Tijd om weer wat eigen artikelen te gaan schrijven op dit blog, hoewel ik naar verandering snak en speur naar bredere horizonnen, staat de trein in RKK misbruik land stil, er gebeurt ogenschijnlijk niet veel. Doch Maandag 6 Augustus is er een kort geding, te Maastricht daar zijn heel wat perikelen aan vooraf gegaan, ook RKK getrouwen en andere dwarse doofpot heren zijn intussen vlijtig informatie aan het vergaren. Als je dan toch niet veel te doen hebt, beetje vakantie…non-actief bent, maak van nieuwe ontstane krachten gebruik gelijk een Taekwondo gevecht wiens tegenstander je onderuit haalt wanneer die in de aanval gaat. Nu heb ik zelf deze Taekwondo sport beoefent en het is een verdedigingssport met voet, hand en de weg die deze aflegt, komt voort uit een natuurlijke co-existentie. In geestelijke termen kun je spreken van een strijd tussen schimmen uit het verleden die zich nog eenmaal oprichten. Spoken zonder handen en voeten hun weg in de spelonken van de ziel krabben om zonder geluid proberen de aandacht te trekken. Niemand die je echt hoort, niemand die echt naar je luistert. Als kind moest je al met deze fenomenen leren omgaan, de hetze bestond uit roddel, het opstoken van broeders onder elkaar en tegen anderen, het betrappen van seksuele activiteiten onder de pupillen, daar spookten de celibatairen een afkeurenswaardige rol in…de werkelijkheid was anders, gemener, vals en eenzamer.
Eind jaren zestig werden op franciscaner jongenspensionaat te Bleijerheide twee jongens betrapt die seks met elkaar hadden door broeder L. ook wel de spion genoemd. De spion ging hiermee naar de dienstdoende broeder, broeder E. Broeder E ontfermde zich over het jongetje S. dat in de hiërarchie hoger stond daar zijn pa een notabele was uit het rijke Roomse leven. Het andere jongetje werd berispt en zijn invloed veroordeelt als ‘slecht en gedegenereerd’. Hij mocht niet meer met dit ‘betere’ jongetje spelen en broeder E. hield vanuit zijn beschouwelijke aard dan ook lange gesprekken met het zoontje van de aanzienlijke, notabele vader. De spion zat wel in zijn maag met deze kaping want hij had ze immers betrapt, het waren zijn jongetjes en eigenlijk zo biechtte de spion: ‘daar geen bezwaar tegen had’. Integendeel hij vertelde mij in 1985 het jaar van de geboycotte LP Pop against Pope dat hij zelf homoseksueel was en met een jongetje vaak de liefde bedreef voor hij het klooster inging. Niet dat dit nieuwe feiten zijn maar de twee broeders lagen elkaar niet meer zo, en de spoken waar ik eerder over sprak, staken wild de kop op. Ze kwamen tot leven, en niet alleen in de nacht!(wordt vervolgd).
Na het vorige maand verschenen artikel van Peter Hannaford in The American Spectator – “Dutch Child Sex Ring — Where’s the Justice?” met als subtitel “A U.S. ally’s stunning tolerance of pedophilia” – duikt de naam van Joris Demmink opnieuw op in een beschamend stukje ‘Holland Promotie’. Dit keer op de website van United Press International, een gerenommeerd internationaal persbureau met meer dan 100 jaar bestaansgeschiedenis. De wereld lijkt zich langzaamaan af te vragen hoe “the highest-ranking civil servant… a certain Joris Demmink”, beschuldigd van kinderverkrachting, de eindverantwoordelijkheid kan dragen voor de bestrijding van hetgeen hijzelf geacht wordt op zijn conto te hebben. In ons land blijft de overheid zwijgen en Demmink gedogen. In Washington gaan stemmen op om Nederland tot de orde te roepen. Het bericht is inmiddels doorgeplaatst op tientallen internationale nieuwssites. Hieronder een Nederlandse vertaling van de belangrijkste passages.
Het originele artikel op de UPI-website is een zgn. outside view commentary van de hand van Anthony T. Salvia, partner bij Global Strategic Communications Group, een bedrijf in Washington dat is gespecialiseerd in internationale regeringsbetrekkingen en de publieke zaak. Salvia is een voormalig speciaal adviseur van de U.S. undersecretary of State voor politieke zaken onder de Reagan-administratie.
