Authentiek

LP achterzijde oog blogDen Haag, 4 oktober 2013

Aan de voorzitter van de Bisschoppenconferentie

Aan de voorzitter van de Konferentie Nederlandse Religieuzen

Geachte voorzitters,

Op 11 maart jl heb ik u voorgesteld een regeling te treffen voor de behandeling van klachten over geweld tegen minderjarigen. U heeft mij gevraagd een dergelijke regeling aan u voor te leggen. Hierbij ontvangt u mijn voorstel.

Reikwijdte van de regeling

De regeling heeft betrekking op alle melders (vrouwen én mannen) over – fysiek en psychisch – geweld die zich bij het Meldpunt Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk en/of de heer Deetman hebben gemeld. Op 30 november 2013 wordt door de commissie die met de uitvoering van deze regeling wordt belast, een lijst van melders vastgesteld met het oog op de behandeling van de meldingen en de afronding daarvan.

In mijn tweede onderzoeksrapport heb ik aangegeven dat anders dan bij seksueel misbruik geen definitie van geweld voorhanden is. Voor zover een omschrijving van verschillende vormen van geweld mogelijk is, moet een dergelijke omschrijving worden gezien tegen de achtergrond van de veranderde opvattingen over de maatschappelijke acceptatie van sommige vormen van geweld. Dit betekent dat de regeling die ik aan u voorleg uitgaat van de authenticiteit van de meldingen. Met andere woorden, van een bewijslast is geen sprake.

Separaat ontvangt u een opgave van het aantal meldingen dat bij mij en bij het Meldpunt bekend is. Tevens wordt daaraan een conceptbegroting toegevoegd.

Uitvoering van de regeling

Ik stel voor dat de regeling op een onafhankelijke wijze wordt uitgevoerd. Met de uitvoering wordt een commissie belast die bestaat uit mr. P. (Pieter) Kalbfleisch, mr. G.A.M. (Wiel) Stevens, dr. R.L.N. (René) Westra. Als secretaris van de commissie treedt dr. H.P.M. (Bert) Kreemers op. De commissie wordt in voldoende mate ondersteund. Naar mijn mening is met deze samenstelling en ondersteuning het onafhankelijke functioneren van de commissie gewaarborgd.

De commissie verantwoordt zich uiterlijk 31 januari 2014 over haar werkzaamheden. Ik stel voor dat de commissie op 15 oktober met haar werkzaamheden begint.

Erkenning en genoegdoening

Het doel van de regeling is het geven van erkenning en genoegdoening aan degenen die als minderjarige fysiek en/of psychisch geweld hebben ondervonden en daarvan nog steeds de gevolgen dragen. Omdat het daarmee aangedane leed niet meer ongedaan kan worden gemaakt stel ik voor dat naast het uitspreken van spijt en het aanbieden van excuses ook een financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld. In bijgevoegde regeling treft u hiervan een nadere uitwerking. Ik stel voor dat de Stichting CAOP zorgt voor het beheer en de uitvoering van deze tegemoetkoming. De Stichting CAOP zal uiterlijk 28 februari 2014 een financiële verantwoording opstellen.

Met vriendelijke groeten,

drs. W.J. Deetman

Regeling Hulp, erkenning en genoegdoening voor geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk. 

1.            Inleiding

Regeling Hulp, erkenning en genoegdoening voor geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk. 

Het op 11 maart 2013 verschenen rapport van de heer Deetman over seksueel misbruik en geweld onder meisjes in de Rooms-Katholieke Kerk bevat de aanbeveling een regeling te treffen voor de behandeling van geweldsklachten.

De regeling heeft betrekking op alle melders (vrouwen én mannen) over – fysiek en psychisch – geweld die zich bij het Meldpunt Seksueel Misbruik Rooms-Katholieke Kerk en/of de heer Deetman hebben gemeld.

Een onafhankelijke commissie voert deze regeling uit.

Deze regeling voorziet in het aanbieden van hulp, het erkennen van het aangedane leed en het bieden van genoegdoening in de vorm van een spijtbetuiging en excuses alsmede het vaststellen van een financiële tegemoetkoming.

2.            Omschrijving

  • Melding

De commissie maakt geen onderscheid tussen meldingen en klachten.

