Bisschop Frans Wiertz van het Nederlandse Roermond vreest dat zijn priesters in de toekomst zelf voor extra inkomsten zulllen moeten instaan. Tot nu toe betaalde het bisdom een slordige 20 procent mee in de renovatie van gebouwen, maar dat zit er in de toekomst niet meer in. Gebouwen mogen vervallen als er geen geld meer is. Maar sluiting van kerken op het platteland is uit den boze, vindt mgr. Wiertz. Volgens het kerkelijke recht is een diocesane bisschop verplicht te voorzien in een passend levensonderhoud van zijn priesters (Codex Iuris Canonici 1983, canon 384).
Bisschop Wiertz herinnert eraan dat priesters tot de jaren 1960 in hun eigen levensonderhoud moesten voorzien door bijvoorbeeld een eigen moestuin en het geven van les op een school. Hoe armlastiger de parochie, hoe meer de geestelijke zelf moest bijverdienen.
Volgens de Roermondse bisschop wordt nu al aan de seminaristen van Rolduc, het diocesane grootseminarie in de voormalige abdij van Rolduc in het Nederlands-Limburgse Kerkrade, duidelijk gemaakt dat ze als priester zelf inkomsten zullen moeten genereren. Ik denk dat over 20 jaar priesters bereid moeten zijn ook zelf er iets voor te doen. Hopelijk hebben ze dan tijd genoeg om met de parochie te werken. Als die bereidheid er niet is, dan is het niet te financieren, zegt mgr. Wiertz. Mochten priesters afhaken, dan is er volgens de bisschop nog geen man over boord. Dan worden missionarissen uit het buitenland gehaald om het geloof in Nederland te verkondigen.