De Heilge Jan en Limburgse zielenridders

zo wil de Limburger het weer graag!

In de censuur krant de Limburger staat vandaag een artikel ‘LAAT HET BISDOM DE VERKLARING OVER GIJSEN INTREKKEN’!!

Laat het aan de RKK en de Limburger over om met bewijslast te komen, die hebben ze heel goed verborgen in het kruisherenklooster van St. Agatha, te Cuijk liggen op een schone heuvel alle archieven netjes opgeborgen. Gaat u daar zoeken: de Limburgse journalist is er nooit geweest, mag niet van het katholieke doofpot bestuur.

Laat St. Jan eens doordrongen zijn van de procedure zoals die werd samengesteld door de RKK zelf….een lage bewijslast met steunbewijs.

Laat de Limburger zwijgen zoals ze dat ook decennia over misdaden priesters en kloosterlingen hebben gedaan. Laat deze krant eens goede journalistiek bedrijven door de juiste jaargetallen in te vullen. Niet in 1958 maar in 1961 zijn twee klachten binnen gekomen op internaat St. Maria ter Engelen arme broeders Franciscus waar ik verbleef, tegen mijn wil, die te maken hadden met Gijsen. Gijsen werd later naar IJsland gebonjourd en daar trof hij Augustus George (5 april 1928 – 16 juni 2008), geboren als George Augustinus, maar meestal aangeduid met de Rev. Georg, was een Nederlandse priester met de katholieke kathedraal van IJsland, Kristkirkja kerk en principal Landakotsskóli 1962-1998.

Wylre

Augustus George werd geboren in het dorp Wijlre in Nederland. Ala twaalf-jarige begon hij te leren aan de jongensschool Montfort / Schimmert waarin Montfort Rule samenvalt en heeft gewerkt in IJsland sinds 1903. Limburg won Rev. George eerste geloften op 8 september 1950 en begon met het bestuderen filosofie en theologie in Oirschot, maar het eindigde met de priesterwijding op 11 maart 1956. in 1962, de Rev. George vroeg aan boord Landakotsskóli te nemen en leidde de school voor 36 jaar. Was hij adjunct-bisschop van 1969 en twee keer diende als bisschop van het werk voor een tijdje, na de dood van Henry Fréhel 1986 na de dood van Alfred Jolson 1994 ontving hij de IJslandse Orde van de Falcon voor hun werk in 1994. George augustus Landakot rust op het kerkhof.

In 2011 kwam aan de oppervlakte geruchten dat Rev. Georges voor de kinderen in Landakotsskóli een zomerkamp van de katholieke kerk in Tunesië belegden. Bovendien had Margrét Müller, een Duitstalige lerares op school, ook misbruik gemaakt van kinderen met kennis en vaak de betrokkenheid van Georges. De katholieke kerk benoemde een onderzoekscommissie die een rapport van 2 november 2012 uitvaardigde waarin beschuldigingen werden geuit over hun afschuwelijke daden ten opzichte van kinderen. Het werd ook meegedeeld dat de mannen van de Katholieke Kerk (met inbegrip van Alfred Bishop Jolson), nonnen in Landakot en katholieke priesters werd vaak verteld over Georges gedrag, maar niemand deed er iets aan. Ook Gijsen niet!

Het Paradijs der Persoonsverwisselingen

Slavenarbeid te Nederland

gevallen vrouwen

In de NRC vanochtend een verhaal over ‘gevallen vrouwen’. Dat zijn niet vrouwen die uitgegleden zijn op de stoep van de buurman maar…..

die meisjes en vrouwen heetten ‘gevallen vrouwen’, soms waren ze prostituee of ongehuwd zwanger, maar vaker wees, verwaarloosd, misbruikt, gehandicapt of veroordeeld voor een klein vergrijp. Tot de jaren zeventig werden de meisjes, doorgaans tegen hun wil, in de gestichten geplaatst door de regering, voogdijverenigingen, kinderbescherming of ouders’.

Eerst werden ze gelabeld met een ‘mindere status’, prostituee of zwanger’, waardoor men kon oordelen over deze ‘gevallen vrouwen’, discriminatie of geestelijk geweld kon blijkbaar. 

