De methodistenkerk in Groot-Brittannië heeft donderdag excuses aangeboden voor het seksueel misbruik en de mishandeling van volwassenen en minderjarigen door predikanten en andere leden van de kerk. Dat gebeurde na de publicatie van een rapport waaruit blijkt dat sinds de jaren vijftig bijna 1900 gevallen zijn gemeld.
Na de publicatie van het rapport publiceerde secretaris-generaal Martyn Atkins van de Britse methodisten een verklaring waarin hij namens de kerk er zonder reserves verontschuldigingen voor aanbood dat de kerk kinderen, jongeren en volwassenen niet tegen het misbruik en de mishandeling heeft beschermd. „Dat is en blijft een diepe bron van verdriet en schaamte voor de kerk”, schrijft Atkins volgens de krant The Guardian.
Het onderzoek heeft drie jaar geduurd. Er werden 1885 gevallen van seksueel misbruik en mishandeling vastgesteld. In een kwart van de gevallen werden predikanten of leken die in dienst van de kerk werkten, als de dader genoemd. In slechts 61 gevallen is er contact met de politie opgenomen.
De methodistenkerk is in de achttiende eeuw in Engeland ontstaan en komt voort uit de Anglicaanse Kerk. In de gehele wereld heeft de kerk ongeveer 25 miljoen leden, van wie er velen in de Verenigde Staten wonen.
Waarom zitten er toch zoveel sadisten onder gelovigen?
Vanaf 2010 ben ik zeer actief met lotgenoten, geschiedenis RKK seksueel geweld maar in feite gaat mijn betrokkenheid en ontboezemingen nog veel verder terug. Okay, laten we beginnen in 1985 toen ik contact kreeg met broeder Lebuinus, ruim 20 jaar nadat ik internaat de rug had toegekeerd. Broeder Lebuinus was bakker in het jongenspensionaat arme broeders Franciscus, te Bleijerheide.
Het was de zelf geproduceerde LP ‘Pop Against Pope’, die mij deed besluiten om met nog twee muzikanten naar Bleijerheide getogen, geheel niet in het verwachtingspatroon dat ik er iemand zou aantreffen.
Doch één broeder (Lebuinus) troffen wij op zijn plek, overigens buiten het klooster, want ze bleken allemaal appartementen te ‘bezitten’, vlak naast het klooster. Het kloosterleven met sobere plekken en gangen, eenvoudig, meditatief leven had plaats gemaakt voor TV, radio, en alle gemakken waar een modern leven zich mee bedient.
Broeder Lebuinus was een erg aardige, vriendelijke, warme man die ook wel ‘de heilige’ werd genoemd en nadat hij mijn verhaal had aangehoord over Pop Against Pope LP, nodigde hij mij alleen uit om terug te komen want zo hadden ze me niet opgevoed om rebelse liederen te schrijven over het internaat, waarvan 1 lied ik niet afkreeg omdat het een apart, lang en vreemd intro kende, een heimelijk, wandelend, spiedend piano loopje waarin de gangen en slaapzalen tot leven kwamen, een broeder(s) op zoek naar….
In het tweede gesprek met broeder Lebuinus werd mij duidelijk wat ik in die intuïtieve piano partij, dat lange intro van het lied Boys School, onbewust had willen uitdrukken. Broeder Lebuinus kwam met een schokkende mededeling: “hij had zich afgetrokken aan mijn bedje”! Hij beschreef precies hoe ik sliep, met de knieën omhoog getrokken als in een foetus houding. De dekentjes waren bovendien naar beneden getrapt dus ik lag min of meer met half blote billetjes te slapen. Zo vertelde hij het, een herinnering van ruim 23 jaar geleden.
Wat ik mij kan herinneren is dat ik me ooit heb omgedraaid omdat ik merkte dat iets bij mijn bedje bewoog, gebeurde en Lebuinus zag weglopen, uiteraard ben ik in slaap gevallen want ja, de broeders flaneerden wel vaker langs de bedjes om te kijken of de jongetjes vredig hun oogjes dicht hielden.
Nu even wat feiten: broeder Lebuinus verving Jacobus begin 1962 als surveillant op onze slaapzaal. Ik was in het nieuwe schooljaar september 1961 aangenomen en ingekwartierd achter de vier muren van het internaat. Broeder Jacobus mocht na ruim zes maanden in 1962 inrukken omdat hij over de scheef was gegaan, de man riep het ook over zich af want hij controleerde iedere avond oortjes, nekjes en tandjes bij ieder jongetje, “lachen”, riep hij dan terwijl hij naast je stond te hijgen.
Ook Lebuinus moest (al na een paar weken) van de een op de andere dag weg en werd vervangen door lol-mep sadist broeder Alphons, die feestjes in zijn chambrettes hield met jongetjes.
Niemand begreep waarom Jacobus en Lebuinus weg moesten, behalve dan het jongetje die tegen zijn ouders verteld had wat Jacobus had uitgevreten.