De commissie neemt in beschouwing:

–       klachten over geweld, ook al zijn die bij de Klachtencommissie van de Stichting Beheer & Toezicht en/of de Beoordelings- en Adviescommissie van Hulp & Recht niet ontvankelijk verklaard;

–       meldingen over ondervonden geweld bij andere instanties voor zover de melder aannemelijk kan maken dat deze meldingen daadwerkelijk zijn gedaan. Te denken valt hierbij aan meldingen bij Hulp & Recht in 2010 en 2011.

De commissie laat meldingen buiten beschouwing die:

–       reeds in de klacht- en mediationprocedures bij de Stichting Beheer & Toezicht of elders in behandeling zijn of zijn geweest ook als dat toen alleen ging over seksueel misbruik;

–       reeds in een civiele procedure in behandeling zijn of zijn geweest.

De commissie laat meldingen namens overleden slachtoffers buiten beschouwing. De behandeling van meldingen van melders die gedurende de procedure overlijden kan door de erfgenamen worden voortgezet.

  • Fysiek geweld

Fysiek geweld kan als volgt worden omschreven: het op een gewelddadige lichamelijke manier benaderd worden. Hierbij kan worden gedacht aan de volgende handelingen: ‘schoppen, slaan met de handen of een voorwerp of andere vormen van lichamelijke mishandeling, zoals opgesloten worden, voedsel hardhandig naar binnen geduwd krijgen, geen eten krijgen of braaksel moeten opeten en (langdurig) in de kou op een koude vloer moeten staan of  in een koud bad moeten zitten’.

  • Psychisch geweld

Psychisch geweld kan als volgt worden omschreven: het op een intimiderende manier benaderd worden. Hierbij kan worden gedacht aan handelingen als ‘uitschelden, vernederen, onterecht straffen, achterstellen bij andere kinderen en chantage, bangmakerijen en dreigementen met het geloof, moeten leven in een kille, angstige en dreigende sfeer vol pesterijen waarin weinig warmte en genegenheid werd geboden, kinderen weinig privacy hadden en contact met vrienden of ouders werd afgehouden.

Van bovenstaande vormen van fysiek en psychisch geweld dient het bovenmatig karakter aannemelijk te zijn in die zin dat:

–       het geweld ook voor de opvoedingscriteria en voor de straf- en tuchtnormen van de tijd waarin het plaatsvond als onacceptabel moet worden beschouwd;

–       het geweld niet bedoeld was om op te voeden of te corrigeren, maar om het kind leed toe te brengen;

–       het slachtoffer tot op de huidige dag fysiek en/of psychisch hinder van het geweld ervaart.

3.            Beoordelingscriteria

De commissie beoordeelt de melding op authenticiteit en stelt een financiële tegemoetkoming vast. De hoogte hiervan wordt vastgesteld aan de hand van de volgende criteria:

1)    Toetsing van de melding aan de hierboven genoemde omschrijvingen van fysiek en psychisch geweld.

2)    Het eenmalig of meermalig en/of langdurig toepassen van één of meerdere vormen van (excessief) fysiek en/of psychisch geweld door één of meer plegers.

In deze regeling gaat het niet om het aanvoeren van bewijslast. De commissie beperkt zich tot het vaststellen van de authenticiteit van de melding.

Melders waarvan wordt vastgesteld dat het ondergane zich hoogstwaarschijnlijk in de beschreven mate heeft voorgedaan, ontvangen een vaststelling van de authenticiteit van hun melding en een op naam gestelde brief van de voorzitter van de Contactgroep waarin namens de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen spijt wordt betuigd en excuses worden aangeboden. De commissie stelt tevens de hoogte van de financiële tegemoetkoming vast.

Melders waarvan de authenticiteit van hun melding op basis van de inhoud van hun melding nog niet kan worden vastgesteld krijgen een uitnodiging voor het beschikbaar stellen van aanvullende informatie die zij al dan niet in een gesprek met de commissie naar voren kunnen brengen. Dit gesprek heeft naast het vaststellen van de authenticiteit en de financiële tegemoetkoming vooral tot doel erkenning te bieden en heling te bevorderen. Van het gesprek dat vertrouwelijk is wordt een verslag gemaakt. De melder heeft de gelegenheid het conceptverslag aan te vullen en te verbeteren.