Deetman heeft vanaf het begin het geweld gebagatelliseerd. Ik sprak met hem bij zijn eerste persconferentie in 2010. Hij wilde niet maar later gaf hij toe, we hadden een te groot punt en het geweld werd deels gecompenseerd.

Dan was er nog het seksueel misbruik. Margôt Verhagen (85) uit Den Haag werd als meisje verkracht door de rector van het gesticht in Velp. Haar klacht hierover is in 2016 gegrond verklaard door de commissie die het kindermisbruik in de Kerk onderzocht. Slechte voeding, een hard strafregime en gebrekkige medische zorg eisten ook hun tol. Honderden meisjes en vrouwen stierven in de gestichten, vooral vóór de oorlog. De ‘Doodenlijst der bijzondere begraafplaats’ van het gesticht in Velp telt 214 namen van „verpleegden”, van wie 80 minderjarig.

foto Willem Bosch

Onderwijs was er niet of nauwelijks, productiewerk stond voorop. Al in 1939 werd toenmalig aartsbisschop Jan de Jong per brief gewaarschuwd door de Nijmeegse hoogleraar Frans Rutten dat in Velp door het vele „aangenomen confectiewerk” het onderwijs moest wijken. In latere jaren werd het regime minder streng. Maar uit getuigenissen van lotgenoten blijkt dat er ook tussen 1950 en 1970 nog dwangarbeid was en de leerplicht soms ontdoken werd.

De katholieke pers en de jaarverslagen van de Goede Herder schetsten een zonniger beeld van de situatie. Nergens werd gesproken over het gedwongen productiewerk. De dwangarbeid is niet onderzocht door de commissie-Deetman. Die deed in 2010 onderzoek naar seksueel misbruik in de Kerk en, in 2013, naar geweld tegen minderjarige vrouwen in de Kerk. Lotgenotenorganisatie VPKK vroeg Deetman ook de dwangarbeid te onderzoeken, maar volgens de commissie viel dwangarbeid niet onder de definitie van ‘geweld’. VPKK-bestuurslid Annemie Knibbe: „Commissielid Pieter Kalbfleisch zei het zo: ‘Van werken is nog nooit iemand slechter geworden’.” Kalbfleisch reageerde niet op een verzoek om commentaar.

Meer zaken zijn niet onderzocht bijvoorbeeld ‘de afstandsbaby’s’; de toenmalige standen-maatschappij, hoefde geen verantwoording af te leggen…nu rennen ze weer weg voor de media.

Katholiken und Nazis wussten es nicht

De rooms-katholieke aartsbisschop van de Australische regio Adelaide, Philip Wilson, is schuldig bevonden aan het verbergen van kindermisbruik door priester Jim Fletcher.

Fletcher heeft in de jaren zeventig kinderen misbruikt in de provincie New South Wales. Wilson heeft toen geholpen om dat stil te houden. De advocaten van de aartsbisschop houden vol dat hij van niets wist en dus niets stil heeft gehouden.

Natuurlijk, dit kat en muis spel tussen slachtoffers en daders leeft voort. Geen van deze jongens mag veroordeelt worden dat bleek wel uit de commissie verhoren RKK seksueel geweld en de nog levende priesters / kloosterlingen. Dus wel 10.000 tot 20.000 slachtoffers (alleen in Nederland) maar geen daders gevonden? Even de andere kant opkijken, graag!

?????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????

 

Gevallen meisjes en de Simpelveldse heiligen

photo Helga Weber
photo Helga Weber

Op 4 Oktober 2014 schreven wij over de Gevallen meisjes en de vrome nostalgie die terugkeert in de harten en hoofden van deze aanbidders van de zelfverloochening. Wiel Kusters deed een poging een objectief stuk te schrijven over de heilige Clara Fey. In het voormalige klooster Huize Loreto in Simpelveld is een paar dagen geleden een museum geopend: De Schat van Simpelveld. De opening viel samen met de zaligverklaring, in Aken, van zuster Clara Fey, stichteres van de orde van het arme Kindlein Jesu. De klooster archieven blijven uiteraard gesloten. Hier dan toch ons verhaal over ‘de heiligen’!

