Klooster Euphrasia in Bloemendaal moet vrouwen die tussen 1951 en 1979 dwangarbeid verrichtten voor de katholieke congregatie van de Zusters van de Goede Herder diverse officiële documenten verstrekken. Het Franse zustergenootschap Les Soeurs de Notre Dame de Charité du Bon Pasteur te Angers moet dat ook.
Zwaar werk in kloosters gold als dwangarbeid
Dat heeft de rechtbank in Haarlem bepaald. De vrouwen, negentien spanden de zaak aan tegen de twee kerkgenootschappen, willen met de documenten aantonen dat de congregaties de rechtsopvolger zijn van de instellingen die hen dwangarbeid lieten verrichten. En derhalve dus aansprakelijk gesteld kunnen worden. Naast de vrouwen treedt ook de Stichting Clara Wichmann op als eiser in deze zaak.
De vrouwen zijn in genoemde periode in het kader van de jeugdzorg bij de congregaties geplaatst. Zij werden gedwongen lange werkdagen te maken en zwaar werk te doen zoals schoonmaken, wassen en naaien. De vrouwen stellen hierdoor schade te hebben geleden. Zij vinden dat de kerkgenootschappen onrechtmatig hebben gehandeld.
De kerkgenootschappen betwisten de aansprakelijkheid op grond van verjaring. Ook vinden ze dat zij niet de rechtsopvolgers van de instellingen zijn waar de meisjes verbleven. Dat laatste hopen de vrouwen dus met de officiële documenten te kunnen weerspreken.
In 2019 concludeerde een onderzoek naar de werkwijze van de kloosterorde en de rol van de overheid daarbij tussen 1945 en 1975, dat het werk dat de meisje moesten verrichten naar destijds geldende normen kan worden gezien als dwangarbeid. Over de vraag of de zaak verjaard is, buigt de rechtbank zich als duidelijk is dat de kerkgenootschappen of hun rechtsvoorgangers zeggenschap hadden over de instellingen waar de vrouwen verbleven.
als…de rechtbank zeggenschap heeft over morele moed??