Bang voor de nacht
Voor de fakkel die raast
zonder oponthoud
en terug naar af
Ik blaas het vuur als vanouds
is er niemand tegen de kou
is er een lied
dat ik hoor bij het bladeren van het vuur
danst de fakkel voluit
als een stem zonder klank
Dit stille korps marcheert
door lege handen vol zweet
door lege straten gedwee
en hun lege huizen dalen af
zakken in hun eigen kerkers
tot de onderste steen
http://www.crimesite.nl/component/content/article/179-baybasin/22785-demmink.html
Passages uit de Demmink-brief
Dossier – Baybasin
donderdag 02 februari 2012 18:08
Het landelijk parket heeft in een brief aan de twee mannen die aangifte wegens seksueel misbruik hebben gedaan tegen secretaris-generaal Joris Demmink van het ministerie van Justitie gemeld dat deze geen verdachte is. De brief bevat passages uit het rapport van de Landelijke Expertisegroep Zedenzaken (LEBZ) van juni vorig jaar. Lees na de break gedeelten uit de brief.
De Rijksrecherche en het Openbaar Ministerie hebben, na het verschijnen van het rapport van de LEBZ, nog opmerkelijk lang onderzoek gedaan.
In het zogenoemde onderzoek Zürich naar de aangiften van seksueel misbruik door de hoogste ambtenaar van Justitie, Joris Demmink, is ook de Turkse journalist Burhan Kazmali gehoord. Deze schreef de afgelopen jaren verschillende artikelen in Turkse media over de zaak Hüseyin Baybasin (foto), die in Nederland een levenslange gevangenisstraf uitzit. Volgens Kazmali blijkt uit zijn onderzoek dat Demmink in Turkije is gechanteerd.
In de jaren negentig zouden Turkse kinderen door Demmink zijn misbruikt. Het toenmalige corrupte bewind zou de Turkse veiligheidsdienst Demmink hebben laten benaderen om Demmink te bewegen een onderzoek te doen tegen de in Turkije bekende Koerdische leider Hüseyin Baybasin. Baybasin zou voor geld en wapens voor het Koerdische gewapend verzet, door de PKK, hebben gezorgd. Uiteindellijk is Baybasin in Nederland in 1997 aangehouden voor opdracht geven tot twee moorden, in een zaak waarvan het dossier rammelt, en die momenteel bij de Hoge Raad in herziening ligt.
De Rijksrecherche wilde niet in Turkije onderzoek doen. Daarom kon één van de twee jongens die aangifte hebben gedaan tegen Demmink niet worden gehoord. Deze jongen durfde het niet aan om naar Nederland te reizen.
De Landelijke Expertisegroep Zedenzaken (LEBZ) heeft volgens het landelijk parket ‘ernstige inconsistenties’ vastgesteld tussen de verklaring die door één van de aangevers in Leiderdorp is afgelegd en diens op video opgenomen verklaring in Istanbul. Volgens de LEBZ waren kleine verschillen wel te verwachten, maar de geconstateerde verschillen noemt het LEBZ ‘essentiëel’.
Advocaat Van der Plas, van de jongen die aangifte heeft gedaan, zegt niet te weten op welke verschillen de LEBZ doelt: ‘Misschien is hij niet zo gedetailleerd op seksuele activiteit ingegaan als een Nederlands kind zou doen. Maar dat kan liggen aan de cultuur omdat het daar nog een groter taboe is. Overigens heb ik de verklaringen vergeleken en ik zou echt niet weten waar die verschillen dan in zouden zitten.’
Het integrale rapport is overigens niet aan Van der Plas ter beschikking gesteld.
Verder schrijft de LEBZ: ‘Hetgeen door X wordt geantwoord naar aanleiding van doorvragen door de rechercheurs tijdens zijn aangifte wekt regelmatig de indruk niet gebaseerd te zijn op daadwerkelijke herinneringen, doch bij gebrek aan dergelijke wetenschap aangenomen, ingevuld of geconstrueerd te worden, om toch een antwoord te kunnen geven. Dit is vooral relevant bij de vragen die rechtstreeks betrekking hebben op de seksuele activiteit die zou hebben plaatsgevonden.
‘Een nader verhoor van X met als doel het wegnemen van onduidelijkheden, het verkrijgen van verdere details of het proberen om middels doorvragen inconsistenties weg te nemen, zal niet leiden tot een grotere mate van betrouwbaarheid.’
Desondanks schrijft de LEBZ: ‘De leden van de Expertisegroep hebben zich geen oordeel gevormd over de vraag of hetgeen door X wordt verklaard wel of niet is gebeurd.’
Volgens de LEBZ kan niet ‘gesteld’ worden dat wat de aangever zegt betrouwbaar is. En dus kan Demmink niet als verdachte worden aangemerkt.
De Rijksrecherche heeft nog wel onbekende personen gehoord die informatie konden geven over de reisbewegingen van Joris Demmink in de jaren negentig. De dienst heeft ‘geen enkele bevestiging’ opgeleverd dat Demmink in betreffende periode in Turkije ‘zou zijn geweest’.
De officier van justitie van het landelijk parket schrijft ten slotte aan de twee aangevers: ‘Voor de duidelijkheid merken wij op dat onze beslissing niet inhoudt, dat u in het geheel geen slachtoffer bent geworden van een seksueel delict. Onze conclusie is wel, dat er geen enkel bewijs is dat Demmink, tegen wie uw aangifte gericht is, iets met de door u gestelde feiten te maken heeft.’
Advocaat Adèle van der Plas zal nu een klacht bij het gerechtshof neerleggen in het kader van artikel 12 van het Wetboek van strafvordering.
Kijk ook naar: http://www.bs-foundation.nl/sectie/demmink/de-zaak-demmink/