Nooit naar een kostschool

Mijn verhaal over Bleijerheide, jongenspensionaat Maria ter Engelen 1966-1969.

2e, 3e en 4e klas van de MULO

Ik ben in 1966 (ik was toen 14 jaar) naar het jongenspensionaat Maria ter Engelen in Bleijerheide gestuurd.

Mijn vader was het jaar daarvoor plotseling overleden en mijn moeder had, samen met de toeziend voogd, besloten, dat ik naar kostschool moest gaan.

Ze heeft me pas geleden verteld, dat mijn vader ooit tegen haar gezegd had, dat hij zijn kinderen nooit naar een kostschool zou sturen. (hij werkte op het parket van de Officier van Justitie in Maastricht en had daar klaarblijkelijk al de nodige zaken mbt. misbruik voorbij zien komen) Mijn moeder is toen, zoals ze me vertelde, om zeker te zijn, naar de een of andere geestelijke in de buurt gegaan om te vragen of dat pensionaat wel veilig was voor mij. Die broeder had haar toen verzekerd, dat hij niets slechts gehoord had over Bleijerheide en toen heeft ze maar besloten om mij daar naartoe te sturen.

Ik was het daar toen niet mee eens en kan me herinneren, dat ik een poging heb gewaagd om weg te lopen maar omdat ik niet wist, waar naartoe, ben ik toen maar weer terug naar huis gegaan. Ik heb me toen nog een tijdje opgesloten in het schuurtje want de toeziend voogd zou komen. Uiteindelijk ben ik toen toch maar weer naar binnen gegaan en kreeg daar te horen, dat er besloeten was dat ik naar kostschool moest.

De dag daarna heeft mijn moeder me toen naar Bleijerheide gebracht. Maf detail was dat ik toen we daar voor de deur uit de bus stapten door een hond die daar stond, in mijn been werd gebeten. Slecht voorteken, vond ik dat toen.

Op de binnenplaats was op de muur van de kerk een goal getekend en in die goal stond een jongen. Een paar andere jongens waren met een voetbal op hem aan het schieten. We moesten in een kamertje wachten en toen kwam er een broeder die me met mijn tas mee naar een hele grote slaapzaal nam, boven in het gebouw. Heel veel bedden en kastjes. Ik kreeg een kastje in een hoek van de slaapzaal en daar moesten mijn spullen in. Ook wees de broeder me een bed aan, dat van mij was. Toen ik mijn spullen in de kast had gedaan, wilde ik terug naar beneden, naar mijn moeder. Die had gezegd, dat ze op me zou wachten tot ik terug was. De broeder zei toen, dat ze al naar huis was gegaan. Ik voelde me toen behoorlijk verlaten door alles en iedereen.

Later vertelde mijn moeder me, dat ze tegen haar hadden gezegd, dat het maar beter was, dat ze zo, zonder afscheid te nemen, weg moest gaan en dat heeft ze toen ook maar gedaan. Daar zat ik dan, op Bleijerheide.

Volgens mij werd ik na een paar dagen overgeplaatst naar een andere slaapzaal boven het schoolgebouw. De zaal waar ik in het begin sliep, was voor de kinderen van de lagere school. Op die slaapzaal boven de school bleef ik tot ik na 2 en half  jaar weer naar huis mocht.

Het was een hele grote slaapzaal die gescheiden werd door een wasruimte van een andere slaapzaal met allemaal kamertjes. De bovenkant van die kamertjes was open en er stond een bed in en daarnaast een kast. Voor het kamertje (chamberettes noemden we die) hing een gordijn. Ik ben die dingen later nog tegengekomen in mijn opleiding als verpleegkundige en ze bezorgden me toen bijna een onvoldoende voor mijn praktijk omdat ik het niet over mijn hart kon krijgen om morgens die gordijnen open te trekken om de patiënten uit bed te trommelen. Ik kreeg dat gewoon niet klaar, vond dat geen manier om met mensen om te gaan. Maar dat moest daar wel zo gedaan worden, iedereen deed dat zo. Zelfs de patiënten klaagden over mij bij de leiding van die afdeling omdat ze vonden dat ik me aan de regels moest houden. Saillant detail: het waren broeders, die daar de leiding hadden in het ziekenhuis.) Toezicht op de grote slaapzaal had de broeder die in een kamer sliep boven de slaapzaal. Als er teveel rumoer was op de slaapzaal, bonsde hij tegen de muur. Ging het rumoer dan nog door, dan kwam hij van zijn kamer af en dan waren de rapen gaar. Meestal kreeg dan de hele slaapzaal straf. (langer studeren, eerder opstaan, geen vrij wandelen‚ en niet mogen praten onder het eten, strafwerk) Soms zei hij erbij, dat degenen, die hadden gekletst, zich moesten komen melden de volgende ochtend, anders kreeg iedereen straf. Als je wist, wie de boosdoeners waren geweest, werden die door de anderen onder druk gezet om zich te gaan melden. Soms ging dat onder druk zetten gepaard met lichamelijk geweld. (je werd op de speelplaats over het muurtje gelegd) een praktijk die, zoals ik er nu tegenaan kijk, getolereerd werd door de broeders. Ik ben zelf gelukkig nooit het slachtoffer geworden van het muurtje en maar ik heb wel met anderen zien gebeuren.

