In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat vindt in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats.
Broeder Bonaventura is er getuige van en zwijgt zoals iedereen. Maakt dit hem medeplichtig?
.
Dit staat op de achterkant van boek ‘Het Hout’ van Jeroen Brouwers. Deze vraag, dit moreel appèl geldt uiteraard voor alle levende broeders en nonnen, geestelijken maar zeker voor de nog drie levende broeders van het internaat te Bleijerheide en al die anderen die zich schuilhouden in Ohio, Aken of Düsseldorf. Die ärme brüder Franciscus st maria ter engelen, Bleijerheide zouden dit boek onmiddellijk moeten aanschaffen. Schafraad, de naam zegt het al, wil ik wel gratis een exemplaar bezorgen (anders moeten de parochianen het weer ophoesten), u roept maar eerwaarde!
.
Bijzonder grappig is de Nederlands-Afrikaanse verbastering van Mansuetus, Mansoeweetoes in het boek van Jeroen brouwers. Mansuetus wordt bijzonder typerend beschreven, een schreeuwende Duitser met accent, ‘een nattig opgezwollen Übermensch‘ zo schrijft Brouwers. De dreunen tegen het hoofd waren onderdeel van de tucht op Bleijerheide. Het gebeurde al in Jeroens tijd (de vijftiger jaren) maar later toen ik van ’61-’64 het internaat bevolkte had je te maken met vuistexperts als Servatius en Alphons, ieder hoofd was de target waar de opgekropte woede van deze ärme brüder Franciscus, menig jongenshersens liet duizelen. De vuistjes van Schafraad ken ik overigens ook!
.
Jammer dat het niet eerder gepubliceerd werd, had graag de HEG dit boek willen overhandigen. Wordt vervolgd.