Godfried Danneels (GD)
Slachtoffer (S)
Roger Vangheluwe (RV)
Het slachtoffer komt de kamer binnen. Er is wat geroezemoes over en weer. (…)
RV: Het voorstel is dat S eerst met de kardinaal een momentje spreekt.
S: Ik dacht dat het de andere kardinaal zou zijn?
RV: We hebben maar één kardinaal, toch?
S: Maar ja, we dachten dat het de aartsbisschop ging zijn.
RV: Maar je hebt toch de kardinaal gevraagd? (…) Roger Vangheluwe gaat naar buiten.
GD: S, zet u. Zeg ne keer.
S: Dus ik ben mijn hele jeugd misbruikt geweest van mijn nonkel Roger. Seksueel en nu nog altijd geestelijk, en ik vind dat ik daar iets moet mee doen, dat ik de plicht heb om dat te melden aan een hogere instantie.
GD: Wat zou je nu eigenlijk willen? Ik ken het verhaal, hij heeft het mij al verteld. Je moet het dus niet allemaal opnieuw vertellen, maar wat zou je nu eigenlijk willen dat ik doe?
S: Ik geef de verantwoordelijkheid aan jullie, ik kan er niet over beslissen, ik heb die last op mijn schouders en ik wil van die last verlost zijn en die last aan jou geven. Dat is mijn bedoeling.
GD: Ja…
S: En dat jullie dan doen wat jullie vinden dat er moet gedaan worden, want ik weet ook niet hoe heel het systeem werkt, dus…
GD: Wens je dat dat bekend wordt gemaakt, eigenlijk?
S: Euuhm… Ik laat het aan jullie.
GD: Eigenlijk, monseigneur gaat volgend jaar zijn ontslag geven, eigenlijk zou dat beter zijn dat je wacht.
S: Nee, nee, nee.
GD: Als je dat nu doet, gaat er gespeculeerd worden, hé.
S: Dat mag, dan is het de verantwoordelijkheid van jullie om die speculaties op te lossen…
GD: Maar dat kunnen wij niet oplossen…
S: Maar dat kan ik ook niet oplossen, ik geef het dan liever aan jullie.
GD: Wel, ik zou veronderstellen dat we misschien beter een datum afwachten naar volgend jaar dat hij normaal gezien ontslag neemt.
S: Nee, ik ben daar niet mee akkoord, en in glorie afscheid nemen, nee ik kan dat niet. Of het ware dat jullie vinden dat de doofpottechniek terug gebruikt moet worden zoals je al zoveel jaren doet, dan ga ik daar moeten leren mee leven, maar euh…
GD: Maar ik heb daar geen gezag over monseigneur Vangheluwe.
S: En wie dan wel?
GD: Eigenlijk niemand, tenzij de paus.
S: Ewel, ik heb gevraagd om met zijn werkgever te spreken, en ik heb niet gezegd wie dat moest zijn. Ik heb de paus ook genoemd.
GD: Nu heb ik niets meer te zeggen, ik ben afgetreden.
S: Ah ja, wat doe ik hier dan eigenlijk, dan zouden we beter een afspraak regelen met de paus, zeker?
GD: Of met de nieuwe aartsbisschop.
S: Ik weet het niet, jij zegt dat de paus zijn baas is, dus moeten we naar daar gaan en niet naar de aartsbisschop.
GD: We hebben geen gezag over de andere bisschoppen, we zijn alleen…. eigen baas.
S: Dan gaat het misschien via u kunnen gaan en dat jij een afspraak kan regelen met de paus en dan gaan we daar naartoe. Het is nu al 42 jaar dat ik daaronder lijd en ik wil dat niet meer, ik kan niet meer zwijgen, ik kan dat niet, en ik wil dat niet alles zo laten. Het heeft een veel te grote impact in de familie in alles, in de relatie met mijn vrouw, in alles, ik ben dat leven beu en dat blijft zo’n invloed hebben, en ik wil daar van af. Ik ben op de leeftijd gekomen dat ik vrij door het leven wil gaan.