Dat klassikaal straffen was een van de meest onrechtvaardige zaken die ik daar heb meegemaakt. Er hing een constante dreiging dat je ergens straf voor kreeg, ook al deed je niets verkeerd. Het hele systeem was zo georganiseerd, denk ik nu. Soms kon je er onderuit komen als er zich iemand of een groepje zich ging(en) melden, maar lang niet altijd hoefde zich iemand te gaan melden. Dan kreeg je gewoon straf, soms wist ik niet eens, waarvoor, maar dan was er weer ergens iets gebeurd. Ik weet nu, dat ik me aan dat onrechtvaardige had gewend, je leefde ermee. Voorbeeld: er was een nieuwe jongen bij ons op school, een grote gast die uit Curaçao of zoiets kwam. We moesten bij het schoolhoofd Leonardus op zijn kamer komen met een paar man. Weet nog niet eens meer, waarvoor, maar ik kan me wel nog herinneren dat we er niets mee te maken hadden. Ten minste, ik niet. We kregen allemaal straf opgelegd en de jongen protesteerde. Broeder Leonardus werd kwaad en ik dacht: ‚Laat het nu maar, want je kunt er toch niets aan doen.  Maar hij was pas net bij ons op kostschool en snapte de gang van zaken nog niet helemaal. Hij bleef zeggen, dat hij het oneerlijk vond, dat hij niets gedaan had en toen kreeg hij een pak slaag van Leonardus. Hij werd compleet de gang op geslagen. Die wapperde toog is iets, wat ik me nu nog goed kan herinneren, dat geluid toen Leonardus over hem heen vloog om hem te raken. Wij (ik) stonden erbij, moesten er naar kijken, en mochten, durfden hem niet te helpen. Vreselijk vond ik dat, want Herwig had gelijk. Het rare was, dat ik ook nog kwaad werd op de jongen uit Curaçao want hij maakte de zaak alleen maar erger. Tegenwoordig snap ik dat psychologische mechanisme wel, maar toen was het allemaal zeer verwarrend. Ik vind het nog steeds een van de meest ernstige zaken, die me daar zijn overkomen, moeten toekijken hoe vrienden in elkaar werden geslagen zonder dat je iets durfde te ondernemen.

Zelf heb ik van deze broeder 2 keer pak slaag gekregen. Waarvoor weet ik echt niet meer, maar het was wel heftig. De ene keer was het op zijn kamer en de andere keer was het op de gang, boven in de school. Ik kan me nog herinneren, dat het voor het natuurkundelokaal was. Dat was een speciaal ingericht lokaal waar wij als klas permanent zaten. Ik was de klas uitgestuurd door Alphons en ik stond door het raampje naar binnen te kijken. Kreeg opeens een klap van achteren en toen nog een paar klappen en een schop. Hij sloeg hard en venijnig. Ik voelde me bij hem altijd heel akelig. Kon hem niet inschatten. Bij Alphons was de agressie pure woede, bij Alphons wist ik het nooit. Zag laatst een foto van hem op de televisie en ik kreeg er weer de kriebels van. Te gek hoor, want ik zou hem tegenwoordig makkelijk in 2 stukjes kunnen breken als hij me zou willen slaan.

Als je op school iets gedaan wat niet mocht, kreeg je straf van de broeder. buiten de school was het Alphons die je te pakken nam. Maar ik was helemaal niet een held in de klas. Eerder een bedeesd jongetje, dus waaraan ik dat pak slaag had verdiend, is me nog steeds een volledig raadsel. Misschien heb ik het ook wel gewoon weggedrukt als survival mechanisme. Dat van Alphons was ik ook lange tijd vergeten maar is weer teruggekomen toen ik Bleijerheide teruggehaald heb uit mijn geheugen.

Links broeder Eymard en zijn muziek corps

Dat klassikaal straffen zorgde ervoor (dat weet ik nu) dat ik me altijd schuldig liep te voelen. Want je kreeg straf, dus je moest wel iets verkeerd gedaan hebben. Om te beginnen was ik al niet ok, anders hadden ze me nooit naar kostschool gestuurd. Daarbij had ik in Bleijerheide continue het gevoel alsof er iets boven mijn hoofd hing, waar ik niets aan kon doen om het af te wenden. De zekerheid dat je ongeschonden uit de strijd kon komen als je maar je best deed, was daar niet aanwezig. Wat je ook deed, je kon er altijd op een negatieve manier de consequenties van moeten dragen.

