Jeugdzorg en geweld

La Salle Boxtel

‘Het gaf ons veel stof tot nadenken’, schreef Christiaan Ruppert nadat wij, Guido Klabbers en ondergetekende een goed gesprek met Mischa de Winter en Ruppert hadden in s’ Hertogenbosch over de op te richten commissie geweld jeugdzorg onder leiding van Micha de Winter. De commissie is inmiddels live gegaan. Hun site is te benaderen op www.commissiegeweldjeugdzorg.nl

Bij deze, een van de vele verhalen over geweld in de jeugdzorg, onder toeziend (v)oog(d) van de Nederlandse overheid.

 

Peter H. was vijf jaar (1956) toen hij in 1961 op La Salle in Boxtel werd geplaatst door kinderbescherming, jeugdzorg nu. Daar verbleef hij tot 1975. Thuis werd Peter altijd geslagen door zijn vader, ‘geen idee waarom die mij sloeg maar mijn moeder vertelde later dat hij Peter niet mocht’, zo omschreef Peter de situatie thuis. De eerste groep waar Peter bij werd ingedeeld op de La Salle heette typerend ‘de Rakkertjes’; allemaal van zijn leeftijd, beetje ouder, beetje jonger’. Frater Arlado, klein, grijs, oud, met bril had het toezicht bij de Rakkertjes. De eerste avond kreeg Peter van Pater Arlado een klap in zijn gezicht. Peter bleek te traag zijn bij het uitkleden, bij het naar bed gaan. Arlado sloeg ook vaker met zijn wandelstok, dan boog hij Peter over zijn knie, en dan sloeg hij op zijn billen. Vele kinderen ervoeren het zelfde bij frater Arlado. Peter moest erg wennen, het gebouw, alle kinderen die om hem heen woonden, vijftien vreemde, getraumatiseerde kinder rakkertjes die allemaal uit huis waren geplaatst. Peter kwam terecht op een lange zaal met aan weerskanten bedden met een kruk om je kleren op te leggen. ‘Je had evengoed thuis kunnen blijven want iedere avond vielen er klappen’. Het gebeurde wanneer je naar de toiletten liep, licht was toen al uit, mepte Arlado je weer het bed in. Dit vanaf zijn vijfde levensjaar en hij in een andere groep terecht kwam.de la salle

Toen Peter naar de groep Pandarosa ging, hij was toen inmiddels al tien jaar, werd het geweld minder. Met dit verschil dat een andere straf je ten deel viel: isolatie! Je werd in de gang bij de douches gezet, in het donker en dat kon wel uren duren. Dit begon al bij de Rakkertjes en kreeg zijn vervolg bij Pandarosa, de La Salle, Boxtel. Bij Peter werd toen epilepsie geconstateerd, de vraag was: ‘kwam dat door het geweld of was het erfelijk?’ Het jarenlange geweld had bij Peter zijn sporen nagelaten, terwijl hij juist een van de rustige Rakkertjes was, ‘nooit al te uitbundig’, zo omschreef Peter zichzelf. Frater Serafino werd zijn surveillant, en deze frater was nooit gewelddadig. Daarna ging Peter naar de groep ‘de Uitkijk’ met mentors, leken begeleiding Kees van der Ven, dhr. Koppelmans gebruikten evenmin geweld.

Bij frater Corneliano groep begon het geweld echter opnieuw, ‘je zag de lichtflitsen uit je ogen komen’, om kleine vergrijpen zoals bij het over de rand plassen, of dat je voor een moment niet vindbaar was bij het voetballen. Niemand van de familie vroeg Peter terug tijdens de maandelijkse bezoeken in die veertien jaar dat hij op La Salle gezeten heeft. Tijdens de vakantie sloeg Pa niet meer maar vragen of hij naar huis terug mocht, deze gedachten hadden de La Salle en zijn ouders niet, daar wacht Peter nog steeds op. Thuis?

(MCU) Wij weten er alles van