Fysiek psychisch geweld tegen kinderen kent vele parallellen met seksueel kindermisbruik, maar is lang niet zo bekend als we zouden denken. Want bekendheid zou betekenen, dat er eerder echte actie wordt ondernomen, dat er inzicht is in gevolgen en dat je adequate hulp met alle gevolgen kunt krijgen. Zeker wanneer vrouwen met geweld uit hun huis, met als getuigen de kinderen, worden geslagen. Het allerergste vind ik wanneer de vrouw in dit geval, nog dezelfde avond terugkeert bij haar man.
Wie aan kindermishandeling denkt, denkt in de eerste plaats aan slaan, aan fysiek geweld. Toch heb ik uit eigen ervaringen gemerkt dat dit, samen met psychische kindermishandeling in de praktijk weinig echte aandacht krijgt. Samen hebben we dit thema ook met onze Nederlandse lotgenoten organisatie VPKK, besproken. Het manipulatieve geweld wanneer je ronduit besodemietert wordt door je opvoeders en in dit geval door nonnen en broeders.
Wanneer je de GGZ en hulpverlenende instellingen die hulp zouden bieden na fysieke en psychische kindermishandeling als peilstok zou kunnen zien voor de algemene kennis en bemoeienis met kindermishandeling, wordt zichtbaar dat fysiek en psychisch geweld tegen kinderen nauwelijks echt aandacht heeft.
Misschien wel, omdat de gevolgen niet zo ‘invoelbaar’ zijn als die van seksueel misbruik, of omdat het minder leeft, minder erg wordt gevonden, of omdat het iets is wat
“nou eenmaal gebeurt“.
Misschien zijn we, anders dan bij seksuele dingen in de samenleving veel meer gewend aan geweld. En lopen bij de combinatie geweld en kinderen niet de rillingen over onze ruggen wat het wel doet in de combinatie seks en kinderen.
Wie in het publieke domein zijn / haar kinderen slaat wordt hierop ook nauwelijks aangesproken. Je kunt het zelfs zomaar op straat of in een winkel zien gebeuren. We zijn op een of andere manier toch gewend dat kinderen geslagen, uitgescholden en gepest worden. “Wordt je hard van”…. “Is goed voor je”… “Moet je niet over zeuren..”.Waarom vinden we dat bijna gewoon?
Als ‘ervaringsdeskundige’ kun je vanuit de praktijk vertellen, iets wat soms meer kan vertellen, dan een meer dan honderd pagina’s tellend dossier ‘wat met de beste bedoelingen’ wordt geschreven.
Gedurende vrijwel mijn hele jeugd heb ik met zowel fysiek en psychisch geweld te maken gehad, sommige perioden langdurig en intens. Er is nog op mijn raam geschoten, mijn klokkenleiderschap heeft mij dit soort dreiging laten voelen, de zuidelijke media boycotten mijn muziek, hebben zich nadat het nationale nieuws zich heeft afgekeerd, vanwege andere #metoo sensaties, ben ik persona non grata van het jaar tot voldoening van andere ego’s, die nooit in de media komen. Zelf zit ik ook aan tafel bij de Cie. de Winter.
Fysiek en psychisch geweld lijken, pas in 2016 voor het eerst bespreekbaar te worden sinds deze commissie de Winter in Nederland. En dat, terwijl fysieke kindermishandeling al een bekend verschijnsel was en aandacht had van de zogenaamde AMK’s (Algemene Meldpunten Kindermishandeling, meestal voogdij instellingen en instellingen van kinderbescherming) welke al opgericht werden in 1970; nog lang voor seksueel misbruik veel meer uitgebreid in het nieuws kwam, in de jaren ’80. Fysiek en psychische kindermishandeling staan op enorme achterstand vergeleken met seksueel misbruik.
Fysiek geweld tegen kinderen- wat (veel en langdurige) pijn met je doet
Wie zich aan een kachel brandt wil zijn hand wegtrekken als in een reflex. Het lichaam is in alle opzichten ingesteld om pijn altijd te vermijden, want pijn in het lichaam ervaren betekent voor de hersens: er is iets helemaal mis!
Bij fysieke kindermishandeling wil je als het ware je hand wegtrekken, maar anderen beletten je dat – expres.
Je kon je zo wie zo niet verweren tegen broeders die tweemaal zo groot waren als jij als tien jarig jongetje. Op het Franciscaanse internaat Bleijerheide werd je broekje naar beneden getrokken en kon de broeder zijn sadistische pedo neigingen op je botvieren.
Later als kind denk je zelf dat je al dat geweld ook echt verdiende, zelf schuld was….mea culpa. Een mythe die je zelf gelooft.
Wanneer de kinderbescherming weigerde fysiek geweld te onderzoeken, dacht je eerst ook nog wel dat het zo hoorde, dat het gewoon was geweest dat je zoveel mishandelingen had gehad – je had het volgens anderen allemaal ‘verdiend’, en ook al was ik een probleemkind dan nog is geweld, incidenteel dan wel structureel geweld, onacceptabel.
Commissie De Winter
We mogen blij zijn met een Commissie Geweld in de Jeugdzorg, geleid door Professor de Winter. Hierdoor wordt tenminste fysiek geweld tegen kinderen onder de aandacht gebracht.
De Commissie de Winter moet in tegenstelling tot de Cie. Deetman onderzoeken wat er gebeurt is, zonder ‘het tijdsbeeld’, erbij te halen want wat weten wij nou van het ’tijdsbeeld’ in de vroeg middeleeuwen misschien was de opvoeding toen minder gewelddadig dan in latere periodes. Men kan geweld en misbruik alleen begrijpen wanneer alle gedrag en handelingen, feiten, naast elkaar liggen en onderzocht zijn.
Of zouden we ook zo over de Tweede Wereldoorlog kunnen spreken, van ‘Het gebeurde nou eenmaal overal zo tegen Joden en zo, dus het was dan voor die tijd toch eigenlijk heel gewoon?’ – Dus minder erg?
Pedagogische tik…
Er wordt dan zelfs nog gesproken van een zogenaamde pedagogische tik?? Ook Deetman vertelde bij zijn presentatie onderzoek seksueel misbruik in 2010 dat hij niet ‘de corrigerende tik’, wilde meenemen. Nou, daar heb ik mooi in een apart kamertje corrigerend, gelijk met dhr. Deetman over gesproken (als enige vertegenwoordiger van het seksueel geweld dossier aanwezig). Deetman had zijn mond vol over wetenschappelijk onderzoek en de waarheid maar als je bij voorbaat niet de gehele waarheid op tafel wilt krijgen, dan zullen de conclusies magertjes afsteken tegen de werkelijkheid op het schoolplein (lees klaslokaal / thuis / internaten). Deetman vond mij maar irritant maar heeft later toch het geweld mee laten wegen in een aparte commissie…nou ja machthebbers moeten altijd een beetje gelijk krijgen.
Dit artikel is een bewerking van eerder gepubliceerd stuk van onbekende auteur met persoonlijke aanvulling ondergetekende.