Het eerherstel betreffende ‘broeder Coma’ begint met een sterk emotionele toon waarin broeder Andreas, ik noem hem broeder Coma daar luminal een grote rol speelde in internaten, de vele sterfgevallen in huize St Joep te Heel, een gevolg waren van luminal, het hoeft overigens niet persé aan alle sterfgevallen gekoppeld te worden. Dat overal sterfgevallen voorkomen (St Anna) is een understatement maar de ‘I’m sorry, so sorry‘ toon die over het eerherstel ligt krijgt een weeïge, zoetige nasmaak en doet geen recht aan de waarheid die nu eens van de andere kant wordt bekeken. God wordt erbij gehaald, de spuit die deze broeder niet kon vasthouden, alles werd pro deo gedaan, eerherstel voor het hele vrijwilligersbolwerk van de katholieke monocultuur die van boven naar beneden commandeerde en haar gezag uitoefende. Juist wij hebben nooit beweerd dat het door 1 man / broeder georganiseerd werd die deze ‘coma geschiedenis‘ typeert. Het ligt veel breder en gaat door menige congregatie…het gebruik van Luminal (hoeft geen spuit bij te pas te komen).
Wanneer je alle moeite steekt in het ontmaskeren van de paparazzi pers blijft desalniettemin de samenleving verstoken van de waarheid, (de leugen regeert), je twee werelden onrecht aandoet. De ‘sorry, sorry broeder Andreas’ boodschap wiens geestelijk levensloop al voor de oorlog in het redemptoristen klooster te Wittem begint, of beter eindigt, want daar lijkt hij niet geschikt wegens de neiging tot overdrijven. ‘Er is iets vreemds in hem’ merkte de rector op.
Wat precies met dit overdrijven wordt bedoeld wordt nergens duidelijk. Precies tegenover dat klooster te Wittem (op de Rijksweg) woonde mijn Opa en Oma, vaak werd ik in de kerk in een hoekje gedrongen en had alleen zicht op de statie portretten, deze lijdensweg moet broeder Andreas ook aanschouwd hebben, vreemd dat zijn ogen naar dezelfde muurschilderingen hebben gestaard als de mijne. Je raakte geobsedeerd, althans zo verging het mij, deze lijdensweg en de ontmoeting met Maria, tussen moeder en zoon, greep mij diep aan. Ik voelde me naast mijn zwijgzame Opa verstoken van alles maar je zag het lijden, het hing daar, staarde je aan, én het zal je ooit opwachten. Dit lijden als rode draad komt terug in het boek ‘eerherstel’, het gold voor al die broeders en zusters die zich namens de zelfverloochening hebben opgeofferd. Sorry, sorry broeder Andreas, we hebben spijt voor de brute paparazzi veroordelingen maar hier wordt de emotionele lat wel erg hoog door de auteurs gelegd namelijk de congregaties versus de lage lat, het lage fruit van een weigerende samenleving die voor deze gehandicapten niet wilde zorgen. Hier scoort het Christelijk geloof tegenover de egoïstische motieven van een koele samenleving, beetje kras. Eerherstel voor de oude caritas, christelijke waardes als basale levenshouding die nu zo node wordt gemist.
Dan volgt een opsomming van de bedden in huize St Joep. Vierhonderd zeven en zeventig bedden die rij aan rij stonden?? Allemaal op één zaal? Nee, men woekerde met ruimtes, betalingen kwamen pas bij de AWBZ in 1968 aan de orde. Er wordt door de auteurs een beetje tendentieus geschoven met de cijfers, hun adoratie voor het werk van de broeders en nonnen ‘below’, zeg maar het grondpersoneel, zij deden alles pro deo maakt hun echter blind om de feiten te benoemen. St Anna had al een erkende voogdijstatus in 1907. St Joep kreeg deze voogdij status in 1950. Men wil de omstandigheden in die tijd laten meewegen maar laat onverlet dat veel archieven zijn verdwenen, niet bijgehouden hoewel ze wettelijk verplicht waren dit te doen. Dit beeld van omtrekkende bewegingen wanneer het op archieven aankomt kennen wij van het grote misbruik schandaal. Je mag ’the people below’ onderzoeken maar niet de ‘people on the top’, die blijven steeds uit beeld. De verstandelijk gehandicapten moeten ellendig hebben geleefd, het was macaber. De spotlight moet echter niet alleen op de onderkant gericht blijven want dit draagt niet bij aan de waarheid. Je zou evengoed kunnen zeggen dat men het niet aankon, en dan nog stroomden gehandicapten uit het buitenland naar Heel. Zie het Annemieke Klijn onderzoek ‘tussen caritas en psychiatrie‘. Een heel scala aan psychiatrische aandoeningen waar niemand, ook psychiaters niet, raad mee wisten. Maatschappelijk ongeschikten of debielen, imbecielen, grens, rand en pseudo debielen, half zwakzinnigen, zotten en dwazen zoals ze toen genoemd werden zaten in dit soort instellingen. Klijn heeft al gewezen op de marginalisering van gehandicapten waarin deze mensen terecht kwamen, niemand had oog voor hen, dan is het volledig terecht dat broeder Andreas wordt gerehabiliteerd maar het zegt nog steeds niets over wat er precies gebeurt is door de broeder(s) / orde / congregatie die de neiging had tot overdrijven. 447 bedden! Ga er maar aan staan.
De verschuiving van boetedoening dan wel bestraffing naar medicalisering en menswaardige behandeling was dan ook een grote stap in het denken over hulp. Dat gebeurde pas in de zeventiger jaren, voornamelijk met de opkomst van de anti-psychiatrie en de vervaging van het begrip ‘zot’, ‘gek’…wie is er van hout? De cultuur in de vijftiger jaren droeg niet bij, ondanks het vele goede werk van broeder Andreas waarvan men wist dat hij kon overdrijven, zij het grondpersoneel konden het opknappen. Het doet me denken aan de zeden delinquent die veroordeeld was en een kans kreeg bij St. Joep…dit soort mensen aanstellen is bijzonder gezien het feit dat er -heute zu tage- volkswoedes ontstaan wanneer een pedofiel zich in de buurt vestigt. The people below knappen nog steeds het vuile werk op voor the people on the top, schrobbende, aardappelschillende meisjes, laat ze maar in de fout gaan de waarheid schuiven wij dan wel af….ach sorry, sorry broeder Andreas kom uit uw coma en ontwaak voor een menswaardig bestaan voor deze gehandicapten, geef ze de reep chocola na een volle week te hebben gewerkt voor Philips. Dealtje overste versus de directeur? Wilt u nog een sigaar!