Al vanaf 2010 hebben wij geschreven over de afstandsmoeders (baby’s), in de volksmond beter bekend als ‘gevallen meisjes’. Onlangs werkten wij mee met Brandpunt die Zondag 5 Oktober 22.35 2014 Nederland (NPO) 2 aandacht besteedt  aan deze afstandsmoeders. (overigens heeft Brandpunt slecht, beperkt onderzoek gedaan toen bleek dat deze katholieke beerput niet gunstig was voor de katholieke boodschap van heiligheid en barmhartigheid; niets van onze bevindingen kwam in de uitzending aan de orde, bij de katholiek radio omroep ging de knop op zwijgen).

Er hebben zich grote drama’s afgespeeld in de vroedvrouwen-school te Heerlerbaan want daar heerste oorlog tussen ouders en tienermeisjes, tussen moraal en burgerplicht want zij waren immers ten prooi gevallen aan duivelse verleidingen. Dit alles gebeurde pakweg vlak na de oorlog tot ver in de zeventiger jaren…het gaat dus om heel veel gevallen meisjes en hun verdwenen kinderen.

De daders bleven meestal buiten beeld, natuurlijk wist men wel wie maar dat bleef in de familie / dorp / gemeenschap…het bleef gissen. De statistieken laten niets aan uw fantasie over, de nationaliteiten van de mannen zaad daders zijn helder in 1948:

Nederlandse…………..114

Amerikaanse…………..1

Belgische………………..1

Duitse…………………….2

Engelse…………………..2

Hongaarse………………1

Poolse…………………….6

Zwitserse………………..1

Onbekend……………….6

HET AANTAL

Het aantal ongehuwde moeders bleef hetzelfde, publiceerde het Limburgs Dagblad in 1961 in een statistische terugblik van dat jaar. Terwijl vanaf 1948 de aantallen ongehuwde moeders alleen maar toenamen werd tot grote opluchting op de redactie LD en in de heilige achterkamertjes van menig nonnen klooster in dat jaar geconstateerd dat de ‘seksuele revolutie’ voorbij was. Deze revolutie van het lichaam die terrein terug won op het geestelijk leven van honderden jaren katholieke knechting, leek te zijn gekeerd. Helaas, de seksuele revolutie moest nog beginnen, het ‘vrij’ verkrijgen van condooms bij de NVSH waar politie bewaking bij de deur stond, ontstond een levendige sport tussen condoom klanten en de overheid, toen nog in dienst van de RK kerk.

Ook werden er verrassende conclusies getrokken: De ongehuwde moeder, die uit een tehuis is ontslagen, heeft niet meer zo’n acute behoefte aan hulp en steun. Zij zal een gevoel Rome Chigi-Imperiavan bevrijding ondervinden en blij zijn eindelijk los te zijn van de vele vragen en bemoeienissen die de opvang met zich meebracht.

De werkelijkheid was veel robuuster, en spleet gezinnen uit elkaar. Sommige meisjes konden geen kant uit, thuis was de baby niet welkom en zodoende moesten er NOODOPLOSSINGEN worden gevonden. Dit hield zoveel in dat baby’s geforceerd werden geadopteerd (onder het mom van donaties) doorgesluisd, met andere namen, geboorte uren / dagen zodat er geen weg meer terug mogelijk was om je verdwenen kind te achterhalen. Een vrouw die op de kraamafdeling werkte van de vroedvrouwenschool te Heerlen zag dat er pasgeboren  baby’s in de gootsteen werden gelegd. Zij leefden nog!!!! Toen zij er een opmerking over maakte zei de arts: ‘die kinderen moeten we eigenlijk wegdoen dat wordt toch niks’.

Dan gaat het verhaal van de doofstomme man die al die baby lijkjes richting vlinder monument droeg op de Heerlerbaan. Ze beschrijven deze stille, eenzame begrafenissen met een type als de klokkenluider van de Notre Dame, die kon ook niet praten. Er is sprake dat er nog meer onbekende graven zijn zowel op de Heerlerbaan, alsmede zijn er baby lijkjes gevonden in onderaardse gangen bij het afbreken van het oude klooster (rond 1960) van de O.L Vrouw van Altijd durende bijstand waar een nieuwe kerk werd gebouwd:

De nieuwe kerk moest een kerk worden, waarin ‘de ruimte tot de mens zou spreken en waarin de mens zich klein voelde worden om zo in de juiste stemming te komen in zijn verhouding tot God’.

