprobeerd om het misbruik tegen te gaan, concludeert de commissie-Deetman vandaag in haar eindrapport. Ze slaagden daar niet in. Wat heeft de commissie zoal ontdekt? Vijf vragen en antwoorden.

    Een samenvatting van het Deetman-rapport is sinds vandaag online beschikbaar. Zie ook onze eerdere berichtgeving.

    1. Hoe omvangrijk was het probleem?

    Tussen de 10.000 en 20.000 kinderen zijn tussen 1945 en 1985 misbruikt in katholieke instellingen. De commissie spreekt op grond van meldingen die ze ontving over 1000 plegers. Zij waren werkzaam bij bisdommen, ordes en congregaties. Van hen zijn er, voor zover de commissie kon nagaan, nog 105 in leven. Hoeveel er nog in functie zijn, is onduidelijk.

    Voor daders is er altijd meer aandacht geweest dan voor slachtoffers. Met dit onderzoek krijgen de slachtoffers pas de aandacht die hen toekomt, meldde de commissie vandaag. De kerk is steeds tekortgeschoten.

    2. Waren de problemen binnen de rooms-katholieke kerk groter dan daarbuiten?

    Nee. Bij rooms-katholieke instellingen was het risico niet aanmerkelijk groter dan bij niet-rooms-katholieke instellingen. ‘Er was tot in de jaren vijftig sprake van een constante stijging van het aantal zedendelicten’, schrijft de commissie.

    ‘Dat geldt in het bijzonder voor ontuchtige handelingen met minderjarigen en seksueel misbruik binnen afhankelijkheidsrelaties. Het aandeel van het katholieke bevolkingsdeel was daarbij steeds bovengemiddeld. (…) Kinderen liepen op internaten, kostscholen, seminaries en in kindertehuizen twee keer zo veel risico op ‘ongewenste seksuele benadering’.’

    3. Waren de bisschoppen op de hoogte?

    Zonder meer. ‘Van onwetendheid van bisschoppen en andere kerkelijk bestuurders over de problematiek van seksueel misbruik was geen sprake’, stelt de commissie. In de jaren ’50 stond misbruik op de kerkelijke agenda: er werd in bestuursorganen en commissies over gesproken en gecorrespondeerd.

    Vooral bisschop Bär van Rotterdam (van 1983 tot 1993) is tekortgeschoten. Hij liet mannen toe tot de priesteropleiding die niet geschikt waren – dat leidde in vijf gevallen tot misbruik. Bär zei strenge maatregelen te treffen om herhaling te voorkomen, maar deed uiteindelijk niets. Ook kardinaal Simonis bleef in gebreke.

    Uit archiefonderzoek blijkt dat de ‘relatief grote aandacht tamelijk abrupt stopt’. Voor hulpverlening aan priesters en broeders met problemen is na de jaren ’50 plots minder aandacht. Bisschoppen en hogere oversten geven waarschijnlijk toe aan druk uit Rome.

    Uit het rapport: ‘Een groot deel van de Nederlandse kerkelijke ambtsdragers was in die tijd voorstander van kerkelijke vernieuwing en sprak zich uit voor de afschaffing van het verplichte celibaat.’ Ook zouden er weinig gegevens beschikbaar zijn over de omvang en de aard van het probleem. Tot een inhoudelijke bespreking in de Bisschoppenconferentie kwam het daarom niet.

    4. Wat gebeurde er als misbruik aan het licht kwam?

    Relatief weinig. ‘De normen en voorschriften van deze congregatie in gevallen van misbruik waren streng, maar werden met grote soepelheid toegepast. Wanneer de verantwoordelijke superieuren (waarschijnlijk of zeker) op de hoogte waren van misbruikgevallen, was overplaatsing (eventueel naar het buitenland) één van de meest toegepaste maatregelen.

    ‘Boete doen, overplaatsing en eventuele behandeling was aantrekkelijker dan uitzetting uit de orde om verlies van leden of een schandaal te voorkomen. Dat er binnen de congregatie van meet af aan een ‘cultuur van het zwijgen’ bestond, is niet ongewoon voor dergelijke organisaties met een sterk esprit de corps.’

    5. Mocht de kerk het misbruik eigenlijk wel ‘binnenskamers’ houden?

    Nee, voor bepaalde delicten geldt een meldplicht. ‘De Onderzoekscommissie plaatst een kritische opmerking bij de aarzelingen, soms de onwil van kerkelijke en religieuze bestuurders het Openbaar Ministerie (OM) op de hoogte te stellen. Er bestaat immers een wettelijke plicht om verkrachting ter kennis te brengen van het OM.’

  2. Blijft het toch een zeer vreemde zaak dat wanneer je een traject ingaat op initiatief van het meldpunt verjaring geen rol speelt en bij de rechter weer wel!
    Maar dat zal wel te maken hebben met dat ze bij de rechter niet met 5000 euries wegkomen!

Reacties zijn gesloten.