GD: Eigenlijk, de eerste verantwoordelijkheid ligt bij hem hé, en niet bij zijn oversten.
S: Maar ja, als hij niets wil doen, wat moet er dan…
GD: Wat vraag je van hem, dat hij zou aftreden?
S: Maar dat moet hij beslissen, ik wil het gewoon melden, dat is het. Je verlangt dat ik iets zeg dat ikzelf niet kan zeggen, ik kan dat niet, ik weet niet hoe het verder moet, oftewel moet ik een andere manier zoeken om dat voor mij een volledigheid te geven. En voor vandaag had ik verlangd dat hij openlijk de biecht spreekt tegenover de familie, dat hij zegt ik heb die dingen gedaan. Terwijl iedereen erbij is.
GD: Hij zal dat doen.
S: Dat had ik voor vandaag verwacht, dat kunnen we beter direct doen en dan zien we wel, als er niets gebeurt, dan ga ik naar de paus.
GD: De paus is niet zo makkelijk te bereiken hoor…
S: Maar jij kunt dat toch regelen, het is toch belangrijk genoeg denk ik om dat hogerop te melden, of u zou het liever gerust laten, dat is de bedoeling waarschijnlijk.
GD: Ik heb daar niets mee te maken .
S: Ik vraag me dan af wat je hier eigenlijk doet, ik had gevraagd om zijn overste te spreken en dat is blijkbaar zo niet.
GD: Ik kan toch ook raad geven.
S: Als ik iets op mijn werk verkeerd doe, dan gaat het ook naar mijn baas. Ik dacht van het op dezelfde manier te doen.
GD: Het is eigenlijk hij die verantwoordelijk is voor een zaak die eigenlijk niet goed is.
S: Wat denkt u erover?
GD: Dat dat niet mag…
S: Dat dat niet mag en dat dat niet kan en dat hij die functie niet kan behouden, dat denk ik toch, dat zou toch de normaalste reactie moeten zijn. Hoe kan je nog zo schijnheilig door het leven gaan?
GD: Ge moet dat aan hem vragen.
S: Maar ik vraag raad aan u.
GD: Och ja… Ge kunt ook vergiffenis vragen, hé, en uw schuldbekennen.
S: Aan wie moet ik vergiffenis vragen? Ik moet toch geen vergiffenis vragen?
GD: Hij kan dat doen, ’t is waar.
S: En daarmee zou de kous af zijn.
GD: Ik weet niet of je daarmee voordeel zou doen met het aan de grote klok te hangen, noch voor u noch voor hem.
S: Ik denk nog altijd dat de slachtoffers hun privacy hebben, er moeten geen namen genoemd worden.
GD: Maar ja, zo breng je hem in een moeilijk parket.
S: Ik zit ook al heel mijn leven in een moeilijk parket, ik ben niet meer van plan om nog medelijden te hebben, ik wil die strijd afronden, het moet gedaan zijn voor mij, dat ik eindelijk een keer in het reine kom met mezelf, dat ik doe wat ik moet doen. Ik heb in een katholieke school gezeten en ben katholiek opgevoed. Ik zie heel dat instituut wankelen, ik lees ook de kranten, dus ik vind dat een plicht om dat te doen. Hoe kan ik mijn kinderen in iets doen geloven, in iets met zo’n achtergrond, dat gaat toch niet, dan verschuif je het gewoon altijd naar de volgende generatie. En alles blijft gelijk het is, en dat is niet de bedoeling van de kerk.
GD: Nee, het is toch niet de bedoeling om iemand in diskrediet te brengen?
S: Geef me dan een andere oplossing, ik zou moeten vergeven en daarmee is het opgelost.
GD: Nee, nee, nee.
S: En hij doet gewoon verder.
GD: Je zou ook kunnen zeggen, hij neemt volgend jaar toch ontslag, en dat hij bijvoorbeeld zegt: kijk, ik treed niet meer op voor televisie en zo. Van die dingen, en je komt aan een jaar.