Voorbeeld: ik ben een hele tijd de beste van de klas geweest. (voor mij een onbekende sensatie, want ik was daarvoor op alle scholen altijd de slechtste geweest.) Ik had rapporten waarop ik van de 13 vakken een zeven, een acht en voor de rest negens en tienen had. Maar ik had altijd, door alle jaren heen, een vijf voor naijver in de studieklas. En dat punt was belangrijk, want dat punt bepaalde, hoe laat je naar huis mocht met een vrij weekend. Iedereen mocht dan, ik zal maar zeggen, om 3 uur naar huis, maar als je een vijf had, moest je een uur langer op de speelplaats wachten. Je zag dan, dat iedereen werd opgehaald of wegging naar het station, maar je mocht niet weg. Je moest je dan na een uur gaan melden bij Alphons en dan pas mocht je gaan. Dat is me diverse keren overkomen en ik vond dat toen pure marteling.

Ik had soms het idee, dat het verkrijgen van straffen door de broeders uitgelokt werd.

Voorbeeld: vanaf de speelplaats werd iedereen afgemarcheerd naar de eetzaal. Je moest die eetzaal in stilte betreden (ongeveer 100 jongens) en aan je tafel gaan zitten. Op commando (nog steeds in stilte) moest degene, die keukendienst had, naar de keuken lopen en een pan soep ophalen. Iedereen schepte soep op en het toezicht (meestal Alphons maar ook wel eens iemand anders) liep dan met zijn handen op de rug door de eetzaal. Kijken of je ook at. Eten moest. Dit alles in doodse stilte. Als hij zei: smakelijk eten, mocht je praten. Er barstte dan meteen een hels kabaal los. Soms zei hij extra niet: smakelijk eten. Dan moest het stil blijven, doodstil. Als er gekletst mocht worden, dan knipperde hij op een gegeven moment met het licht, en dan moest iedereen weer stil zijn. Meteen. Gebeurde dat niet, dan kreeg je weer straf, met de hele eetzaal. (geen speeltijd, langer naar de studie, geen vrij wandelen) Vreselijke stress was dat, die doodstille momenten, want ik (iedereen) wist, dat het verkeerd zou gaan. 100 Jongens kreeg je niet stil, ergens werd er altijd wel iets gefluisterd en dan hing je. Die stressmomenten werden opvallend vaak geënsceneerd op de woensdag, de dag dat we in de hogere klassen wel eens ’s middags 2 uurtjes alleen naar buiten mochten.(vrij wandelen) Ik kan me herinneren, dat we weken achter elkaar niet naar buiten mochten door die truc met het muisstil zijn in de eetzaal. Maar ook daar wen je aan. Ik denk, dat ik me gewoon nergens meer op ging verheugen, dan deed het ook niet zoveel pijn als je het weer kwijtraakte. Waar ik, in de jaren na mijn kostschooltijd, ook veel last van heb gehad is mijn eetpatroon. We kregen ’s morgens meestal 1 lapje kaas (soms 1 lapje vlees). Verder een soort van gekleurde hagelslag. (die bestaat nog steeds en ook nu nog lopen de rillingen over mijn rug als ik dat spul weer eens in een reclame op de televisie zie). Ik lustte toen geen kaas en die hagelslag vond ik verschrikkelijk vies. Dus ik at ’s morgens niets , alleen als we een lapje vlees hadden kon ik wat eten. Dat ’s morgens niets eten heeft nog jarenlang gespeeld, ik kreeg ’s morgens geen hap door mijn keel, kon gewoon niets eten. Tot braakneigingen toe. Pas de laatste jaren (ik ben nu 58) heb ik het idee, dat ik er een beetje overheen ben gegroeid, kan ik ’s morgens weer een boterham door mijn keel krijgen. Vreemd.

Het gevoel, dat me overkwam, toen ik mijn eindexamen had gedaan en ik naar huis mocht, is me na al die jaren nog steeds bij gebleven. Ik zat op een muurtje op de speelplaats met m‚Äôn weekendtas, te wachten op mijn moeder, die me zou komen halen. De bel op de speelplaats ging en iedereen moest in de rij gaan staan voor afmars naar de eetzaal . Ik niet meer, ik bleef op dat muurtje zitten en hoefde niet meer. Iedereen was uiteindelijk naar binnen en ik zat daar nog alleen op dat muurtje. Blijdschap en eenzaamheid stonden toen naast elkaar in mijn hoofd.

Wat me ook nog er goed bijstaat, is de ziekenzaal van broeder Bulletje. (hoe hij echt heette, weet ik niet meer.)