Het sterrenhuis

Ook werden veel Sterrenhuis kinderen, die nog geen bestemming hadden gevonden vanuit het Sterrehuis op de Heerlerbaan overgeplaatst. Een van de tussenstations was het klooster de congregatie der zusters van het arme kindje Jezus, te Simpelveld. Daar verbleven kinderen in de hoop dat ze alsnog opgehaald zouden worden door hun ouders. Een vrouw, die nabij het klooster woonde kon in het begin van haar huwelijk geen kinderen krijgen. Het maakte haar nieuwsgierig naar de vele kinderen wiens geschreeuw en stemmen zij hoorde maar niet mee in aanraking mocht (kon) komen. Ze kende een groot mededogen met deze kinderen en op zekere dag deed zich de gelegenheid voor om via haar zus een bezoekje te brengen aan het klooster. Ze werden onder strenge blikken toegelaten, en kwamen in een vertrek waar de kinderen zich bevonden. Opeens stak er een kreet van verbazing op bij een van de kinderen, die huilend op de vrouw afliep en haar omhelsde. Het jongetje werd ruw weggetrokken bij de vrouw die er niets van begreep. Zij moesten onmiddellijk het klooster verlaten. Toen de vrouw thuis kwam en haar leed met haar man deelde, kon zij de blik van het kind niet meer uit haar gedachten zetten. Een tweede poging deed zich enkele maanden later voor, wederom bezocht zij de afstandskinderen onder toezicht van de congregatie der zusters van het arme kindje Jezus. Ook toen betrad zij de zaal met de kinderen en wederom stoof het zelfde jongetje op haar af maar noemde haar deze keer ‘mama’. Het jongetje dacht dat zijn moeder hem kwam ophalen, hij was ‘vergeten’ hoe zij er uit zag maar de vrouw leek op haar. Deze kinderen….zij wachten nog steeds op hun moeder en / of ze die wel kwamen halen.

 

Where I Am

Bij het lied ‘Where I Am’, dat ik als 16 jarige puber schreef, hoort een verhaal. Toen ik 19 / 20 jaar was, mijn weg vervolgend in de hippie tijd, (begin zeventiger jaren), ben ik opgenomen geweest in psychiatrische kliniek 7 West, ziekenhuis te Heerlen, de voorloper van Welterhof. Hoe kwam dat?

Ik was na de VPJ actie in 1969, de succesvolle anti-granaatactie (tegen de oorlog in Vietnam) maatschappelijk vastgelopen, ik toog naar Heerlen, zonder kamer, zonder vaste woon of verblijfplaats, sliep in kelders (Vossekuil) of torenflat bij het oude sportfondsenbad dan wel bij aangename temperatuur in het Aambos. Werk kreeg ik niet want ik was a) overal weggestuurd van scholen zelfs van Pancratius in 1967, dat alle langharig werkschuw tuig uit de wijde omgeving opnam en herbergde. Iedere ochtend met de eerste bus uit Waubach, schoten we bij La Venetiana in Heerlen naar binnen. Je kon er via een spiegel zien wie achterin zat te spijbelen, om daar vervolgens de rest van de schooldag, één cappuccino te nuttigen. Ik geloof ik heb er drie maanden gespijbeld met mensen als Guido Ancion (ook een Bleijerheide jongen), en al snel kwam ik in aanraking met maatschappelijk werk, die zich mijn lot aantrok. Tijdens een gesprek met deze maatschappelijk werker wiens naam ik helaas vergeten ben, vroeg hij wat ik zo hele dag deed….‘nou, op straat spelen, bezoekje aan commune Minnekind waar ik later nog gewoond heb, demonstraties met het ULS (uniek ludiek circus Jon Erkens), anti-Navo acties, uh liedjes schrijven want ik nam mijn gitaar overal mee naar toe.