S: Nee, ik wil het in de handen leggen van jullie en jullie beslissen dan.
GD: Ge kunt ons vastpakken en chanteren, hé, en zeggen: kijk, je moet iets doen.
S: Wablieft?
GD: U kunt chanteren en zeggen, kijk als je het niet zegt…
S: Waarom zou ik moeten chanteren? Ik ga niet chanteren.
GD: Goed, als je bijvoorbeeld zegt: ze doen er niets voor, en je brengt het in het publiek…
S: Dan laat je me maar die enige kans meer over, nu geef ik jullie nog een kans als kerk om er iets aan te doen, omdat ikzelf niet in staat ben om die beslissing te nemen en het klaar genoeg te zien om daar een duidelijk antwoord op te geven. Daarom geef ik het liever aan het instituut, die toch iemand moet hebben die dat regelt, zo’n dingen. Het zijn de eerste dingen niet die uitkomen, ik denk dat er daar toch iets voor bestaat, een schakel, die dat opvangt en die daar iets mee doet. We zijn onder dwang moeten trouwen voor hem, voor alles, de kinderen zijn gedoopt van hem, hoe moet ik dat uitleggen aan hen? Ik heb nu gisteren aan mijn oudste zoon gezegd: kijk, dat is gebeurd met mij. Zij moeten toch ook weten wat er gebeurd is? Dat gaat toch uitkomen, dat kan toch niet verder, en dan wachten tot alles achter de hand is, dat is toch ook geen oplossing?
GD: Ah! We kunnen ook, zoals ik al zei, vergiffenis vragen en vergiffenis geven, dat is ook nog een mogelijkheid.
S: Dat is voor mij niet mogelijk, ik geloof daar niet meer in, als je al die dingen ziet, nee, dat kan toch niet.
GD: Dat is al veel gebeurd in de geschiedenis, en niet alleen in de kerk hoor, later ook. Het is erg en dat blijft erg, het verandert niet, maar euh, ja, zie je, als je oprecht vergiffenis vraagt, dan dragen we dat alle twee, dat is ook een mogelijkheid, hé
S: Dat zou natuurlijk het gemakkelijkste zijn voor jullie, hé.
GD: Oh, ik weet niet of dat zo gemakkelijk is. Het is niet zo simpel vergiffenis te vragen in het publiek zo, het is niet zo simpel, hé
S: Ik vind dat niet zo moeilijk ook.
GD: ’t Is wel niet zo simpel.
S: Ik moet dat ook doen tegenover familieleden.
GD: Wil je misschien dat wij hem afzetten, bijvoorbeeld.
S: Ah ja, natuurlijk
GD: Dat is niet zo simpel, hé.
S: Dat weet ik niet, natuurlijk wil ik dat. Dat is toch logisch. Als ik een ongeluk veroorzaak dronken, ga ik ook gestraft worden.
GD: Een straf moet straffen. Ge hebt straffen die publiek zijn en straffen die privé zijn, dat is een groot verschil hé. Uw naam komt naar buiten, door het slijk getrokken…
S: Mijn naam?
GD: Zijn naam.
S: Hij heeft mij ook mijn hele leven door het slijk getrokken. Van mijn 5 tot aan mijn 18 jaar. Kun je je inbeelden?
GD: Ja, ik kan me dat inbeelden, dat is erg… Inderdaad.
S: Ge kunt je dat niet inbeelden, dat weet ik zeker.
GD: Dus vergiffenis vragen is niet genoeg? Als jij akkoord bent, mogen ze zeggen wat ze willen. Als jij zegt, ik geef vergiffenis…
S: Ik denk dat dat niet voldoende is.
GD: Maar het is nochtans vernederend hé, om dat te doen
S: Voor mij was het ook vernederend.
GD: Ik zeg niet dat dat niet waar is.
