Rond de 300.000 Spaanse baby’s werden gestolen van hun ouders en verkocht voor adoptie over een periode van vijf decennia, zo blijkt uit nieuw onderzoek.
De kinderen werden verhandeld door een geheime netwerk van artsen, verpleegkundigen, priesters en nonnen in een wijdverspreide praktijk die begon tijdens de dictatuur van generaal Franco en bleef tot in de vroege jaren negentig.
Honderden gezinnen wiens baby werden ontnomen zijn in een nefast gevecht verwikkeld met kerk en staat. Deze Spaanse gezinnen eisen een onderzoek van de overheid maar die zal zich omringd weten door katholieke belangen, en de angst dat dit doorlekt naar andere Europese landen waar dezelfde praktijken plaatsvonden.
Analoog aan de Spaanse situatie is die in de Heerlense Vroedvrouwen school, wij hebben er al meerdere malen over gepubliceerd, over deze onzichtbare ontheemden in onze maatschappij, spoorloos zijn ze.
Al vanaf 2010 hebben wij geschreven over de afstandsmoeders (baby’s), in de volksmond beter bekend als de gevallen meisjes. Onlangs werkten wij mee met Brandpunt die Zondag 5 Oktober 22.35 (2014) Nederland (NPO) 2 aandacht besteedt aan deze afstandsmoeders (overigens niets van onze bevindingen zijn in de uitzending meegenomen, toch een beetje katholiek die KRO)??.
Er hebben zich grote drama’s afgespeeld in de vroedvrouwenschool te Heerlerbaan want daar heerste oorlog tussen ouders en tienermeisjes, tussen moraal en burgerplicht want zij waren immers ten prooi gevallen aan duivelse verleidingen. Dit alles gebeurde pakweg na de oorlog tot ver in de zeventiger jaren…het gaat dus om heel veel gevallen meisjes en hun verdwenen kinderen.
De daders bleven meestal buiten beeld, natuurlijk wist men wel wie maar het bleef gissen. De statistieken laten niets aan uw fantasie over, de nationaliteiten zijn helder in 1948:
Nederlandse…………..114
Amerikaanse…………..1
Belgische………………..1
Duitse…………………….2
Engelse…………………..2
Hongaarse………………1
Poolse…………………….6
Zwitserse………………..1
Onbekend……………….6
HET AANTAL
Het aantal ongehuwde moeders bleef hetzelfde, publiceerde het Limburgs Dagblad in 1961 in een terugblik van dat jaar. Terwijl vanaf 1948 de aantallen ongehuwde moeders alleen maar toenamen werd tot grote opluchting op de redactie LD en in de heilige achterkamertjes van menig nonnen klooster in dat jaar geconstateerd dat de ‘seksuele revolutie’ voorbij was. Deze revolutie van het lichaam die terrein terug won op het geestelijk leven van honderden jaren katholieke knechting, leek te zijn gekeerd. Helaas, de seksuele revolutie moest nog beginnen, het ‘vrij’ verkrijgen van condooms bij de NVSH waar politie bewaking bij de deur stond, ontstond een levendige sport tussen condoom kopers en de overheid toen nog in dienst van de RK kerk.
Ook werden er verrassende conclusies getrokken: De ongehuwde moeder, die uit een tehuis is ontslagen, heeft niet meer zo’n acute behoefte aan hulp en steun. Zij zal een gevoel van bevrijding ondervinden en blij zijn eindelijk los te zijn van de vele vragen en bemoeienissen die de opvang met zich meebracht.
De werkelijkheid was veel robuuster, en spleet gezinnen uit elkaar. Sommige meisjes konden geen kant uit, thuis was de baby niet welkom en zodoende moesten er NOODOPLOSSINGEN worden gevonden. Dit hield zoveel in dat baby’s geforceerd werden geadopteerd (onder het mom van donaties) doorgesluisd, met andere namen, geboorte uren / dagen zodat er geen weg meer terug mogelijk was om je kind te achterhalen. Een vrouw die op de kraamafdeling werkte van de vroedvrouwenschool te Heerlen zag dat er pasgeboren baby’s in de gootsteen werden gelegd. Zij leefden nog!!!! Toen zij er een opmerking over maakte zei de arts: ‘die kinderen moeten we eigenlijk wegdoen dat wordt toch niks’.
Dan gaat het verhaal van de doofstomme man die al die baby lijkjes richting vlinder monument droeg op de Heerlerbaan. Ze beschrijven deze stille, eenzame begrafenissen als de klokkenluider van de Notre Dame, die kon ook niet praten. Er is sprake dat er nog meer onbekende graven zijn zowel op de Heerlerbaan, alsmede zijn er baby lijkjes gevonden in onderaardse gangen bij het afbreken van het oude klooster (rond 1960) van de O.L Vrouw van Altijd durende bijstand waar een nieuwe kerk werd gebouwd:
De nieuwe kerk moest een kerk worden, waarin ‘de ruimte tot de mens zou spreken en waarin de mens zich klein voelde worden om zo in de juiste stemming te komen in zijn verhouding tot God’.
Ook werden veel ‘sterren’ kinderen die nog geen bestemming hadden gevonden vanuit het Sterrehuis op de Heerlerbaan overgeplaatst. Een van de tussenstations was het klooster de congregatie der zusters van het arme kindje Jezus, te Simpelveld. Daar verbleven kinderen in de hoop dat ze alsnog opgehaald zouden worden door hun ouders. Een vrouw, die nabij het klooster woonde kon in het begin van haar huwelijk geen kinderen krijgen. Het maakte haar nieuwsgierig naar de vele kinderen wiens geschreeuw en stemmen zij hoorde maar niet mee in aanraking mocht (kon) komen. Ze kende een vreselijk medelijden met deze kinderen en op zekere dag deed zich de gelegenheid voor om via haar zus een bezoekje te brengen aan het klooster. Ze werden onder strenge blikken toegelaten, en kwamen in een vertrek waar de kinderen zich bevonden. Opeens stak er een kreet van verbazing op bij een van de kinderen, die huilend op de vrouw afliep en haar omhelsde. Het jongetje werd ruw weggetrokken bij de vrouw die er niets van begreep. Zij moesten onmiddellijk het klooster verlaten. Toen de vrouw thuis kwam en haar leed met haar man deelde, kon zij de blik van het kind niet meer uit haar gedachten zetten. Een tweede poging deed zich enkele maanden later voor, wederom bezocht zij de afstandskinderen onder toezicht van de congregatie der zusters van het arme kindje Jezus. Ook toen betrad zij de zaal met de kinderen en wederom stoof het zelfde jongetje op haar af maar noemde haar deze keer ‘mama’. Het jongetje dacht dat zijn moeder hem kwam ophalen, hij was ‘vergeten’ hoe zij er uit zag maar de vrouw leek op haar. Zij wachten nog steeds op (h)erkenning en….op moeder of die wel kwam…..Mama!