Kerkhistorie en haar vrienden

ongewijde grondKerkhistorie en steunbewijs

Geschiedenis is een mooi vak. Geschiedenis is een beschrijving van de werkelijkheid die voorbij is.

De bronnen voor geschiedschrijving zijn daarom artefacten en geschriften. Wie kon schrijven of iemand in dienst kon nemen om te schrijven kon (laten) beschrijven wat er gebeurde.

Ik zal deze blog niet vullen met geschiedenistheorie, maar één vaststelling is wel van belang: geschiedschrijving is niet altijd objectief

Het is als een foto: het suggereert realiteit, maar boeiend is wat er niet in beeld is gebracht of niet is opgeschreven.

Kerkhistorie is niet objectiever dan de schrijver. Kerkhistoricus Ton van Schaik is opgevoerd in een artikel van Stijn Fens in Trouw.

Hij heeft een oordeel over aangeklaagden.

Maar hij heeft ook een oordeel over klagers.

De opgevoerde kwalificatie “kerkhistoricus” dicht hem in het artikel een bepaalde kunde toe. Hij zal wellicht toen hij over kardinaal de Jong publiceerde bronnen hebben geraadpleegd en gecheckt.

Geschiedenis is een wetenschap ten slotte, ook al heb je een mogelijke vooringenomenheid als katholiek.

Terughoudendheid wordt volkomen gemist als het erg dichtbij komt. Ton van Schaik doceerde geruime tijd in het bisdom Den Bosch aan de theologische opleiding. Hij is eigenlijk verbonden met dit bisdom dat hem weliswaar aan de kant heeft gezet, maar volgens zeggen om zijn kritiek op Wim Eijk, toen deze bisschop van Groningen werd. (Wikipedia: Ton van Schaik).

Van Schaik rekent nu af met slachtoffers van misbruik die bisschoppen hebben aangeklaagd. Hij doet dit deels aantoonbaar voorbarig, maar het toont zijn gedrevenheid.

Voor iemand die is opgevoerd als wetenschapper (bij een theoloog mag je twijfelen, maar bij een historicus moet die twijfel zijn overwonnen), gaat hij wel erg makkelijk mee in de quotes die een journalist van het Brabants Dagblad als een heuse Kuifje heeft ontfutseld aan het slachtoffer.

Van Schaik heeft niets geverifieerd, dat kwam niet uit, maar is snel meegegaan in de  meest beschadigende aanpak van een journalist tot dusver. Hij heeft niet geverifieerd hoe de quote over de compensatie in het opschrijfboekje van deze kuifje terecht is gekomen, hoe Kuifje  bij “Jos” is terecht gekomen

Ongetwijfeld door speurwerk, maar niet op uitnodiging.

Nee, de quotes kwamen goed uit om eens even de slachtoffers neer te zetten als ongeloofwaardig, want er zat achter dat er geld op tafel moet komen. Daarmee werden ook de andere zaken in diskrediet gebracht.

Bepaalde groepen in de RKK zijn nog behept met een van de twee ziektes die sinds 2010 de kop hebben opgestoken en die moeilijk behandelbaar blijken. Een bijzondere variant van de ziekte van Alzheimer: als misbruik ter sprake komt, treedt acuut geheugenverlies op. Bepaalde aangeklaagden op klachtzittingen bleken daar lijder aan deze variant.

Een tweede ziekte is ernstiger voor de patiënt en de omgeving. Geconfronteerd met verhalen over misbruik kan de lijder opeens heftig nee gaan schudden, soms onder het uitroepen van: “nee dat kan niet, nee dat bestaat niet, het zijn verzinsels”.

Het laatste stadium van deze ziektevorm kennen wij: “Wir haben es nicht gewusst”.

Als van Schaik zijn vak serieus had genomen was hij beter in de materie gedoken.

Het defensiecordon van brave R.K. Brabanders ten spijt, is ook een aanklacht tegen  populaire geestelijken denkbaar.

Ik wil eraan herinneren dat inmiddels in veel gevallen gebleken is dat de dader in misbruikzaken een zeer populair parochiegeestelijke kon zijn of leuke frater, van wie niemand enig kwaad vermoedde.

Toch kwam de pijnlijke waarheid aan het licht. In het geval Den Bosch is in ieder geval komen vast te staan dat er sprake is van grove nalatigheid, het in samenwerking met justitie uit de wind houden van aangeklaagde en het waar mogelijk laten verjaren of verdwijnen van aangiften.

Je moet van goeden huize komen of vuurvaste handen hebben om er voor je hand in het vuur te steken, dat deze klachten verzonnen zijn.

De massieve emotie geeft aan dat het een zeer pijnlijke boodschap is die onder ogen gezien moet worden.

Deze campagne van het Brabants Dagblad zal voor een deel van de lezers sympathiek zijn overgekomen en zal steungetuigen wellicht afschrikken.

Maar misschien zijn de oudere Brabanders door hun krant onderschat en durven ze toch en alsnog te melden dat met kinderen zaken zijn gebeurd die je niet met kinderen hoort te doen. Die kinderen hebben hun leven daarvan last gehad.

Terecht dat zij erkenning vragen en ook compensatie.

Misschien dat van Schaik zich gaat toeleggen op contemporaine kerkgeschiedenis: niet fraai, maar wel nuttig.

Guido Klabbers,

18 augustus 2015.