RONALD.
Als we met onze boot in de jachthaven liggen, maak ik vaak een wandelingetje over de steigers om te genieten van een praatje, grapje of een vriendelijke groet van een mede booteigenaar, of een personeelslid .
Zoals mijn grote vriend Ronald.
Een paar jaar geleden leerde ik hem kennen op de jachthaven, toen hij op zijn knieën bezig was het onkruid tussen de stenen weg halen. Verbaasd vroeg ik hem of die opdracht in deze hitte niet veel te zwaar was.
Terwijl hij opstond, vertelde hij me met een stralend gezicht ” ik ben jarenlang werkloos geweest en ontzettend blij met deze baan”.
Luisterende naar de rest van zijn verhaal voelde ik veel sympathie voor deze bijzondere aardige man. Als ik hem in het voorjaar fietsend met zijn aanhangkarretje vol schoonmaakspullen zie aankomen rijden, begroeten we elkaar hartelijk en vragen aan elkaar of we de winter met het ons gezin goed zijn doorgekomen. Naar nog wat gebabbel stapt hij weer op zijn fiets om zich op zijn taken te gaan wijden. Terwijl hij weg wil rijden kijkt hij me nog even aan en vraag me of hij me een vraag mag stellen .
Altijd Roland antwoord ik.
Els, geloof jij in een GOD, verbaasd kijk ik hem aan terwijl er een stemmetje in mijn hoofd zegt, wees eerlijk Els.
Ik antwoord GOD is niet “mijn vriend” Roland.
Ik zie medelijden op zijn gezicht komen.
Denkend aan het voorval maak ik mijn gebruikelijke wandelroute .
Ronald, deze aardige, optimistische man, met zijn oprechte belangstelling voor iedereen in zijn omgeving, beseft niet dat hij een voorbeeld voor veel mensen is.
Een duur jacht om zijn geluk te vinden heeft hij niet nodig.
Bij hem zit het geluk in hemzelf , of in het geloof in ” ZIJN GOD” ?.
ELS MULKENS.
27 september 2020