Jacobus werd overgeplaatst naar het kasteeltje Meersenhoven, bij Maastricht waar hij zijn controle experimenten met jongetjes voortzette. Lebuinus mocht blijven.
Alphons zou de orde wel even handhaven, op zijn manier met veel geweld en rigoureus in zijn oordeel daar een aantal uitverkorenen op zijn chambrette mochten komen.
Ik hoorde daar nooit bij, ik had immers geklaagd tegen Servatius dat een pater mij had betast, en dat leverde mij isolatie op, twee weken excommunicatie, straf schrijven in het klaslokaal dat werd afgesloten. Mijn naam was in ieder geval (onder de broeders) gevestigd.
Niet bij Bulletje, die kon en mocht je verdoven, onderzoeken, iedere keer broekje naar beneden, enfin ik hoef niet steeds
koorts Bulletje
mijn verhaal uitgebreid of in detail te beschrijven want waar het om gaat is dat herinneringen soms even scherp als wazig, als met veel ongeloof verteld kunnen worden. Ongeloof dat broeder Lebuinus zonder veel schaamte je in 1985 meedeelde ‘oh ik heb me afgetrokken’.
Ik heb toen met broeder Lebuinus opnieuw afgesproken om zijn verhaal ‘in totalitieit’ aan te horen, en een camera mee te nemen (hoe stom kan transparantie uitpakken).
Ook heb ik broeder Lebuinus gevraagd waar hij terecht kon met zijn obsessioneel seks gedrag want ik vergeet te vertellen hoe dwangmatig dit deze man heeft beheerst, decennia lang dit probleem van zelfbevrediging, meerdere malen per dag, moest wegpompen. De broeder bakker die met zijn gezegende handen iedere dag het deeg kneedde. Geef ons heden ons dagelijks brood, baden wij dan hardop in de refter met Servatius, Bulletjes beste makker.
Het probleem was: broeder Lebuinus kon nergens terecht, hij wijfelde omdat ik aandrong: “waar kon u terecht met dit dwangmatige gedrag”, want hij had immers tegenover mij opgebiecht dat hij zich toen schaamde.
“In de biecht, ja precies in de biecht”, verklaarde hij opgelucht omdat dit immers geheim en onder de kerkelijke privacy wetgeving viel.
“Wie deed er al zo de biecht, was dat die pater…broeders mochten dat niet doen”, vroeg ik.
‘Ja, de paters van toen”, probeerde broeder Lebuinus een uitweg te vinden uit de kluwen van een Salomons oordeel.
De paters van toen, wie waren dat ook alweer: Te beginnen met de voor mij bekende pater rector Rogatianus Rouwendal O.F.M uit Bussum, die het zeker niet was want ik ben menigmaal misdienaar geweest en heb van de man nooit last gehad; pater Landric ‘Ohne Feine Manieren’, zoals hij zichzelf spottend noemde, heeft enkele gegrond verklaringen aan zijn broek hangen. Dan liepen er nog meer assistenten rond als pater Gijsbertus O.F.M. en pater Lotharius O.F.M. als subdiaken.
Gijsen heeft tenminste één gegrond verklaring, komt sterk overeen met mijn melding, incluis kamertje en godsdienstles. Doch nooit is aangetoond of bevestigd dat hij op Bleijerheide vertoefde, vanuit Rolduc uiteraard.
Nu zeg ik eerlijk, ik weet niet wie die pater was of heette. Hij heeft zich niet voorgesteld in 1961. Hij had een bril en leek op de foto die ik onlangs op een tentoonstelling in het Centre Ceramique te Maastricht zag over ‘Flikker (op) Gijsen’. Gijsen als Landric, beide droegen een bril.
Het ergerlijke is dat er ontkend wordt dat er een onderzoek was (op mijn verzoek) naar het verblijf, of beter het af en toe aanwezig zijn van Gijsen op internaat Bleijerheide.
Ik heb gesproken met bijzonder griffier, mevrouw Oude Breuil die een onderzoek deed naar aanwezigheid Gijsen op internaat Bleijerheide. Dit wordt ontkend en het meldpunt is onwetend over zulks onderzoek, dan vraag ik me af waarover heb ik met bijzonder griffier mevrouw Oude Breuil gezellig zitten keuvelen, in een chique etablissement te Maastricht?
In de uitgave van ‘125 jaar broeders franciscanen’ op pagina 59 wordt in een kantlijn het volgende vermeld:
‘Naast al datgeen wat historisch vermeldenswaard is geweest in klooster en pensionaat in Bleijerheide, gebeurden ook wel dingen die de officiële kronieken niet haalden, maar die toch op de een of andere manier bewaard bleven’.