In elk geval krijgen melders een aanbod voor hulp en informatie over organisaties die hulp en ondersteuning kunnen bieden.

4.            Financieel protocol

De commissie  besluit over de hoogte van de financiële tegemoetkoming. De hoogte van de uit te keren financiële genoegdoening is gebaseerd op een aantal factoren, zoals deze in het onderzoeksrapport wordt vermeld (blz.229): de frequentie van het geweld, de duur van het geweld, het aantal plegers en de combinatie van vormen van geweld.

Bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming hanteert de commissie de volgende bedragen als uitgangspunt: 1500 euro, 2500 euro, 5000 euro. De commissie kan in uitzonderlijke gevallen mediators inschakelen.

5.            Informatie aan de melder

Elke melder zal per brief worden geïnformeerd. Bij de brief wordt een kopie van deze regeling gevoegd. De melder ontvangt ook informatie hoe en waar de melder gebruik kan maken van hulp.

6.            Te nemen stappen

Meldingen van geweld zijn binnengekomen via het Meldpunt of bij de heer Deetman. Meldingen dienen altijd op zorgvuldige wijze in behandeling te worden genomen en blijven vertrouwelijk. Hierbij wordt gestreefd naar een zo effectief mogelijke afhandeling, om langdurige procedures te vermijden en daarmee zo veel als mogelijk extra emotionele belasting bij melders te voorkomen.

De volgende stappen worden hierbij doorlopen:

  • De meldingen worden vergeleken om dubbelingen te voorkomen. Melders ontvangen een bericht waarin de authenticiteit van de melding wordt vastgesteld en waarin de mogelijkheid van financiële tegemoetkoming wordt geboden. In deze gevallen vindt geen gesprek plaats, tenzij zich hiervoor op andere wijze de noodzaak voordoet. Waar de vaststelling van de authenticiteit nog niet mogelijk is, ontvangt de melder wel een uitnodiging voor het verstrekken van aanvullende informatie en eventueel een gesprek met de commissie op verschillende locaties in Nederland.
  • Gesprekken worden ingepland en gevoerd.
  • Van elk te voeren gesprek wordt een gespreksverslag gemaakt.
  • De melder wordt de gelegenheid geboden tot het aanbrengen van verbeteringen en aanvullingen in het verslag.
  • Aan de hand van het verslag besluit de commissie over de authenticiteit van de melding. Als dit besluit positief is stuurt de commissie  de melder een bericht waarin de authenticiteit wordt bevestigd, een aanbod voor financiële genoegdoening wordt gedaan en de voorzitter van de Contactgroep een schriftelijke spijtbetuiging met excuses aanbiedt.
  • er wordt uitgegaan van finale kwijting.

7.             Tijdschema

Deze regeling start zo spoedig mogelijk (15 oktober 2013) en is uitgevoerd op uiterlijk 1 januari 2014. De secretaris van de commissie draagt zorg voor de opstelling van een verslag van de werkzaamheden dat uiterlijk 31 januari 2014 aan de Bisschoppenconferentie en aan de Konferentie Nederlandse Religieuzen wordt aangeboden. De Stichting CAOP draagt zorgt voor een financiële verantwoording die uiterlijk 28 februari 2014 wordt aangeboden aan de Bisschoppenconferentie en aan de Konferentie Nederlandse Religieuzen. De commissie wordt ontbonden nadat zij haar verslag aan de Bischoppenconferentie en aan de Konferentie Nederlandse Religieuzen heeft aangeboden.

8.             Benaming

Om verwarring met bestaande procedures te voorkomen is gekozen voor de volgende benaming: Hulp, erkenning en genoegdoening voor geweld tegen minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk.

9.              Afstemming met en terugkoppeling naar organisaties van lotgenotengroepen

De commissie hecht groot belang aan afstemming met en terugkoppeling naar organisaties van lotgenoten, zoals in alfabetische volgorde KLOKK, Mea Culpa en VPKK. De commissie stelt suggesties en adviezen die haar functioneren verbeteren op prijs. De commissie belast haar secretaris met het periodiek bijeenroepen van een overleg met deze organisaties.