Het artikel opent met een verwijzing naar het recente verbod op pedofielenvereniging ‘Martijn’, na een uitspraak van de rechtbank in Assen. Salvia hierover: “‘Martijn’ heeft sinds 1982 gepleit voor het legaliseren van seksuele relaties tussen volwassen en kinderen. Het verbod volgt op het stuklopen van de strafrechtelijke vervolging van ‘Martijn’, waarbij het Openbaar Ministerie –formeel onafhankelijk van, maar in feite onder invloed van het Ministerie van Veiligheid en Justitie– beargumenteerde dat het propageren van pedofilie en kinderpornografie binnen de Nederlandse wet is toegestaan. Deze stelling van het OM bracht een storm van publieke verontwaardiging teweeg en opende de weg naar het recente civiele proces.”
Vervolgens geeft Salvia aan dat het op voorhand nog niet zo zeker was dat de uitspraak van de rechtbank gunstig uit zou pakken: “Omdat de secretaris-generaal van het Nederlandse Ministerie van Veiligheid en Justitie –de hoogste ambtenaar in rang– een zekere Joris Demmink is. En Demmink wordt beschuldigd van kinderverkrachting.”
Hij verwijst naar de twee Turkse mannen die Demmink hebben aangeklaagd omdat hij hen (en volgens de aanklacht “talloze andere Turkse jongens”) in de jaren ’90 in Turkije seksueel zou hebben misbruikt, toen zij 14 en 12 jaar oud waren. Sinds hun aangifte heeft zich inmiddels een 3e slachtoffer gemeld. Salvia is reëel: “Vanzelfsprekend is een verdachte onschuldig tot zijn schuld is aangetoond, maar het is ontoelaatbaar dat de hoogst verantwoordelijken voor de strijd tegen kindermisbruik zelf verdachte zijn van juist deze misdrijven.”
“Demmink wordt niet alleen van pedofiele praktijken verdacht, maar ook van het misbruiken van zijn functie om vervolging te frustreren terwijl in politierapporten sprake is van mogelijke criminele activiteiten, het wegwuiven van beschuldigingen tegen hem en het manipuleren van het rechtssysteem in zijn eigen voordeel, waarbij hij de rechtsgang blokkeert voor zijn vermeende slachtoffers.
Zo betalen de kinderen in Nederland en in andere landen een hoge prijs voor wat alleen maar beschreven kan worden als een beschamend falen van het Nederlandse juridische en politieke establishment om misstanden in eigen kring aan te pakken.”
Wat Salvia betreft is Demmink in de Verenigde Staten niet meer welkom:“Het kan en moet Demmink het recht ontnemen naar de VS te reizen, totdat hij zich bij de rechter heeft verantwoord voor de beschuldigingen aan zijn adres.”
Salvia pleit voor hoorzittingen in het Amerikaanse congres over kindermisbruik en mensenhandel, en de rol die overheidsfunctionarissen hierin mogelijk spelen, in welk land dan ook, “met een specifieke focus op de praktijken van Demmink.” De U.S. Senate Foreign Relations en House Foreign Affairs commissies moeten volgens hem hun licht laten schijnen op“de implicaties van het feit dat een seksueel roofdier de hoogste ambtelijke functie kan bekleden op het Ministerie van Justitie in Nederland, een van onze trouwe bondgenoten.”
“Als afwijkend seksueel gedrag van overheidsfunctionarissen hen al kwetsbaar maakt voor mogelijke chantage door vijanden in binnen- of buitenland, dan maakt een ernstig misdrijf als kindermisbruik hen wel een heel aantrekkelijk doelwit,” stelt Salvia, die zich hardop afvraagt hoe comfortabel de Verenigde Staten zich kunnen voelen met een NATO-partner die beschikt over toegang tot staatsgeheime informatie, met een topambtenaar die aan vervolging wegens pedofilie probeert te ontkomen als hoogste baas van Veiligheid en Justitie.
“De Nederlandse autoriteiten moeten snel en daadkrachtig optreden in de Demmink-affaire. Tot dat is gebeurd, moet hij worden gedwongen zich te onthouden van enige bemoeienis met zaken die te maken hebben met pedofilie, kinderporno en kinder-/mensenhandel.” Salvia stelt dat het U.S. Department of State’s Office to Monitor and Combat Trafficking in Persons de zaak bij de Nederlandse regering aanhangig moet maken “en voorlopig alle bilaterale samenwerking met Nederland moet beëindigen totdat deze zaak op bevredigende wijze is opgelost.”
Bron:
http://www.upi.com/Top_News/Analysis/Outside-View/2012/07/12/Outside-View-The-struggle-against-child-sex-trafficking/UPI-10191342093152/