S: Ik heb het ook allemaal moeten doorstaan. Het is voor hem ook de enige en de oprechtste en de gemakkelijkste manier om op een goeie manier te sterven, dat hij zijn verantwoordelijkheid opneemt. Het zal dan voor hem ook veel gemakkelijker zijn. En daarvoor moet je inderdaad door het slijk gaan en moet je alles ondergaan, en dan kom je in het reine met jezelf.
GD: Dat is toch sterk wat wordt gevraagd. Het is toch sterk te zeggen: je moet publiek vernederd worden voor iedereen.
S: Je moet dat toch niet. Hij moet gewoon stoppen.
GD: Ah ja, dat is juist de vernedering, dat hij moet stoppen, hé.
S: Ja ja.
GD: Dan gaan de mensen zeggen: waarom moet hij stoppen? Zo, ze gaan het wel vinden, hoor, waarom hij moet stoppen, ze gaan het wel vinden. Dat is toch wel zwaar…
S: Maar waarom heb jij zo’n medelijden met hem en niet met mij?
GD: ‘k Zeg dat niet.
S: U probeert altijd maar hem te verdedigen, ik dacht dat ik wat steun ging krijgen, ik moet mij hier zitten verdedigen tegen dingen waar ik niets kan aan doen.
GD: Nee, ik zeg niet dat je er iets kunt aan doen, er moet iets anders gedaan worden.
S: Maar wat moet er gedaan worden?
GD: Vergiffenis vragen, in elk geval.
S: En daarmee is het voldoende voor u.
GD: Als jij zegt…
S: Waarom moest ik hier dan zijn? Hij had dat al veel vroeger kunnen doen, dan was dat niet nodig. Het is al van mijn 18 jaar dat mijn vader hem op de hoogte gebracht heeft. We zijn nu 25 jaar verder en hij heeft nog nooit vergiffenis gevraagd, waarom kon dat niet zoveel vroeger, dan was het misschien nooit zo ver hoeven te komen. Nee, ik wil niet hebben dat hij in glans en glorie gewoon van het toneel verdwijnt en dat het gedaan is. Hij heeft zijn verantwoordelijkheid de hele tijd niet willen nemen en ik wens dat jullie nu eens jullie verantwoordelijkheid nemen als hogere. Dat is mijn bedoeling.
GD: Ja, ik kan geen kwaad doen want ik heb er geen.
S: Ah ja ’t is dat, dan moeten we niet verder meer praten. Dan kunnen we beter stoppen. Dan moet ik tegen u niet praten, want ge kunt toch niets doen.
GD: Nee, niet direct, eigenlijk. Nee nee, je vraagt mij het maximum… Einde gesprek
Beeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeert
je groen onderaards berichtenvretertje sloeg weer toe!
Wat, gezien de inhoud van dat bericht, lastige vragen oproept.
Crispiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinaaaaaaaaaaaaaaaaasappel er bestaat geen groen onderaards vretertje, althans niet in mijn fantasie; schat ik kan je antwoorden, lezen, je gegrom horen maar ik ga nu slapen. Goody!
Een straatbezem met staaldraad is nog te zacht voor hem, maar ook voor Danneels !!!!
Als ik zo’n voornaam had durfde ik mij niet meer bij mijn voornaam te laten noemen.
We willen allen danken die hebben meegewerkt aan de opvang, de erkenning en het herstel van de slachtoffers uit het verleden. Maar vooral willen we onze oprechte waardering betuigen ten aanzien van de slachtoffers zelf en hun naasten die door hun naar buiten treden het inslaan van nieuwe paden naar gerechtigheid hebben mogelijk gemaakt. Het luisteren naar hen heeft ons veel geleerd.
Er wordt op dit ogenblik gewerkt aan o.a. gedragscodes voor respectvolle omgang met kinderen en jongeren en aan informatiebrochures gericht aan kinderen en jongeren en hun ouders om de eerste tekenen van grensoverschrijdend gedrag te leren zien en er op een adequate wijze mee om te gaan.
Een audiorecorder doet wonderen. Kan iedereen meeluisteren èn meelezen. Echt een aanrader. Gemeld of ongemeld……