De halfbakken Brandpunt uitzending afgelopen week over de afstandsmoeders stond bol van het spoorloze sentiment, die een beetje verholen de feiten naar een minder donker kamertje probeerden te schuiven. De omgang met de tienermoeders die volkomen uitgebuit werden, gemanipuleerd, had allemaal met de tijdsgeest te maken, volgens de oud overste, is werkelijk beschamend. Er waren tijden dat mensen gevierendeeld werden op marktpleinen en voor de Christelijke Staat werden onthoofd, verbrand. Er waren tijden, niet eens zo heel lang geleden, dat mensen massaal in treinen werden geduwd zodat zij zich honderden kilometers verderop konden douchen. Allemaal tijdsgeest, moreel te verklaren en nu lekker slapen zuster, praat niet teveel voor de Brandpunt camera’s die het lef hebben om op het einde van de uitzending het Fiom nummer te tonen, mocht u uw verhaal willen doen. Ja, de Fiom doofpot doet u vooral daar uw verhaal, die duwen het lekker terug in de doofpot. (Zie onder).
Gevallen meisjes
In Hooghees, doorgangshuis voor ongehuwde moeders te Heerlen werden tussen 1948-1968 betreffende ‘gevallen meisjes ofwel ongehuwde moeders’, ruim 960 baby’s gescheiden van hun gevallen moeder. Het aantal ligt waarschijnlijk hoger omdat zwangere tienermeisjes toenamen naarmate de jaren en de rock and roll zijn intrede deed. Uit het prachtige boekwerk 100 jaar Moederschapzorg in Limburg staan enkele opmerkelijke citaten. Voor de actualiteit betreffende kinderen met het down-syndroom.
Moeder-overste (1963-1964) Leontine herrinert zich: de meisjes van het doorgangshuis zaten alsmaar te breien maar de kleertjes waren niet voor voor hun eigen baby, ze deden immers afstand. De kleertjes gingen naar ‘t Zonnehuis’ in Heerlen, het tehuis voor gehandicapte kinderen van ongehuwde moeders, omdat zij niet geadopteerd zouden worden. Einde citaat.
Ook een citaat uit een gedenkschrift uit die tijd: ‘in het verleden waren er veel ongehuwde moeders die nooit konden beslissen. Ze konden of wilden het kind niet meenemen, maar er ook geen afstand van doen. Het kind bleef dan maar eindeloos in de inrichting. Einde citaat.
Wie waren betrokken bij deze doofpot?
Het F.I.O.M.
Raad voor kinderbescherming
kindertehuizen
reclassering
kinderpolitie
sociale werksters
rectoren van tehuizen
Nog in 1974 werd in een KRO programma geconstateerd dat de ongehuwde moeder niet werd geaccepteerd. Laat staan de eerste weken van de hulpeloze baby’s die meer als objecten dan als mensjes werden gezien. Achtergelaten in een donkere kamer gaan de gordijntjes dicht. De baby’s zien er slecht uit en reageren nergens op. De kleintjes komen nooit buiten. Een naam mochten de ongehuwde moeders de baby’s niet geven wanneer die afstand wilde doen, ook niet vasthouden! De naam werd door moeder overste gegeven. Er waren veel Liesbethjes en Bernardjes bij; onze prins was alom aanwezig.