10.             Toezicht

De heer Deetman zal toezien op de uitvoering van deze regeling. In zijn komende  monitorrapportage zal hij rapporteren over de wijze waarop deze regeling is uitgevoerd.

Heiligverklaring en de persoonsverwisseling

jonge klarePaus Johannes Paulus II wordt op 27 april 2014 heilig verklaard. Dat heeft paus Franciscus bekendgemaakt. Johannes Paulus II, die in Polen werd geboren als Karol Józef Wojtyla, was paus van 1978 tot aan zijn overlijden in 2005. De vorige paus, Benedictus, had hem in 2011 al zalig verklaard. Voor een zaligverklaring is een erkend wonder nodig, voor de heiligverklaring een tweede wonder.

MCU stellen dan ook van ganser harte en bezield voor om pastoor Schafraad Koepelkerk te Maastricht heilig te verklaren, het is een wonder dat de man na vele verwijderingen, Bleijerheide 1972, Hoorn, en de gesprekken met bisschop de Punt waar die niet kwam opdagen, in Langedijk toen hij bij de Johannes de Doper Kerk diende, zei hij letterlijk: IK BEN DE BAAS HIER EN HEB OOK DE MACHT OM ALLES NAAR MIJN HAND TE ZETTEN.

Zulke baasjes mist de kerk, terwijl de commissie heeft geoordeeld dat niet voldoende kon worden uitgesloten dat er sprake is van een persoonsverwisseling en dat klager op dat kamertje is misbruikt door een ander dan aangeklaagde. Deze uitspraak impliceert niet dat de commissie oordeelt dat het in het betreffende kamertje gepleegde seksueel misbruik niet door pastoor Schafraad is gepleegd. Het impliceert dat de commissie niet voldoende kan uitsluiten dat het met mij gepleegde seksueel misbruik door een ander is gepleegd dan door Schafraad!! En tevens dat door Schafraad en zijn advocaat Van Oosten een rapportage door Van Koppen is gemaakt , waarin vermeld staat dat er absoluut van een persoonsverwisseling geen sprake kan zijn!!!! Dan Van Koppen heeft niet eens met de beklaagden gesproken, een doodzonde in wetenschap land, mag allemaal want meneer pastoor wil de macht om alles naar zijn hand te zetten.

Het wordt een feest en wat voor een geweldige verrassing staat de Koepel te wachten: Onlangs heeft het Bisdom het volgende goede nieuws laten weten: BISSCHOP MONSEIGNEUR F.J.M.WIERTZ KOMT DE H.MIS OPDRAGEN. 

Wij zijn de moeilijke weg van verzoening ingeslagen, het is alleen zo de kerk heeft vele gezichten, spreekt met allerlei soorten monden, laten meerdere koren tegelijk zingen, we geloven echter dat bisschop Wiertz ter goeder trouw is maar we horen dat mensen ons benaderen vanwege de ’tonnen die wij al hebben binnengesleept’?? Deze leugens worden door meneer pastoor rond geklepperd, hij zal het wel weer ontkennen maar het komt allemaal vanachter en uit zijn koker / kliek. Nou, ik hoorde laatst dat meneer pastoor een pensioen heeft van 2x modaal? Stop uw bijdrage aan de kerk want we hoeven geen tweede super-de-luxe-bisschop Frans-Peter Tebartz-van Elst…wiens rijk toch echt wel van deze aarde is.

Zou Franz-Peter voor heiligverklaring in aanmerking kunnen komen in de upperclass van het paradijs? Wij erkennen de wonderen die van dit soort types uitgaan. Schafraads grote vriend Funske die menig kind bont en blauw heeft geslagen moet eveneens naar de hoogste klasse gepromoveerd worden. Funske als mid / mid mattenveger aan de hemelpoort. Funs ziet meteen wie goed en slecht is. Schafraad kan dit bevestigen.

 

Mag ik mij voorstellen!

massa mensenNa heel lang nadenken heb ik besloten om ook mijn ervaringen uit mijn jeugd, nadat er zoveel bekend is geworden, ook aan u te laten weten.