Een dikke man, die zo dik was, dat het touw, dat om zijn middels zat, nog maar met een klein stukje naar beneden hing. De rest zat om hem heen. Hij beheerde de ziekenzaal en daar ging je naartoe als je ziek was. Of gevallen was of zoiets. Ik kan me herinneren dat ik een keer op de ziekenzaal heb gelegen. Hoe lang dat was, weet ik niet meer en in welke klas ik toen zat weet ik ook niet meer. Ik weet wel nog, dat ik me daar toen helemaal moest uitkleden en in mijn onderbroekje naast mijn bed moest staan. Waarom weet ik niet, maar ik voel me daar nog staan. Heel kwetsbaar was dat moment, dat voel ik nog steeds zo. En nadat ik de verhalen van anderen heb gehoord, kan ik alleen maar concluderen dat ik erg veel mazzel heb gehad dat er toen verder niets gebeurd is. Ten minste, ik kan me er niets van herinneren. Wij jongens wisten allemaal, dat het bij Bulletje niet pluis was. Ik kan me nog herinneren, dat een van ons was gevallen op de speelplaats en zijn knie flink geschaafd had. Hij moest naar broeder Bulletje en we wisten, dat hij dan zijn broek zou moeten uittrekken. Dat was de standaard bij de ziekenzaal. Dat we toen met een paar man, met behoorlijk wat gepast geweld die broek met smalle pijpen over zijn knie hebben getrokken (dan hoefde hij niet uit) en dat we samen met hem naar de ziekenzaal zijn gegaan. Wij moesten buiten wachten, mochten niet mee naar binnen.

Het gevoel van eenzaamheid en isolatie werd volgens mij door de broeders nog eens extra aangedikt of uitgebuit. Ik kan me nog een dag herinneren, dat er iets te doen was op de kostschool en mijn moeder had beloofd dat ze ook zou komen. (Overigens de enige keer dat ze daar is geweest.) Ik had daar enorm naar uitgekeken. De meeste ouders waren er al en ik liep buiten op de speelplaats te zoeken of mijn moeder er al was. Ik kwam daar een broeder tegen (ik weet niet meer wie dat was) die me zei, dat ik terug moest gaan naar de aula. (Wij moesten nl. binnen blijven) Ik vertelde hem, dat ik op zoek was naar mijn moeder. ‚Oh die heeft opgebeld, dat ze niet kon komen’, zei hij. Dat was voor mij een hele shock, ik had me er heel erg op verheugd. Ik liep toen met die broeder terug naar de aula en daar stond mijn moeder. Ze had helemaal niet gebeld en was gewoon gekomen, zei het wat later omdat ze met de trein moest komen. De broeder was als sneeuw voor de zon verdwenen. Vreemd was dat, ik snapte het toen niet. En eigenlijk nog steeds niet.

Waar ik, als ik het na al die jaren van een afstandje bekijk, het meeste last van heb gehad (en nog steeds heb) is de constante dreiging, dat er steeds allerlei onheil over je heen kan komen. Dat heeft er voor gezorgd, dat ik nog steeds op mijn hoede ben en probeer om zoveel mogelijk alle eventualiteiten uit te bannen voordat ik ergens aan begin. Spontaniteit is in deze dan ook meestal ver te zoeken. Ook het basisgevoel, dat je weinig of geen invloed kunt uitoefenen om alle dingen die je overkomen, beperkt me behoorlijk bij het plezier in het leven.

Dat maakt het maken van keuzes in het leven er niet makkelijker op en dit item is ook een steeds terugkomend onderwerp bij de psychotherapie, waar ik op dit moment mee bezig ben. Het lijkt wel, alsof dit basisgevoel zo in mij verankerd is dat het in alles meespeelt en ik steeds weer opnieuw daar op moet letten, wil ik niet opnieuw verzeild raken ik het gevoel van: het maakt allemaal niets uit wat ik kies of doe, ik heb er toch geen invloed op.

Ik heb in dit verhaal een beetje proberen te schetsen, hoe het mij is vergaan in Bleijerheide. Als ik het zo doorlees, zie ik, dat ik steeds de neiging heb, om zaken, die me overkomen zijn, te minimaliseren of bagatelliseren. Zo van: maar de anderen hebben het nog veel zwaarder gehad, ik leef nog steeds, dus het is allemaal niet zo erg geweest enz enz. Opmerkelijk vind ik dat van mezelf.

Een kostschooljongen.

Geen Illusies

Met maar acht stemmen meer heeft Mitt Romny de voorverkiezing gewonnen van de aartsconservatief Rick Santorum. Gesteund door de tea-party kan deze vrome katholiek, fel tegenstander van abortus en het homo huwelijk scoren in de staat Iowa.

