
Een klacht tegen de RKK via meldpuntmisbruik in te dienen wordt, voor zover ik het goed begrepen heb, zonder meer verstaan als acceptatie van de regels binnen dit quasi-rechtstatelijke gebeuren. Houd je je niet aan die regels, wordt de procedure stop gezet.
Ik heb me daarom vooraf de moeite genomen om het regelwerk meldpuntmisbruikrkk en compensatiecommissie een beetje nader te bekijken.
Om het maar meteen te zeggen; ik snap er inhoudelijk eerlijk gezegd erg weinig of niets van.
Er komt een erg onevenwichtig beeld uit naar voren, dat het zwaartepunt van de belangen bij de zogenaamde – kerkelijke gezagdrager – legt. De “hete adem” van de kerk in de nek van meldpuntmisbruik?
Voor een eenvoudig(e) boerenmeisje of boerenjongen is de ingewikkelde materie verstandelijk nauwelijks goed te volgen.
Zonder rechtsbijstand kan daarom aan de ingewikkelde stellingen en regels niet met gerust geweten begonnen worden.

Ik was dan ook zeer verbaasd te lezen, dat rechtsbijstand slechts bij hoge uitzondering (klasse 5) en dat dan ook nog gedekselt, vergoed wordt. Je zult dus van te voren je portemonnee moeten raadplegen.
Onwillekeurig denk je: alweer zo’n voorbeeld van “Recht is er alleen maar voor de rijken” en dat terwijl de opzet van het geheel toch het tegendeel zou moeten bewerken en het geld eigenlijk geen rol zou mogen spelen in deze!
Wat ik vooral niet begrijp:
Waarom is er in beide regelwerken steeds sprake van “de kerkelijke gezagsdrager”?
Persoonlijk vind ik het niet erg handig om te spreken van “kerkelijke overheid”. Dit heeft iets van de macht die een wereldse overheid eigen is.
Zeer onevenwichtig en verre van onafhankelijk, nietwaar?
Hoe je het ook draait, een scheiding tussenkerk en staat hoort zich anders aan. Het is eerder de kerk gelinkt aan de rechtstaat.

Gezag moet je verdienen. Gezag moet je waarmaken.
Onberispelijk te zijn en geen aanleiding te geven tot verachting is hiertoe een allereerste vereiste. Hiervan is en was de kerk mijlenver vandaan, integendeel, onder anderen het doelgericht verzwijgen van strafbare feiten (“Wir haben es nicht gewusst”) door kerkelijke gezagsdragers laat eerder associaties met een crimineel gedragspatroon toe.
Wat ik tevens niet begrijp is, waarom in de meldpuntprocedure slachtoffers van kerkelijk misbruik als – klager –betiteld worden en plotseling (na gegrondverklaring van zijn/haar klacht) tot – aanvrager – omgevormd worden, wanneer het gaat om betaling/compensatie van geleden schade? Wat steekt daar achter?
Betekend dit, dat de – klager – geen rechtsgeldige titel op schadevergoeding verworven heeft?
In art. 4.3. wordt verder bijvoorbeeld vastgehouden, dat de – kerkelijke gezagsdrager – binnen 8 dagen op de klacht een reactie zend. Wat er gebeurt indien de kerk zich niet aan deze termijn houdt, blijft wederom open. Omgekeerd worden slachtoffers met uitsluiting gemaand indien ze niet tijdig correct op vragen van het meldpunt reageren?
Ook art. 5.2 en 5.3 lijden niet tot grote rechtszekerheid.
Is niet ieder soort van geweld en seksueel misbruik aangifteplichtig?
Zo ja, moet dan niet iedere aanklacht bij meldpunt worden gestopt totdat het OM de zaak onherroepelijk beslist heeft?
Welke rol speelt hierin (OM) de zogenaamde – verjaring -?
Artikel 19 laat eveneens iets dieper nadenken. Hier wordt vastgesteld, dat de – kerkelijke gezagsdrager – zich in toekomst om het leven van de – klager – en zijn directe omgeving bekommert. Wat betekend dit? Moet ik als slachtoffer nu toekomstig naar de kerk gaan of mag mijnheer pastoor nu regelmatig bij mij thuis op bezoek komen? Duidelijkheid graag wat precies bedoelt is.
Dit zijn slecht enkele van de vele vragen, die zich mij als normaalconsument stellen en, zoals reeds gezegd, in consequentie een juridisch adviseur noodzakelijk maken.
Tot slot nog een ander aspect uit de compensatie-procedure.
Het gaat om artikel 27 (misbruik aan meerderjarigen) c.q. art. 33 (misbruik aan minderjarigen), de regeling over wel of geen finale kwijtschelding.
Dit artikel houdt in, zo wordt er gezegd, dat als de – aanvrager –van compensatie een bedrag van de Compensatieregeling heeft ontvangen, kan hij/zij daarnaast nog via andere wegen (bijvoorbeeld schadeclaim via het civiele recht) proberen de rest van zijn/haar schade te verhalen.
Ik vraag me af, aangezien de absolute houding van de kerk ten aanzien van verjaring, hoezo en waarom deze regeling?
Waartoe dient het dan, waarom hebben ze dit niet eenvoudig weggelaten, dat kon immers ook geen kwaad.
Nee, er moet een reden zijn waarom dit opgenomen in de Compensatieregeling.
Misschien dat Art. 27/33 realiter vooral ten voordeel van de RKK in het “regelpakket” opgenomen werd, zodat niemand kan zeggen, dat de RKK de letselschade met een te geringe som „afkoopt“ en je verder verplicht bent ermee akkoord te gaan omdat er geen enkele andere instantie bestaat om tot je recht te komen?
Financiële schadebeperking voor de RKK? Een soort van intermezzo op weg naar nergens?
“Hoger beroep” uit te sluiten en daadwerkelijke “finale kwijtschelding” van slachtoffers te verlangen, zou immers hoogstwaarschijnlijk een proces-lawine los getrapt hebben, die niet meer te stoppen zou zijn. Contraproductief dus.
Dat hebben ze nu met dit artikeltje voorlopig zeer subtiel weten voor te buigen?
Hoe ook altijd, voor “andere wegen” ontbreekt tot nog toe iedere basis; de RKK heeft immers, ik herhaal me, duidelijk gesteld, dat ze in een “normale” gerechtelijke procedure van hun recht op verjaring gebruik te maken.
Dus vraag je je af, waarom dan deze regeling, als ze praktisch van nul en generlei waarde is?!
Dit thema is in z’n geheel alleen iets voor “degelijke” juristen of beter nog een parlementair onderzoek.
Ik zou daarom een betaalde compensatie ergens veilig parkeren en niet aanraken. Misschien zelfs als zekerheid voor de betaling van hoognodige juridische raadslieden.
Smeets