Ik was 4 jaar in 1943 toen ik door een voogdijraad in Den Haag in een kindertehuis werd geplaatst, waar nonnen de scepter zwaaiden, het was een wit gebouw met daar tegenover een grote kerk. In de Elandstraat of de Helmerstraat.

Ik was de jongste van 5 broers mijn vader was opgepakt en zat in Duitsland mijn moeder kon niet meer voor ons zorgen, later hoorde ik dat zij er van door was met een andere man, ik heb haar nooit meer gezien, veel jaren later wilde ik haar ook nooit meer zien.

Van die eerste jaren kan ik mij niet veel herinneren behalve dat ik veel gehuild heb en veel in bed geplast. Met dat laatste wisten de nonnen wel raad, je werd in een badkuip met ijskoud water gekieperd en kreeg op je natte blote kont een pak slaag met een mattenklopper.

Ik heb vaak ook andere jongens horen huilen. Ook was het verboden om met je handen onder de dekens te slapen, welke zieke geest verzint zo iets, als je dat toch deed dan moest je zonder dekens onder je bed gaan slapen. S’avonds werden we allemaal wakker gemaakt om te plassen, de nonnen stonden dan voor het toilet te wachten de deuren moesten open blijven je moest gaan zitten mocht niet blijven staan want dan konden ze niets zien en als je dan klaar was werd je piemeltje om de beurt door de nonnen met een doek afgeveegd. Wat ze met die kleine piemeltjes hadden begrijp ik nu nog steeds niet, het kwam regelmatig voor dat je s’nachts wakker werd omdat een non aan het friemelen was, ik deed maar net of ik sliep dat deden de andere jongens ook.

Toen ik wat ouder was moest ik s’morgens naar de eerste mis daarna moest ik alle bedden opmaken, was het niet goed genoeg dan werd van alle bedden alles op de grond gegooid en kon je weer opnieuw beginnen. Mocht je tijd te kort komen dan moest je het tussen schooltijd afmaken. Dus zonder ontbijt zonder middageten. Een keer in week moest de slaapzaal geveegd met boenwas in boenengesmeerd uit gewreven en geswabberd worden, helemaal alleen. Natuurlijk wel onder toezicht. Later dacht ik wel eens dat we werden klaargestoomd om ergens als hulp in de huishouding te gaan dienen omdat er wel eens vreemde mensen op bezoek kwamen en werd er door de nonnen verteld wat je niet allemaal kon. Wie weet hing er wel een prijskaartje aan.

Ik moet ruim 6 jaar zijn geweest toen ik door ene zuster Gertruda, ik zal haar nooit meer vergeten heelaas, uit mijn bed werd gehaald en mee moest naar haar cel, dat was een afgesloten ruimte in de slaapzaal waar een non sliep en wat voor ons strikt verboden was. De deur ging op slot ik moest absoluut niets zeggen anders moest ik in de badkuip zij deed haar nachthemd uit was helemaal naakt ik wist niet wat ik zag trok mijn kleren van mijn lijf ging op bed liggen trok mij naar zich toe en dwong mij haar kruis te likken tot dat zij, wat ik pas jaren later begreep, haar hoogte punt had bereikt En dat alles onder het oog van een Mariabeeld met een brandend kaarsje er voor.

Op het schoolplein vroegen de jongens elke keer hoe ik aan die rode strepen kwam in mijn gezicht, ik zei maar dat ik gevallen was. Dit heeft waarschijnlijk een half jaar geduurd (een kalender had je niet) zeker een paar keer per maand. Toen mijn oudste broer mij een keer van school kwam halen, mijn broers mochten niet op bezoek komen, heb ik het verteld, hij zei dat ik dit aan de hoofdzuster moest vertellen. Welnu, dat heb ik geweten. Ik moest mee naar de zolder werd opgesloten in een donkere bezemkast stonk naar de boenwas vol met muizen en ratten, kon er nauwelijks zitten. Als ik lawaai zou maken dan wist zij nog wel iets anders, zij zou mij wel leren om niet te praten. Ik weet niet hoe lang dit heeft geduurd het leken wel dagen, mijn behoefte kon ik in ieder geval niet ophouden en zat helemaal onder. Eindelijk ging de deur open de hoofdzuster had een liniaal in haar hand niet zo’n platte maar een vierkante zij dwong mij om mijn ontlasting op te eten, dat wilde ik natuurlijk niet maar zij bleef net zo lang tegen mijn oren slaan met die liniaal tot dat ik deed wat zij wilde, ben nog altijd misselijk als ik hier aan denk.

