Slavenarbeid te Nederland

gevallen vrouwen

In de NRC vanochtend een verhaal over ‘gevallen vrouwen’. Dat zijn niet vrouwen die uitgegleden zijn op de stoep van de buurman maar…..

die meisjes en vrouwen heetten ‘gevallen vrouwen’, soms waren ze prostituee of ongehuwd zwanger, maar vaker wees, verwaarloosd, misbruikt, gehandicapt of veroordeeld voor een klein vergrijp. Tot de jaren zeventig werden de meisjes, doorgaans tegen hun wil, in de gestichten geplaatst door de regering, voogdijverenigingen, kinderbescherming of ouders’.

Eerst werden ze gelabeld met een ‘mindere status’, prostituee of zwanger’, waardoor men kon oordelen over deze ‘gevallen vrouwen’, discriminatie of geestelijk geweld kon blijkbaar. 

Deetman heeft vanaf het begin het geweld gebagatelliseerd. Ik sprak met hem bij zijn eerste persconferentie in 2010. Hij wilde niet maar later gaf hij toe, we hadden een te groot punt en het geweld werd deels gecompenseerd.

Dan was er nog het seksueel misbruik. Margôt Verhagen (85) uit Den Haag werd als meisje verkracht door de rector van het gesticht in Velp. Haar klacht hierover is in 2016 gegrond verklaard door de commissie die het kindermisbruik in de Kerk onderzocht. Slechte voeding, een hard strafregime en gebrekkige medische zorg eisten ook hun tol. Honderden meisjes en vrouwen stierven in de gestichten, vooral vóór de oorlog. De ‘Doodenlijst der bijzondere begraafplaats’ van het gesticht in Velp telt 214 namen van „verpleegden”, van wie 80 minderjarig.

foto Willem Bosch

Onderwijs was er niet of nauwelijks, productiewerk stond voorop. Al in 1939 werd toenmalig aartsbisschop Jan de Jong per brief gewaarschuwd door de Nijmeegse hoogleraar Frans Rutten dat in Velp door het vele „aangenomen confectiewerk” het onderwijs moest wijken. In latere jaren werd het regime minder streng. Maar uit getuigenissen van lotgenoten blijkt dat er ook tussen 1950 en 1970 nog dwangarbeid was en de leerplicht soms ontdoken werd.

De katholieke pers en de jaarverslagen van de Goede Herder schetsten een zonniger beeld van de situatie. Nergens werd gesproken over het gedwongen productiewerk. De dwangarbeid is niet onderzocht door de commissie-Deetman. Die deed in 2010 onderzoek naar seksueel misbruik in de Kerk en, in 2013, naar geweld tegen minderjarige vrouwen in de Kerk. Lotgenotenorganisatie VPKK vroeg Deetman ook de dwangarbeid te onderzoeken, maar volgens de commissie viel dwangarbeid niet onder de definitie van ‘geweld’. VPKK-bestuurslid Annemie Knibbe: „Commissielid Pieter Kalbfleisch zei het zo: ‘Van werken is nog nooit iemand slechter geworden’.” Kalbfleisch reageerde niet op een verzoek om commentaar.

Meer zaken zijn niet onderzocht bijvoorbeeld ‘de afstandsbaby’s’; de toenmalige standen-maatschappij, hoefde geen verantwoording af te leggen…nu rennen ze weer weg voor de media.