Ondanks de vele misbruikschandalen in de Amerikaanse RK, de vele miljoenen aan schadeclaims die al zijn uitbetaald, zal de kerk met zo’n fanatieke achterban overleven. Weliswaar geloof ik zelf niet meer, tegen het geloof zelf echter ben ik niet. Devotie en overgave zijn ongrijpbare, en onzichtbare machten en die kunnen beter via de religie beleeft worden dan in duistere krachten die de mens over zichzelf en anderen afroept.

Toch ‘sympathie for the devil’ is mij niet vreemd, de duisternis moet ook een plaats hebben in al die schijn-optochten naar het licht.

Geen illusies, het geloof zal blijven, hopelijk zal dit niet geleid worden door dezelfde mensen van die 10.000-20.000 geschatte slachtoffers. Mensen die uit een organisatie voortkomen die honderden jaren zwegen over de eigen wetteloosheid achter kloostermuren. Achter de dichte gordijnen van parochies die misdienaars nodig hadden om al zuipend de ochtend door te komen. ‘Geloof zij Jezus Christus’, met een slok achter de kiezen.

In Amerika zijn de verschillen meestal groter maar met acht stemmen een voorverkiezing verliezen is een veeg teken dat de conservatieve krachten ferm op de been blijven, geen illusies want ook in Europa zal de kerk haar invloed behouden, weliswaar uitgedund maar in het onderwijs zullen zij wederom toeslaan, bij de kindjes. Zij willen doen geloven dat wij ketters zijn, secularisten, atheïsten, verworpenen der aarde, dat wij het geloof haten maar sommige van ons die niet geloven, worden soms overvallen door een diep besef van religieuze aanhankelijkheid. De gelovigen daartegen zouden moeten erkennen dat zij diabolische kanten bezitten, vol demonen. Een manier om samen te komen?

Mea Culpa heeft bij haar protest tegen het 450 jarig bestaan van bisdom Roermond in 2010 tegen de vele priesters, nonnen en beminde gelovigen gescandeerd: God slaat geen kinderen, God misbruikt niet.  GOD IS NIET VAN JULLIE……en Johann Sebastian Bach ook niet! Bach had vele kinderen, en maakte goddelijke muziek voor God, voor mensen, zijn broodheer was de Lutherse kerk ach ja als God tot je komt maakt voor hem het gewaad niks uit.

Dan keren steeds de vragen terug over de tijd dat het misbruik / geweld heeft plaats gevonden. Het was vroeger normaal dat een kind gestraft diende te worden. Hier is echter geen sprake van een corrigerende tik maar van afranselingen, en zwaar lichamelijk geweld. Broeder Servatius kreeg het klaar om een porselijnen kop door de refter te gooien terwijl hij zijn andere hand als Napoleon onder zijn pij schoof. Het kopje raakte de jongen die aan tafel zat waarbij men niet meteen stil was. Een suizende knal voor zijn kop, bloeden, een hoofdwond, en dan moet op de koop toe zo’n jongetje naar ziekenbroeder Monulphus (bulletje) rennen. Of die verdoofd is geworden of flauw gevallen in Bulletje zijn armen durf ik niet aan te denken. Tot op de dag van vandaag kan ik hier woedend om worden doordat ik onmachtig was om niet op te staan, mijn angst en beheerstheid gewoon te verliezen om een woeste aanval in te zetten. Het liefst had ik met mijn kleine vuistjes tegen de zweterige Napoleons borst van deze sadist geslagen, geschreeuwd!

Misschien begrijpen mensen nu meer mijn opstandigheid omdat die van jongsaf aan onderdrukt is, zo blijf je een rebel in hart en nieren.

Zeker de psychische terreur in de vorm van isolatie en opsluiting draagt bij tot het ontwikkelen van angstoornissen. Wat weten mensen van deze psychische marteling als je moederziel alleen in een lokaal zit, afgesloten, terwijl buiten de zon schijnt, en de hele dag dat ene zinnetje duizend maal opschrijven; ‘ik moet leren luisteren, moet leren zich direct te onderwerpen’. Jawohl.

Zelf probeer je de eenzaamheid die je voelt niet tot je door te laten dringen. De twee weken dat niemand met je mag praten, nergens mag komen, nergens aan mag deelnemen. Weken van pure zelf ontkenning. Oh, ik ben niet de enige die deze isolatie straf heeft ondergaan, ik heb pas nog iemand gesproken die werd een maand door Servatius opgesloten. Wisten deze broeders wel wat ze kinderen aandeden? Ik denk persoonlijk van wel omdat zij immers met dezelfde problematiek te maken hadden:  zelfverloochening, ontkenning van (homo)seksule gevoelens, heimwee.