Ik heb me mijn hele leven niet zo vernederd en beledigd gevoeld het ergste is dat je dit nooit meer kwijt raakt. Schaamde mij er voor om het aan iemand te vertellen en was, ben eigenlijk nog bang dat ik mijn emoties niet in bedwang kan houden. Op school kreeg je godsdienstles en werd er in bedekte termen over vies doen gesproken, wat dat precies in hield werd er niet bij verteld, maar ik begreep dat ik dat gedaan had met zuster Gertruda, en ging dat biechten. Voelde mij nog schuldig ook. Zeer kort tijd later werd ik in een pleeggezin geplaatst, volgens mij heeft deze biechtvader zijn biechtgeheim geschonden en er werk van gemaakt. In het kort mijn leven in vijf pleeggezinnen. Overal moest ik papa en mama zeggen, heb ik altijd geweigerd. papa mama

Volgens mij maar een paar weken in Bladel bij een boer in Brabant achter Eindhoven daar moest ik koeien melken en de stal schoonmaken, kon ik niemand verstaan toen weer terug naar Den Haag in een kindertehuis aan de Koninginneweg een paar weken in Arcen een dorpje achter Venlo ook daar was de taal een probleem dus ook van korte duur naar een kindertehuis in Amstelveen en elke keer was ene juffrouw Schoenmakers mijn begeleidster en daar ging ik weer met mijn koffertje.

Toen naar Uithoorn  bij familie van B. in een groot huis hadden een auto en een telefoon dat was voor die tijd heel wat, de vader heb ik maar zelden gezien zij hadden 9 kinderen 2 zoons die waren in Indië de meisjes waren allemaal ouder dan ik. Ik kwam in de tweede klas dus toen was ik 7 jaar. Behalve dat ik daar ook alle bedden moest opmaken en de afwas moest ik ook regelmatig beneden in de garage de was doen, wat ik erg vies vond want het waren allemaal lappen met veel bloed. Ik snapte toen nog niet dat het maandverband was. Overigens waren de meisjes allemaal lief voor mij, ik mocht vaak meespelen vooral doktertje spelen was erg populair opvallend was dat zij daarbij erg veel last hadden in de onderbuik. De moeder kreeg het in de gaten en kon ik mijn koffertje weer pakken. Toen naar Waalwijk  familie van der G. Kwam in de derde klas.

Het was een school met 3 lokalen en 3 leraren, dus 1en2 enz. bij elkaar omdat het tempo voor mij blijkbaar zo laag was deed ik één jaar 2 klassen met als gevolg dat ik na mijn 10 de verjaardag 2 keer moest blijven zitten gelukkig mocht ik het laatste jaar naar een broederschool om mij bij te spijkeren voor de HBS.

huislijk geweld2Mij is bij gebleven dat bij deze mensen wel 10 soms wel 13 jongens waren wij sliepen allemaal op de zolder en mochten niet in de kamer komen alleen in de bijkeuken 3 jaar lang elke ochtend reuzel op je brood. Veel van die jongens waren de beste niet vaak politie en arrestaties, ik heb mij daar nooit mee bemoeid was braaf misdienaar en zat op het kerkkoor. De heer des huizes stond aan de lopende band bij een schoenfabriek dus dat was ook geen vetpot. Mijn vader heeft toen met behulp van een bevriende advocaat uitgezocht dat er zeker 3 waarschijnlijk 4 verschillende voogdijraden onafhankelijk van elkaar daar jongens plaatsten. Als laatste 4 jaar naar Den Bosch daar ben ik normaal opgevangen.

Op mijn 16 de mocht ik naar mijn vader in Amsterdam daar heb ik de HBS afgemaakt.

 

Afstandsbaby’s en andere herinneringen

Ramon Smeets

Herinneringen,

Er komt steeds meer bij mij boven.

