De Morgenster
Bij het opnemen van de telefoon zie ik aan het nummer dat het de Mus is.
“Ben je thuis?” vraagt ze.
“Als ik er niet ben kan ik toch niet opnemen!” antwoord ik .
“Els, ik was op weg naar de supermarkt en weet je wat ik onderweg vond?”
“Geen idee, Mus.”
“Een prachtige boom!”
Geamuseerd vraag ik of ze die niet net als voorheen de plantjes bij het kerkje, proletarisch heeft meegenomen.
“Ze hadden hem gewoon op straat geflikkerd. Het is een prachtige levensgrote plastic boom, die niet te onderscheiden is van een echte. Hij staat al te pronken in mijn tuin.”
“Heb je hem alvast voor de kerstdagen van volgend jaar meegenomen?” vraag ik.
“Nee het is geen kerstboom.”
“Je bent een echte morgenster Mus.”
“Wat bedoel je daarmee?”
“Iemand die alles van de straat meeneemt!
Trouwens Mus, omdat we vanwege de corona niet bij elkaar komen, heb ik je naamgenootje op de balustrade van mijn balkon geplaatst, zodat ik je in iedere geval iedere ochtend kan begroeten.”
Als we uitgelachen zijn, vraag ik of ze al plannen voor vandaag heeft .
“Ja, ik ga straks lekker koffie drinken in het buurthuis en daarnaar gezellig met de nog overgebleven dames eten. De vrijwilligers koken heerlijk en het is ook nog eens gratis. Vaak geven ze me ook nog het overgebleven eten mee.”
“Voor een armlastig Musje is altijd wel een extra hapje over,” zeg ik lachend.
“Ze vinden me daar aardig, Els, en dat is wederzijds.”
Dat kan ik me best voorstellen. Met haar ontwapenend gedrag maakt ze zich al snel bij iedereen in haar omgeving geliefd. En haar gevoel voor humor is ondanks een lichte dementie gelukkig nog helemaal intact.
Els Mulkens
7 januari 2021