Vijf jaar MCU, en ondanks dat het Deetman rapport op blz 643 Bleijerheide in 1982 vermeld dat grote delen van de archieven zijn vernietigd (waardoor klagers bewijslast werd ontnomen). Dhr. Bakker (contactgroep) maalt twee jaar geleden over nieuwe archieven die zouden zijn opgedoken en die vervolgens bij Bert Kreemers zouden zijn terecht gekomen (volgens broeder van Dam) lijkt op de een of andere manier het een ander ander in een grote put te zijn verdwenen. De traditie van de officiële kronieken. De reden dat ik geen klacht maar een melding indien want dan heb ik dit verhaal in ieder geval aangetekend en zelf niet laten verdwijnen omdat er zo weinig moedwillige bewijzen zijn.
Geschreven in opdracht van de heilige doofpot geest want zij hebben niets ondernomen om de kinderen te beschermen tegen geweld en seksueel misbruik. De paters en broeders toen!
Veertien honderd verdachten waaronder veel beroemdheden en politici heeft de Britse politie geïdentificeerd bij onderzoek naar kindermisbruik.
Onder de verdachten zijn 261 bekende Britten, aldus de politie, onder wie 76 politici, 135 mensen uit de film-, televisie- en radiowereld en 43 uit de muziekindustrie.
De meeste andere verdachten werkten in scholen, kindertehuizen en religieuze instellingen. Van het totale aantal verdachten zijn er 216 niet meer in leven.
Het ongekende aantal verdenkingen vloeit voort uit onthullingen over het omvangrijke misbruik door de inmiddels overleden Britse entertainer Jimmy Savile. Na zijn dood in 2011 bleek dat hij zich decennialang had vergrepen aan minderjarigen.
top pop yeah
Later volgden onderzoeken naar en veroordelingen van andere bekende Britten, die hun positie hadden aangewend om zich ongestraft schuldig te maken aan misbruik.
Volgens minister van binnenlandse zaken Theresa May zal het aantal verdachten vrijwel zeker nog oplopen. Daarnaast wordt een onderzoek geopend naar openbare instellingen die vanaf de jaren zeventig beschuldigingen van misbruik hebben genegeerd of in de doofpot hebben gestoken.
(MCU) Vreemd dat de bekende Nederlander niet in beeld is gekomen bij misbruik, noch bij politici of andere sterren uit de amusement industrie…..beetje vreemd is het wel want we hebben natuurlijk Brongersma, en recentelijk gedoe rond Demmink.
In Belgie loopt een andere parallelle misbruik zaak onder de hogere en lagere klassen in de zaak Dutroux. Zijn trouwe echtgenote Michelle Martin die de honden eten gaf en de meisjes Julie en Melissa liet verhongeren, een Slowaaks meisje ‘haloperidol’ in haar koffie goot om haar te verdoven, kreeg steun bij de zusters Clarissen te Malone, die zich van hun bijzonder mededogen bewust waren, mocht Michelle, na dat het klooster te Malone ging sluiten, terecht bij…ja hoor bij een ex-rechter en bood zijn landgoed aan.
Misschien kan de oud-rechter nog wat huizen bij bouwen in het segment anti-kraak voor gebroken misbruik / geweld slachtoffers.
Oh ja Bulletje verdoofde ook, en niet uit medische motieven, Servatius stond erbij en had zo zijn methodes. Jacques Peussens pleegde zelfmoord, jaren later, een integer en innemende kameraad.
De Nederlandse politici…dus senator Brongersma, hij had vele vrienden bij de overheid, hogere kringen. Hedy D’acona was een goede bekende moeten we haar niet eens gaan interviewen….media?
Een priester op een Australische school bleek bijzonder consequent te zijn. Hij heeft daar namelijk iedere jongen tussen de tien en zestien jaar misbruikt. Een speciale commissie die onderzoek deed naar de manier waarop de autoriteiten in het verleden zijn omgegaan met signalen over kindermisbruik, sprak zich uit.
De priester werkte in het begin van de jaren tachtig op een school in Ballarat, waar hij volgens een raadsvrouw berucht was onder de jongens (lijkt op Bulletje). Hij is al vier keer veroordeeld voor misbruik en zit daarvoor nog steeds vast (al vier keer veroordeeld en steeds laten ze hem zijn gang gaan). In totaal gaat het om minstens 130 gevallen (in Bleijerheide gaat het om rond de duizend kinderen).
“We zullen aantonen dat zijn gedrag onder de jongens niet geheim was”, zei de raadsvrouw ( bij de broeders was het ook niet onbekend). In de stad in de staat Victoria vond volgens haar al veel eerder grootschalig misbruik plaats. Op één basisschool misbruikten in 1971 alle mannelijke leraren en de schoolpriester kinderen, zei ze.
Het misbruik heeft voor veel slachtoffers levenslange gevolgen (maar het wordt nog steeds niet breed onderkend). Later in het onderzoek krijgt de commissie een klassenfoto te zien met 33 jongens, van wie inmiddels twaalf zelfmoord hebben gepleegd.
“Er zijn veertig gevallen van zelfmoord bekend waarbij in de afscheidsbrief een verband werd gelegd met het misbruik, maar ik ken nog veel meer slachtoffers die zich van het leven hebben beroofd”, zei een van de slachtoffers tegen de zender ABC.