Dus toen was het allemaal normaal, dit buitensporig geweld. Het was ooit ook normaal om zes miljoen mensen in een trein te duwen om ergens te gaan douchen! Heel normaal maar moreel is dood, honger en uitsluiting absoluut verwerpelijk. Kinderen afranselen, opsluiten, over laten blijven, klassikaal straffen allemaal martel methodes die Deetman / Eijck / KNR bewust niet betrekken bij het seksueel misbruik onderzoek. De reden: te grote imago schade, maar dat interesseert een slachtoffer even niet, hun imago kan de pot op, hoewel ze zitten tot over hun oren in de stront. Goed zo!

Nieuwe biechtgeheimen

De verfijnde DDR sluitpost van het SM meldpunt RKK dat via een lage bewijslast mensen de gelegenheid geeft om bij elkaar steunbewijzen te verzamelen, sturen de klagers van doofpot naar doolhof. De daders mogen zich beschermt voelen door KNR en RKK emissies. KNMI code oranje voor het SM meldpunt. De RKK muurbewaker Brenninkmeijer laat de steunbewijzen over de muur waaien, zoek het zelf maar uit, roept hij tegen ons. ‘DOE ER MAAR MEE WAT JULLIE WILLEN’! Zeer empathisch Brenninkmeijer, onlangs nog met Deetman gesproken? Hebben wij gevraagd om steunbewijzen toe te voegen, dat zou toch vanzelf gebeuren! Ze ontbraken juist, en inderdaad nu komt Brenninkmeijer zichzelf vrijpleiten over de chaos bij zijn facilitair bedrijf. Een kip zonder kop? Het staat los van het meldpunt, zoals ik gisteren al berichtte (zie formulier onder). Eerst staat de database dus los van het meldunt, en dan bestaat ie weer wel maar met een flinke muur er om heen en met veel privacy. Het is echter anders wanneer gezegd wordt dat deze steunbewijzen er niet zijn. We hebben het dan niet over namen maar over existentie, het bestaan van steunbewijzen waar mensen zich veel moeite voor doen, zoals Mea Culpa anderen helpt bij het vinden van steunbewijzen. Wanneer blijkt dat wij van onze klachten zowel in het Deetman rapport, als in de meldpunt database na anderhalf jaar niet voorkomen, gaan bij ons alle klokkenluiders bellen rinkelen.

Bij de KNR bestaat ook geen database dus dat eitje kan niet van deze stille kip gegeten worden. Er is iemand, blijkt nu, een database opgezet door ‘een van de juridisch adviseurs en wij krijgen een email als er een match kan zijn’, schrijft ons een andere juridische adviseur. Wie is dit? Of is dit ook privacy? De biechtstoel methode is terug van weggeweest. Het is spannend in zo’n hokje, en bij de kerk schaft men niet graag oude gebruiken af.

Johannes Hover aus Aachen

Het e-mail verkeer bij het meldpunt  gaat met het tempo van de PTT uit de vijftiger jaren, lekker eerst via de achterdeur naar binnen op bezoek, koffie drinken en dan matchen. Van Bleijerheide tot Düsseldorf, de nog levende broeders waarvan klachten al dik een jaar rond circuleren. Bij KNR nooit van Schafraad gehoord? Van den Eijnden, altijd al een brave jongen geweest, bij de ofm minder-broeders weten niks? Allemaal lopen ze in hun eigen hok te tokken, beetje dom gehouden door hun Duitse stichter Johannes Hover, pedo del Francisco die straatjongeren opving en daarna een dikke muur om heen bouwde. Duitse slachtoffers zijn heus niet anders dan Nederlandse slachtoffers maar ze krijgen wel 120 miljoen uitgekeerd. Bang dat de luxe er een beetje afgaat bij de Nederlandse kerk die moet bezuinigen? Bezuinig op de miswijn, maar niet op de minieme Lindenbergh compensaties voor de, door de kerk, aangerichte schade.

Gigantische beerput perikelen aan het begin van het nieuwe jaar. Bisschop Wiertz vind dat wij bij het OM moeten zijn, en het meldpunt. Bij het OM, dank voor de tip, geen probleem bisschop. De RKK de vertegenwoordigers van Christus op aarde, onlangs nog beschuldigt van 10.000 tot 20.000 misbruik slachtoffers, een regelrechte misdaad tegen de menselijkheid, zou onder de bezielde leiding van  Wim Eijck / de Korte eerst de puin in de eigen kerkstraat ruimen. Doen!

_____________________________________________

Toestemming gebruik melding / klacht als steunbewijs 

Meldingnummer:

Zaaknummer:

Ondergetekende, [naam], [geboortedatum], geeft hierbij uitdrukkelijke toestemming aan het Meldpunt seksueel misbruik RKK en de klachtencommissie voor seksueel misbruik RK-kerk om onderstaand en zijn / haar meldingsgegevens te laten gelden als steunbewijs in zaken tegen eenzelfde aangeklaagde. Indien de voorzitter van de klachtencommissie dit wenselijk acht, kan een kopie van deze toestemming  gezonden worden aan derden , de aangeklaagde dan wel kerkelijke gezagsdrager of diens gemachtigde.

