Johannes Höver (1816 Neuhonrath(D) – 1864 te Aken), een akense onderwijzer, sticht de kloosterorde in 1857. Die orde heeft bij oprichting tot doel de arme straatjeugd op te vangen. De duitse Orde heet de Orde van de H. Franciscus Saraphicus.
Geschiedenis
1875
Hun klooster te Bleijerheide wordt op 11 januari 1877 in gebruik genomen, waarvan de bouw begint in 1875. In de tussentijd verblijven zij in het Ackensklooster. De broeders leggen zich toe op het geven van onderwijs aan Duitse en Nederlandse jongens op Lager- en Ambachtelijk niveau. Later wordt dit onderwijs uitgebreid naar ULO, MULO en MAVO onderwijs. De Höverstraat is genoemd naar Johannes Höver.
1918
In 1918 vertrekken de Duitse paters uit Kerkrade en nemen de Nederlandse paters van dezelfde orde, hun plaats in. In de praktijk zijn de Nederlandse paters al sinds 1911 actief.
1932
Het, naar de gezusters Ackens genoemde, klooster is gelegen op het huidige Henri Jonasplein. Het wordt in 1932 vervangen door een klooster verderop aan de Pannesheiderstraat, in het huidige Kloosterpark Pannesheide. Hun latere klooster naast kasteel Erenstein, wordt in 1960 afgebroken.
1960
Vanaf 1960 tot 1992 is de orde gevestigd aan de Monseigneur van Gilsstraat, naast het Antonius Doctor College. In 1980 verterkt de orde uit Bleijerheide. De lagere school en kleuterschool te Bleijerheide wordt in Augustus 1985 opgeheven. Het jongenspensionaat wordt in Juli 1988 beëindigd, waarna de gebouwen gebruikt worden als congrescentrum onder de naam Congrescentrum Bleijerheide.
Dit congrescentrum wordt door de Paters Franciscanen gestart, wanneer zij in juli 1988 stoppen met het beheer van het Jongenspensionaat Bleijerheide.
Het congrescentrum ligt aan de Pannesheiderstraat in het gebied dat sinds 2005 Kloosterpark Pannesheide heet.
Klooster
1877 Betekent het begin van een instituut onder leiding van de Broeders Franciscanen. De broeders hebben als taak te zorgen voor het welzijn van de verwaarloosde proletarische Duitse jeugd. Het begin is armoedig en primitief: een stuk weidegrond met hoeve wordt geschikt gemaakt voor leef-, werk-, studeer- en bidruimte voor de broeders en de jongens. Klooster en scholen worden door de jaren heen telkens weer uitgebreid. Vanaf 1914 worden naast Duitse jongens ook Nederlandse jongens toegelaten. Na 1934 zijn alleen nog Nederlandse jongens op het pensionaat. In 1932 start de ULO opleiding. In 1976 constateren de Broeders Franciscanen dat het volgen en geven van onderwijs op het pensionaat meer en meer tot het verleden behoort. Al in 1978 start het Centrum Bleijerheide met de eerste niet schoolse activiteiten. De accommodaties worden ter beschikking gesteld voor een- of meerdaagse groepsbezoeken inclusief overnachting en verzorging.
Door de jaren heen is het centrum diverse keren gerenoveerd. De groepsaccommodatie beschikt over 300 bedden verdeeld over 100 kamers. Per 1 januari 2001 hebben de Broeders Franciscanen hun activiteiten in het Centrum beindigd en is het Centrum overgenomen door een particuliere organisatie die de exploitatie voortzet. De sfeer van weleer leeft echter in het complex voort. Een voorbeeld hiervan is de in 1992 totaal gerenoveerde kapel die naast het oudste gedeelte van het gebouwencomplex op de monumentenlijst staat.