Waarschijnlijk werd ik misbruikt omdat ik vrijwel de enige jongen was die nooit bezoek ontving en dus niet bij familie terecht kon met mijn ervaringen.

Andere jongens kregen als zij jarig waren en met sinterklaas cadeautjes kregen ook vaak bezoek of mochten een dagje mee. Voor hen werd ,, Lang zal ze leven gezongen,, ik kan mij niet herinneren dat ik ooit ben gefeliciteerd.

Regelmatig hadden zij nieuwe kleren, de enige keer dat ik nieuwe kleren kreeg was toen ik naar Uithoorn ging. Ik droeg altijd afdankertjes ook in Waalwijk.

Alleen als een van mijn broers mij van school kwam halen had ik contact, zoals al eerder aangehaald heb ik alleen tegen mijn oudste broer verteld wat mij is overkomen, met alle gevolgen van dien.

In het kader van zilverpapier sparen voor de arme negerkindertjes, er is sinds die tijd niet veel veranderd alleen zilverpapier is bankpapier geworden, werd er een filmavond georganiseerd, alleen maar blote negers en negerinnen dansten om een kampvuur vrouwen gaven kinderen de borst. Was deze film voor kinderen of voor hen zelf? Ik heb nog nooit zoveel paters fraters broeders en nonnen gezien als toen. En ons maar vertellen dat bloot vies was, je mocht niet eens precies als bij het slapen je handen boven de dekens, je handen in je broekzak stoppen. Ik hoorde laatst beneden in de zaal oudere katholieke dames over hun jeugd praten aangevuld met mijn eigen ervaringen komt het hier op neer.

Het was vroeger een eer als een van de kinderen, vaak uit heel grote gezinnen, naar het klooster ging. Wat ik als misdienaar op ving dat er in de pastorie door de pastoor en de kapelaan over gesproken werd als men iemand op het oog had. Men ging dan naar de ouders en vertelden dat die dochter of zoon door God geroepen was. De kinderen werden dan binnen gehouden mochten niet meer naar jongens cq meisjes kijken. Tijdens de Zondagse preek werd dat bekend gemaakt en zaten de ouders te glimmen van trots.

De pastoor werd er voor beloond als hij zo veel mogelijk kinderen zo ver kreeg hij werd dan overgeplaatst naar een grotere parochie en, dit weet ik niet zeker, met een waarschijnlijk hogere financiële beloning.

Wat dit met deze kinderen deed daar werd niet over nagedacht, midden in je puberteit op gesloten worden in een klooster, ik denk dat dit een van de redenen is dat ze later met zich zelf geen raad wisten en op alle mogelijke manieren om toch aan hun seksuele gevoelens toe te geven gebruik maakten van weerloze kinderen. Wat is er nog makkelijker.

Als misdienaar mochten wij soms in de parochietuin spelen en fruit plukken deze tuin grensde aan de tuin van het nonnenklooster, wij mochten niet achter de bosjes komen maar dat deden wij stiekem toch, daar was een hoge muur met een poort die was niet afgesloten.

In het dorp gingen geruchten dat er babylijkjes begraven waren in de tuin van de nonnen.

wallenIn mijn tijd als bankmedewerker werd ik in mijn leerperiode geplaatst bij een filiaal aan het Damrak in Amsterdam vlak bij de wallen. Daar hadden wij veel prostituees souteneurs en zg hoeren madames als cliënt, met een van die madams had ik een vrij goede band zij was bijna blind en ging vrij regelmatig naar haar safeloket, waar ik dan op haar aanwijzing geld uit moest halen.

Met haar had ik meerdere malen een gesprek ik vroeg haar eens wat het voor vrouwen waren die achter het raam zaten, meestal waren het gewone huisvrouwen maar er zaten ook wel eens hele vreemden tussen zoals zelfs een non, ik vroeg haar hoe zij dit wist, nou ik bewaarde altijd haar koffer want in dat peeskamertje was daar geen ruimte voor trouwens allemaal hadden zij een handtasje want voor die slip en bh heb je geen koffer nodig ik keek er in en trof daar nonnenkleding aan. Op het perron van het station kleedde zij zich om.

Op z’n Amsterdams. Ach jochie ook zij hebben wel eens jeuk.