Klacht / melding betreft:

Naam Instituut

Plaats Instituut

Naam Pleger

Periode van het misbruik

Bisdom /Orde/ Congregratie

Aard Misbruik

WIE BEHANDELT DIT FORMULIER? OF DOEN JULLIE ERMEE WAT JULLIE WILLEN? 

Zes Dagen

Op woensdag 14 december 2011 ontvangt het parochiebestuur Ermelo (uitgezonderd pastoor Sturkenboom) een email waarin melding gemaakt wordt van seksueel ongewenste handelingen (in de jaren 1970/1980) door pastoor Sturkenboom. Tijdens het ingelaste overleg van het bestuur op dinsdag 20 december wordt besloten om de klacht aan het bisdom door te geven. Dat is dezelfde dag nog gedaan, waarna op die dag ook pastoor Sturkenboom door het bestuur hierover is ingelicht. Dezelfde dag nog wordt pastoor Sturkenboom door de aartsbisschop Mgr. Eijk van zijn pastorale en bestuurlijke taken ontheven.

Hoe vlijtig en actief wordt er geschreven en getwittert over Sturkenboom, op 14 December zijn klachten over Schurkenboom’s ongewenste seks escapades zes dagen later doorgespeeld naar super bezuiniger Wim Eick , daarna ging het heel snel. Bisschop Wiertz zou er iets van kunnen leren, maar de man wil niet. Hij houdt daders van seksueel misbruik de hand boven het hoofd, feiten verduisteren is een heel oude gewoonte van het bisdom Roermond, en die cultuur verander je niet in zes dagen. Gelukkig is hij open over zijn seksuele vooruitgang sinds Harmonica Lewinski baasje Clinton opblies op zijn oval office.  

 

 

 

 

 

De klachten over internaat Bleijerheide vliegen doelloos door de burelen van meldpunt SM. Klachten die Brenninkmeijer, toch geen familie van de groot financier van God en kerk, maanden geleden heeft binnen gekregen over onder meer pater Landric, broeder Eymard nu pastoor Jan Schafraad te Maastricht. Brenninkmeijer mompelt over privacy en vertrouwelijkheid nu wij hem wijzen op DATAGATE die wij even transparant en onafhankelijk behandelen als Bert Sturkenboom te Ermelo. Of zijn die klachten niet binnen gekomen? Ook niet bij Wiertz, Van den Eijnden minder-broeders Utrecht? Welke media die wel de geldstroom kunnen missen vanuit katholieke opdrachtgevers, wilt Wiertz en consorten dit vragen?

Brenninkmeijer schrijft ons: ‘De database waar u naar verwijst is zoals ik en uw juridisch adviseur al eerder hebben toegelicht door de juridisch adviseurs zelf, los van het Meldpunt opgezet. Wat in deze database is opgenomen en hoe deze door de juridisch adviseurs wordt ingezet valt niet onder de verantwoordelijkheid van het Meldpunt’.

Los van het meldpunt, dat is knap, een database die steunbewijzen moet (h)erkennen die het meldpunt binnenkrijgt en dan geen verantwoordelijkheid heeft??? Is dat volgens Nederlands recht? Steunbewijzen die dienen om een rechtvaardige uitspraak te doen, compensatie uit te keren, wordt op deze manier gemangeld.

Iedere juridische adviseur mag gewoon wat aanklooien? Niets doen, ontkennen, vertragen? Wie kan het volgen? Brenninkmeijer die nu even tijd heeft om het van zich af te schuiven willen wij wijzen op het feit dat wanneer zijn stichting klachten / steunbewijzen laat verdwijnen of het een virtuele organisatie betreft, strafbaar is. U bent verantwoordelijk, net zoals bisschop Wiertz verantwoordelijk is, vluchten kan niet meer. Wij eisen klaarheid, onmiddellijk inzage voor de juridische adviseurs die uw eigen onafhankelijke opdrachtgever heeft aangesteld. Wij hebben niet veel te zeggen maar over onze eigen steunbewijzen, die wij verdomd goed bij houden in onze data base, en die vele maanden voor Snurkenboom bekend waren, willen wij een echte advocaat naar laten kijken hoe dit wettelijk / moreel in elkaar zit. Wiertz wilt aan zijn post-christmas winterslaapje beginnen maar die willen we nog even wakker houden om zijn belofte waar te maken: ‘dat hij nog liever aftreedt voor hij een van zijn priesters verloochent’.