‘Oh, laat eens horen wat je zoal schrijft’. Nou, ik wilde hem niet meteen alle ellende van internaten opdissen zoals in ‘Answer Me’, of het pro-Viet Cong lied Ho Chi Minh dus speelde ik ‘Where I Am’, en  schreef de tekst op

You don’t know where I am, you don’t know where we are going to. In the night grows everything dark, in the night grows everything I love, in the night grows everything hard, every little thing ‘cause I love you

you don’t know where I am etc.

De maatschappelijk werker keek me aan en riep verbluft..’zie je wel, ik wist het’. Ik begreep niet waarover hij het had en dacht alleen maar ‘eindelijk wordt ik erkend, herkend, gezien’!!??

‘Weet je wel wat je daar heb opgeschreven’, vroeg de man. ‘Ja, maar weet niet wat u er in ziet / zoekt’, vroeg ik retorisch?

‘Okay, het enige wat ik je wil zeggen is dat wij???? (wie kwam niet aan de orde), je willen onderzoeken op afdeling 7 West Welterhof Heerlen, het is voor ons erg interessant om mensen als jij beter te leren begrijpen. Ze bedoelden daar uiteraard de hippies mee waar psychiatrisch onderzoek ontbrak. Er was weinig bekend over in die tijd, behalve het imago dat de hippies zich kapot neukten en blowden. Ik (where I am), liet me gewillig opnemen in het ziekenhuis met slechts een belofte: ik zou uitkering aanvragen en dus kamer kunnen huren.  Op 7 West (open afdeling in tegenstelling tot de gang ernaast 7 Oost gesloten afd.) was het vaak vette stress want er liepen mensen met behoorlijk psychiatrische problemen rond zoals verwilderde vrouw, die op ieder ongewenst moment binnenkwam om de bloempotten van de vensterbank te gooien of ze in opstand kwam tegen een vermeende burgerlijke ethiek. Waarschijnlijk had zij minder prettige ervaring met de romantiek (#metoo onbekend).

Toen kreeg ik voorstel om een ruggenprik te ondergaan, ook dit liet ik gewillig toe, hoewel het behoorlijk gevaarlijk is. Je moest op je rug, helemaal gekromd met je benen tussen je hoofd en een lange spuit in je ruggenwervel om liquor cerebrospinalis of verkort liquor genoemd, af te nemen. Deze waterige vloeistof die zich in en om de hersenen en het ruggenmerg bevindt. Dat werd bij mij dus uitgenomen en onderzocht. Ik moest daarna drie dagen platliggen en mocht niet uit bed wat ik natuurlijk wel deed maar na een paar stappen viel ik om, misselijk en moest braken.

Tegenover mij lag een oud mijnwerker, die door de jarenlange afdaling in de zwarte aarde, depressief was geworden. Ik moest voor hem altijd een lied spelen ‘To Ramona’ van Bob Dylan. Ook zat op mijn afdeling een priester-man uit de missie en dat gaf natuurlijk meteen problemen. Ik sprak hem een keer in de gemeenschap ruimte en hij vond de moderne tijd maar niks hoe hij, na tientallen jaren afwezigheid uit Europa, terug kwam en zag dat er ontzettend veel verandert was. Ik zei tegen de priester-man: ‘er is nog veel te weinig verandert’. De priester-man stond op en heeft nooit meer tegen me gesproken.

Veel begeleiding heb ik niet gehad behalve een confronterend gesprek met verzorger die beweerde dat alles voorbestemd was, je hoeft kortom niet zoveel na te denken, zinloos dus. Frappant was wel de jeuk aan mijn piemel. Ja, hoor ik had mijn onderhuid van de penis waarschijnlijk door gebrek aan huis en douche gelegenheid slecht gewassen en er was een schimmel ontstaan. Meteen zag ik mijn hele bed bevolkt met psychiaters, zusters en nonnen, aanwezig personeel die allemaal met grote ogen naar mij staarden….’het was dus toch waar wat in de Panorama en andere kranten stond, deze jongelui neukten zich suf. Ok, ik werd wederom onderzocht en het bleek zeep te zijn wat ik niet goed afgespoeld had. Clean in the end. Ik heb er een maand verbleven en ben toen gevlucht…one flew over de cuckoo’s nest.