ANNE FRANK
Het vele thuiszitten vanwege het coronavirus heeft als voordeel dat er genoeg tijd is om het huis eens goed op te ruimen.
Met mijn man spreek ik af dat ik mijn kledingkast aanpak en hij de boekenkast.
Met veel moeite neem ik afscheid van de kledingstukken die al jaren in mijn kast hangen. Ik houd van mooie kleren, en zie ze als een verlengstuk van mezelf.
Naast de stapels met overbodige boeken die zijn bestemd voor de kringloop, zie ik Het Achterhuis van Anne Frank liggen.
Zodra ik het in mijn handen heb hoor ik mijn echtgenoot zeggen dat hij het boekje apart heeft gelegd, mocht de tweeling erin geïnteresseerd zijn.
Bij het doorbladeren lees ik dat het een uitgave uit 1957 is. Hetzelfde jaar waarin ik als veertienjarige op het naaiatelier aan mijn bazin vroeg waarom ze haar telefoonnummer op haar arm had gezet. Ontzet hoorde ik haar zeggen dat iedere Jood bij binnenkomst in het concentratiekamp een nummer getatoeerd kreeg.
Ik besloot het dagboek van Anne Frank te gaan lezen. Wat een levenswijsheid voor een 14-jarige!
De gedachte bekroop me dat ik me moest schamen voor mijn mens zijn.
Die gedachte kwam sindsdien steeds vaker bij me op. Inmiddels, 63 jaar later, ben ik Anne weer gaan lezen, en denk ik er nog net zo over.
Hopelijk wordt Het Achterhuis nog vele generaties doorgegeven om gastvrij in de harten van de lezers te wonen, en kunnen we weer trots zijn op ons mens zijn.
Els Mulkens
13 MEI 2020
.