Vroeger of later, sooner or later one of us must know, zullen de feiten boven water komen, gaat dit lukken in zes dagen

Selectieve straf expedities en geblokkeerde solidariteit

Dank voor alle solidariteit om naast het rumoer rond Sturkenboom, ook de verdwenen steunbewijzen bij de engelen jongens, te supporten. Bleijerheide weggedrukt in het Duits / Nederlandse hoekje bij Kerkrade bestond voor Deetman nauwelijks, en voor de paarse service groepen die boetekleding zijn gaan dragen deze kerst, hebben het te druk met omkleden om voor iedere rol die juiste kleding uit te zoeken. Heilsprofeet Deetman zou iedere melding van seksueel misbruik, althans de nog levende daders doorgeven aan OM, noch meldpunt noch Wiertz doen iets… dus vrees ik dat wij onze strijd alleen moeten voeren.


Gek

Vanaf de eerste maal dat ik met dhr Deetman heb gesproken, na zijn eerste persconferentie 2010, maakte Peter Dijks de opmerking dat hij geloofde dat het misbruik een incident was. Deetman knikte en sloot zijn ogen, en ik zat erbij en reageerde: ‘dat meen je niet, een incident?’ Ierland, Amerika, Duitsland, België, Nederland en dat heet een incident. Dhr Deetman had bij zijn ‘wat is er aan de hand’ presentatie kunnen zeggen, kijk die gek van Mea Culpa had toch een punt want 10-000 tot 20.000 misbruik slachtoffers, nee, dat kan geen incident zijn. Of heeft Deetman nu wel zijn ogen open? Wat, hoe moeten we dit dan interpreteren, hij is tenslotte politicus. Meestal springen die al in de bres voor een jongetje dat uitgezet gaat worden of vragen over een hysterisch geworden voetbal fan die zelf eerst de rode kaart had moeten krijgen, politici zijn er snel bij want scoren is het hoogste goed in winter Wilderland.

De partij van Deetman, het CDA, kan wel wat stemmen gebruiken, doch het land zit vast tussen allerlei geldstromen, eigenbelangen, en de eer op het polder slagveld. Brenninkmeijer heeft vanmiddag mijn mail ontvangen met het commentaar op de zoveelste smeekbede van Deetman wees nou aardig tegen de slachtoffertjes. Het corrupte zootje dat al die misbruik gevallen van zich afschuift is in retraite om zich voor te bereiden. Van den Eijnden minder-broeders Franciscanen ofm (ordo fratrum minorum) heeft al met verschillende slachtoffergroepen gesproken, ook met ons, dat het absoluut geen incident was heeft van den Eijnden niet over zijn Christelijke kaakjes gekregen, maar wij helpen hem wel. Er zijn 40 klachten, 32 daders, aantal slachtoffers 30 volgens het Deetman rapport over de ‘omf broeder binnenskamers activiteiten. Zijn daar de klachten van de Bleijerheide ‘engelen jongens’ bij opgeteld of zijn die net zoals andere klachten in de data-bank van het meldpunt verdwenen? Van den Eijnden wij staan binnenkort op uw stoep om de juiste informatie te vernemen. Pater Landric ofm speelde jaren leuke liedjes op zijn gitaar voor de naar heimwee snakkende jongetjes, toch vinden die juist geen rust doordat u geen stappen onderneemt om u te verantwoorden, u heelt geen wonden u rijt ze verder open, en dan worden wij gek, de slachtoffertjes,  actie, de tijd dringt in 2012 en die is aangebroken, Nu.

Brenninkmeijer heeft gisteren mijn mail ontvangen over het MCU standpunt, eerst de eigen vervuilde nesten schonen, opruimen dan praten. Nu valt er niet zo veel meer te praten, wij willen daden zien. Geen gedraai of andere voorlees epistels die sommige pastoren achter houden omdat er kinderen in de kerk zijn! Misdienaars in de kerk? Zijn dat kinderen die in deze tijd dit soort dingen niet kunnen vatten? Jawel hoor, meneer pastoor de kinderen van nu, tenminste die tussen de 11 en 15, hebben internet en weten en zien heel veel. U kunt ons niet voor de gek blijven houden.

Brenninkmeijer van het meldpunt SM heeft ook nog een ander verzoek op zijn bureau, als de medewerkster die alleen telefonisch met ons wilt praten tenminste het berichtje heeft doorgegeven. Zwart op wit, e-mails kunnen wel eens tegen je gebruikt worden maar ook Brenninkmeijer zal iets meer tijd moeten maken om de DATAGATE  op te lossen; ons geduld is op.

Meer dan op, we laten niet meer met ons sollen of gaan lange polder analyses maken, Amicus Plato, sed magis amica veritas
Ik ben een vriend van Plato, maar nog meer van de waarheid.

2012 niemand meer zalig.