posted on 10/25/2011 11:18:53 PM (W. Europe Standard Time, UTC+01:00) Comments [0] Trackback
In het programma Pauw en Witteman zag ik Mariska Orbán de Haas, de hoofdredactrice van het katholiek nieuwsblad getuigen over haar coming-out als katholiek. Er is flink veel moed voor nodig om voor je katholiek zijn uit te komen, was har betoog naar aanleiding van haar boek ‘Blond, brutaal en bidden’. Zij trok meteen het martelaren boetekleed over haar gezegende zwangere buik en pareerde trots de condoom kwestie, de euthanasie kwestie, niet bepaald gouden onderwerpen om in de hemel mee voor de dag te komen. Het misbruikstandpunt is al door menige Roomse slaaf verdedigd als zijn ‘het komt overal voor en zelfs minder bij priesters die celibatair leven. Cijfers, statistieken wetenschappelijk onderzoek hebben dit aangetoond. Deze coming-out katholiek heeft het in geen enkel opzicht over de mensen die deze ellende, dit misbruik hebben meegemaakt. Ze heeft geen idee wat dit met kinderen doet, en dit alles beweerde ze terwijl een kind groeit in haar buik, ‘alles voor ik geboren werd’! Allemaal voor ik geboren werd, ik draag geen schuld het is mea culpa oude koek.
Voor het katholiek mens bestaan slachtoffers niet dan moet je blond, brutaal en veel bidden om hier nog enig geloof uit de mond van deze mevrouw te peuren. Dit katholiek nieuwsblad verdedigt al jaren de misbruikzaken door de halleluja lof trompet over de kerk te steken zoals de zaligverklaring (ik verstond ‘zaadverklaring’) van de Poolse paus. ‘Miljoenen mensen zijn blij, ook jonge mensen als ze de paus zien’, declameerde ze. Laat het galmen over de roomse velden en wegen, over Gods akkers, we zijn blij, hoera! Heerlijk zo’n zaadverklaring.
Nieuwsblad publiceer het volgende, de coming-out van een pensionaat jongetje:
‘Ik ben blij sinds de dag dat ik van internaat ben weggegaan. Sinds het uur dat ik door die lange gang naar buiten liep met mijn koffertje. Geen seconde heb ik mij bedacht, ‘s ochtends heb ik mijn kastje leeggeruimd met het nummer 33. De sokken en een paar kleertjes eruit gehaald met mijn tandenborstel waar ik geloof drie jaar mijn tanden mee heb gepoetst. Ik hield mij zo lang mogelijk stil want ik kon het amper geloven dat het uur was aangebroken om te vertrekken. Ik heb nog even op mijn bedje gezeten waarin ik mij vreselijk eenzaam heb gevoeld en toen ben ik opgestaan en ben al die bruine trappen naar beneden gehold…blij, blij dat ik naar buiten kon..blij dat ik van die katholieke ellende af was, weg van de angst…ik heb geen broeder een hand gegeven, ze waren met andere jongetjes bezig die zouden blijven. Ik had kort daarvoor tijdens een weekend ook de vraag voorgelegd gekregen of ik na de lagere school de MULO op internaat wilde afmaken? Ik was hevig teleurgesteld dat ik niet gewenst was thuis, dat ik zelf mocht beslissen of ik kon blijven, dat ze niet vroegen of ik naar huis wilde komen! ‘Wie wil er in dit godvergeten hol, deze heilsgevangenis waarin ik drie jaar heb moeten doorbrengen, nou blijven’, dacht ik, ‘waar hel en verdoemenis over je werd uitgesproken als je probeerde weg te lopen. Het was bovendien bijna onmogelijk, de poorten zaten dicht, een flinke muur om heen gemetseld, niet tegen een vermeende vijand maar om kinderen vast te houden. Ik liep in die verdomde lange gang naar buiten, naar de vrijheid, naar het echte wereldse licht, en ik had mij voorgenomen niet te stoppen, niet om te kijken, liep ik door met tranen in mijn ogen en woede in mijn ziel…naar huis.