Persvrijheid

eed vrijheidPersmededeling Werkgroep Mensenrechten in de kerk 27 april 2015  

n.a.v. de internationale dag van de persvrijheid, 3 mei 2015

Sterke PROFFEN, zwakke pers

Slachtoffers als voer voor sterke verhalen

Als er specialisten gevraagd worden rond misbruik in de kerk, als er gasten gevraagd worden zoals bij de voorstelling van het boek “Door mijn schuld” rond seksueel misbruik in de Kerk van Machteld Libert, mag je er steevast dezelfde mensen verwachten: rector Torfs en professor Adriaenssens.

Professor Adriaenssens

Je mag zeker zijn dat aan professor Adriaenssens nooit zal doorgevraagd worden waarom hij gestopt is met zijn hulp aan slachtoffers in de Commissie Seksueel Misbruik in de Kerk waarvan hij voorzitter was. Hij zal zeggen: “De dossiers werden door het gerecht in beslag genomen. We waren alles kwijt.” Nooit zal hem gevraagd worden: “Professor, hebt u dan geen kopieën genomen? Kon u niet gewoon met wat in uw dossiers stond verder werken? Kon u echt niets méér doen voor de concrete slachtoffers die u kende dan het uitbrengen van een rapport, hoe verdienstelijk dat ook was?”

Bij onze Werkgroep Mensenrechten in de Kerk werden ook alle dossiers in beslag genomen. Met veel goodwill maakte het federale parket, – op ons gewoon verzoek – gratis dubbels van onze dossiers zodat wij gewoon  verder konden werken. Op basis van die dossiers hadden wij meer dan voldoende materiaal om vele parlementairen te motiveren een Parlementaire Onderzoekscommissie samen te roepen.

Rector Torfs

Op dat ogenblik was professor Rik Torfs voor CD&V de vertegenwoordiger voor deze gesprekken. Van alle democratisch partijen, zowel vanuit het Zuiden als het Noorden van het land, was hij de enige die tegengas gaf. Waarop de Onderzoekscommissie herleid werd tot een gewone Parlementaire Commissie. Ondanks die tegenwind van Torfs resulteerden de vele hoorzittingen in het oprichten van het Arbitragehof en de installatie van 10 Opvangpunten in de Kerk. Daarin werden, – o ironie – héél wat mensen uit die dossiers van de commissie Adriaenssens erkend en schadeloos gesteld voor zover je van herstel van schade kan spreken als het gaat over de verwoesting van mensenlevens.

Rector Rik Torfs is bekend voor zijn sterke woordkunst. Hij is ook een soms contraire figuur wat hem een speciaal aantrekkelijk tintje geeft. Hij kan ook wijze analyses maken. Zo zette hij onlangs kerkjurist Kurt Martens netjes neer in het conservatieve kerkelijke kamp met zijn verborgen agenda’s. Anderzijds stelde Torfs héél wat vragen over de zin van een Parlementaire Onderzoekscommissie. Gelukkig voor kardinaal Danneels. Want omwille van de woordkracht van Torfs, heeft het Federaal Parlement er een afgezwakte Parlementaire Commissie van gemaakt waar je niet onder ede de waarheid moet spreken. Wat heel wat sprekers goed uit kwam.

Torfs stelt ook vele vragen over de zin van een schadevergoeding voor slachtoffers, over het nut een juridische weg vast te leggen om een priester te sanctioneren, over het nut Vangheluwe in de beslotenheid van een klooster te houden… Misschien wel zinnige vragen. Maar je zou ook verwachten dat er aanzetten tot zinnige antwoorden worden aangereikt. Wat moest er dan wél gebeuren met daders en mensen als Vangheluwe? Hoe geef je dan wél erkenning aan slachtoffers zonder uitbetaling van een schadevergoeding? Hoe volg je dan wél sluitend daders van seksuele misdrijven op?

En de journalist heeft geen verdere vragen meer

Geen journalist die zich waagt aan die moeilijke vragen. Wij durven er niet aan te denken dat het zou kunnen zijn dat men iemand geen lastige vragen wil stellen in het besef dat men die bekende naam nog veel zal nodig hebben. Onlangs lazen wij van rector Rik Torfs: “En de slachtoffers, die komen op de tweede plaats zoals het altijd is geweest (sic).”

In een recent artikel werden door rector Torfs allerlei instanties geprezenBelg die iets aan het seksueel misbruik hadden gedaan: de bisschoppen, de brochure van Manu Keirse, de Arbitrage en de kerkelijke Opvangpunten. De enigen die niet bedankt werden waren de slachtoffers! Zijn zij het niet die uiteindelijk gezorgd hebben dat wat decennia lang verzwegen en bedekt werd bespreekbaar werd gemaakt? Zijn zij het niet die zover zijn gegaan dat men hun klachten niet meer zomaar opzij kon schuiven? Zijn het niet de slachtoffers als een Joël Devillet, die na vijf jaar moeizaam zwoegen, een uitspraak bekomt over het schuldig verzuim van aartsbisschop Léonard? Een uitspraak waartoe een hele Operatie Kelk niet in staat is, laat staan de steeds geïnterviewde bekende Vlamingen.

Gaat het hier vooral om sterke proffen of enkel om een zwakke pers? Of is er een andere reden? En zijn slachtoffers er enkel om voer te zijn voor sterke verhalen?

Werkgroep mensenrechten in de kerk

Norbert Bethune