Hoe feiten van seksueel misbruik in de kerk al verjaard zijn, nog voor ze zijn gepleegd
“Ik zeg maar niets over pedofilie anders word ik opgeknoopt” (Torfs DS 23/04/2016)
In dat interview pleit rector Torfs om meer respect voor de traditie. Teveel mensen zouden traditie herleiden tot conservatisme. Mooie stelling, heel en al nuance. Hoe hij in datzelfde interview tot het drastische besluit komt dat hij zal worden opgeknoopt omdat zijn visie op verjaring inzake het pedofiliedossier in de kerk een andere is dan diegene van vele slachtoffers van seksueel misbruik in diezelfde kerk, zou ik – als uitspraak – eerder ten tijde van de inquisitie plaatsen. Tenzij de argumentatie van Torfs voldoende materie zou bevatten de doodstraf op de vrije meningsuiting terug in te voeren. Om die argumentatie te vinden moet ik redelijk ver in de traditie terugbladeren. Zeg maar tot in de vroege Middeleeuwen? In een democratische samenleving als de onze, waar de mensenrechten al een hele geschiedenis én traditie achter zich hebben, lijkt mij zo’n uitspraak eerder dramaturgisch punten te willen scoren dan exacte wetenschap uit te stralen.
Waarom rector Torfs telkens met overacting reageert op een invulling van de mensenrechten in de kerk blijft een open vraag. Een dialoog wordt pas dialoog als beide gesprekspartners zichzelf en elkaar echt willen beluisteren. Hoe meer iemand luistert naar wat leeft aan woorden en feiten hoe meer iemand kan verstaan wat er aan de hand is of wat iemand écht denkt. Enkel maar voortgaan op wat je al jaren denkt kan na een tijdje achterhaald zijn of vals gaan klinken.
Een voorbeeld. In 2005 schrijft rector Torfs ‘Voor de kerk bestaat er geen verjaring’ (DS 20.09.05). Vijf jaar moeten we dan nog wachten op het Vangheluwe debacle. Nu de historische documenten uit die tijd openbaar worden, lezen we dat op het moment dat Torfs dit schrijft politiediensten op de computer van Vangheluwe kinderporno aan het onderscheppen zijn. Ondertussen weer al verjaard.
Torfs schrijft in 2005 o.a. dat er maar 6 dossiers zijn van seksueel misbruik. “De daders zijn al overleden. De beschuldigden kunnen zich niet meer verdedigen . En wat is de band nog tussen de orde of het bisdom en de persoon in kwestie. Hoe ver in het verleden mag je teruggaan?” Om die vraag te beantwoorden schakelt Torfs over op zijn kennis van de grote traditie van de kerk. Zijn antwoord is amusant maar pijnlijk: “Je kunt toch moeilijk nu nog de dominicanen vervolgen vanwege fouten ten tijde van de inquisitie?”
Mocht dit een toneelstuk zijn, dan zou er cursief onder deze tekst staan: de acteur houdt voldoende pauze tot de zaal uitgelachen is. Of een Bijbelfanaat zou Torfs ernstig kunnen nemen en repliceren dat de Bijbelse traditie niet kan uitsluiten dat iemand 930 jaar kan worden. Denk aan Metusalem en co (Gen. 1,5). Zij stierven pas rond hun 1000ste levensjaar. Misschien, op basis van de Bijbelse traditie kunnen wij stellen dat er toch nog levende dominicanen onder ons zijn die de Inquisitie meemaakten?
Een stukje met humor doorweven leest altijd makkelijker. Maar vaak dient deze humor enkel als afleiding. Na 2005 is het aantal geregistreerde slachtoffers van seksueel misbruik, vertrekkende van de getallen van Torfs minimaal nog gestegen met ongeveer een 175-voud aan klachten. Dossiers werken opgemaakt. Ondertussen zitten we weer een decennium verder. Terug tijd om die nieuwe reeks aan klachten te seponeren. Opnieuw om dezelfde reden als 10 jaar geleden: ‘verjaard’.
Ik blijf mij vasthouden aan mijn geloof in de uitspraken van Rik Torfs van tien jaar geleden: “Voor de kerk bestaat er geen verjaring”. Verder zeg ik niets meer over verjaring in de kerk anders word ik opgeknoopt.
Rik Devillé