Vandaag zit MCU bij JUSTITIE dan wel minister van der STEUR.
Het gaat om ‘de vergeten steunbewijzen’, die vooral bij MCU leden in een achterhoekje zijn terecht gekomen bij het OM. Onze vice-voorzitter Willem Bosch heeft bij de laatste hoorzitting in de Tweede kamer hierop aangedrongen. Passief gedrag van de congregaties of zelfs onwil om transparant, zoals dhr Deetman het graag wilde, mee te werken houden de geestelijken zich stil. Verbaal roepen ze wel ‘oh wat kunnen we doen voor de slachtoffers’, maar daarna gooien ze deur hard achter je dicht. De RKK kent geen verantwoordelijkheid, ze acteren als een buitenaardse mogendheid. De vraag van Willem Bosch ligt in de kamer en zal politiek een vervolg krijgen. Het is dus belangrijk om sympathieke druk uit te oefenen op de minister en de kamer die geen deel van de smet van het seksueel misbruik op haar gericht wil zien. Het aantal slachtoffers van Deetman’s onderzoek tussen de 10.000 en 20.000 gevallen van misbruik staat in tegenstelling tot de priester(s) / kloosterlingen die niets hebben gezien, gehoord dan wel toegegeven dat misbruik heeft plaats gevonden.
De kerk heeft en had een passieve houding ten opzichte van daders dus als er een nieuw meldpunt zou moeten komen is het deze keer voor de dader(s) organisaties want wat weten wij na al die jaren van hun kloostergemeenschappen, goed afgeschermd met gesloten archieven en zonder verhalen. De oral history zal toch van twee kanten moeten komen om een volledig beeld te krijgen van deze grootste naoorlogse sex-crime in de Nederlandse geschiedenis.
Ook willen wij wijzen op het kunstwerk van Pierre Habets. Het is echt een gotspe / theater rond dit kunstwerk ‘de weg naar verzoening’. Of ik moet constateren dat er geen weg naar verzoening is of het bisdom Roermond is weer in slaap gesukkeld na het seksueel misbruik debacle, nu niemand meer moeilijk doet over dit onderwerp. Het kunstwerk had er al lang moeten staan, echter men heeft geen haast nu de publiciteit gedempt is rond het misbruik. Wordt dus tijd voor een eigen ‘inzegening’ van het kunstwerk.